De Betoverde Wereld - 1

Laatst was ik met Menno Heling op bezoek bij het kunstcentrum Stroom Den Haag. Op de vraag naar een centrale gedachte bij de activiteiten van Stroom in de komende jaren, zei Jane Huldman: ‘Betovering. Betovering en Onttovering.  Er is kennelijk een gedeelde behoefte aan verbeelding, spiritualiteit, het toelaten van de emotie. Men wil getroffen worden.’

Daarom een nieuwe serie op deze site met stukjes over verschillende personen die dit thema aan de orde hebben gesteld. Attempts to Read the World (Differently) noemt Stroom het thema voor degenen die geen Nederlands verstaan. We beginnen met de Nederlandse predikant en theoloog Balthasar Bekker (1634-1698). Bekker had een markante kop met een uitzonderlijk lange neus. In 1691 schreef Bekker de bestseller De betoverde weereld.

Heksenvervolgingen

De betoverde weereld (1691-1693) heeft meer dan een eeuw de gemoederen beziggehouden. Het werk gaf de aanzet tot de afschaffing van de heksenvervolgingen. Ook heeft het boek ertoe bijgedragen dat men de bewoners van de dolhuizen niet als bezetenen, maar als zieken ging beschouwen. In 2002 werd een standbeeld voor Balthasar Bekker geplaatst in het centrum van Metslawier (Noord-Oost Friesland).

Annemarie Hinten-Nooijen, die ik een paar jaar geleden bezocht op de Universiteit van Tilburg in verband met het kunstproject The World in a Shell (http://www.worldinashell.net/) van Hans Kalliwoda, schreef in 2009 een proefschrift over Balthasar Bekker.

In het dagblad Trouw vertelde ze meer over de focus van haar dissertatie. Die dissertatie gaat vooral over de Duitse reacties op het boek. Het boek van 800 pagina’s is twee maal vertaald in het Duits, in 1693 en 1781/82. Het verscheen daarnaast in het Engels en Frans en gedeeltelijk in het Italiaans. Hinten-Nooijen: ‘Het boek is bewust niet in het Latijn geschreven, de taal van zijn vakbroeders, maar in het Nederlands. Bekker wilde zijn ideeën onder een breder publiek kenbaar maken.’

De duivel

In Duitsland was Bekkers invloed uitzonderlijk groot. Dankzij De betoverde Weereld kwam er in de achttiende eeuw ook in Duitsland een einde aan de heksenvervolgingen. De laatste aanklacht wegens hekserij vond daar plaats in 1775. In het veel progressievere klimaat van de Nederlandse Republiek was hier het laatste proces al in 1608 geweest.  Zonder Bekker zou het in Duitsland nog langer hebben geduurd, denkt Hinten-Nooijen.

Balthasar Bekker studeerde theologie en filosofie, in Franeker en Groningen, maar hij was in de eerste plaats predikant. Hinten Nooijen: ‘Als dominee werd hij vaak geconfronteerd met beschuldigingen van hekserij en met name van vermeende bezetenheid. Hij zag hoe diep geworteld het geloof in de duivel nog was, hoe zijn collega’s voortdurend de duivel erbij haalden en hoe angstig de mensen waren, met hun gebrekkige kennis van wetenschap en natuurverschijnselen.’ Zijn motieven om in De Betoverde Wereld een einde te willen maken aan geloof in duivel en demonen waren volgens Hinten-Nooijen vooral pastoraal van aard.

Descartes

Bekker was gefascineerd door Descartes, die toen net op kwam. ‘Hij schreef een werkje over hem, om aan te tonen dat diens filosofie niet zo gevaarlijk was als de theologen vreesden.’Is de duivel überhaupt in staat op een mensen in te werken, was de vraag. Descartes ging uit van twee substanties, de ziel (het denken) en de materie (de uitgebreidheid). Beide zijn gescheiden, geest is geen materie en lichaam is anders dan de geest. Hinten-Nooijen: ‘In de mens komt het denken (res cogitans) en de uitgebreidheid (res extensa) bijeen, als ziel en lichaam. Wij ervaren onszelf als mensen met een geest én een lichaam, die op elkaar inwerken: als ik iets wil oppakken, gaat mijn arm als automatisch naar beneden. Dat probleem probeerde Descartes op te lossen door de pijnappelklier in de mens aan te wijzen als een mogelijke plek van de verbinding tussen geest en lichaam. Bekker bouwde op Descartes’ ideeën verder. Ook al ervaren wij in onszelf inwerking van de geest op het lichaam, de duivel, zei Bekker, is een geest zonder lichaam en daarom mogen we er absoluut niet zomaar vanuit gaan dat de duivel op het lichaam van de mens kan inwerken. ‘   

Bekker gebruikte deze cartesiaanse opvatting in zijn theologie. Hij ging er vanuit dat de duivel, een gevallen engel, wel invloed heeft gehad op de zondeval, maar daarna naar de hel is verdoemd en sindsdien niet meer werkt op aarde. Bekker ging de duivel ook te lijf met de inzichten van zestiende-eeuwse humanisten als Hugo de Groot en Erasmus. Die keken kritisch naar wanneer een tekst geschreven was en voor wie. Hij gaf daarmee de aanzet tot de ontwikkeling van de historisch-kritische methode van Bijbelexegese.

Uit ambt gezet

Bekker wilde, aldus Hinten-Nooijen, de Reformatie afmaken en zette met zijn ideeën een nieuwe hervorming in, om tot een zuivere vorm van christendom te komen. De republiek der Verenigde Nederlanden beleefde zijn Gouden Eeuw. De Nederlandse protestanten stonden open voor nieuwe invloeden. In deze unieke sfeer maakte Bekker met zijn boek furore. Dat neemt niet weg dat hij vanwege zijn opvattingen over bijgeloof in 1692 uit zijn ambt werd gezet.  Hij behield zijn traktement, vermoedelijk omdat hij bescherming genoot van de Amsterdamse burgemeesters Nicolaes Witsen en Johannes Hudde. Erich Walten, een pamfletschrijver verdedigde hem, maar werd opgesloten in de Gevangenpoort in Den Haag.  

Duitsland was toentertijd een stuk conservatiever. Hinten-Nooijen: ‘Het Duitse taalgebied bestond in die tijd uit meer dan driehonderd staatjes, met elk een eigen religie, die bepaald werd door de vorst. Het zuiden van Duitsland was overwegend rooms-katholiek, andere gebieden waren overwegend evangelisch-luthers en sommige zelfs gereformeerd. In Duisburg stond een gereformeerde universiteit. De geleerden uit Duitsland gingen studeren in Leiden en Utrecht en namen de nieuwe inzichten mee terug naar Duitsland. Aanvankelijk waren de Duitse reacties negatief. Vooral de lutherse orthodoxie, bang dat de nieuwe filosofie het gezag van de Bijbel zou ondermijnen, schold Bekker uit voor atheïst en spinozist.

Aufklärung

Pas in de tweede helft van de achttiende eeuw zetten de nieuwe ontwikkelingen ook in Duitsland door, en willen theologen daar het verlichte christendom tot stand brengen dat Bekker voor ogen stond. In Duitsland is de Verlichting door en door religieus: vanuit het christendom wilden de Duitse protestanten recht doen aan moderne invloeden en vasthouden aan het geloof. ‘ De balans opmakende zegt  Hinten-Nooijen dat Bekkers invloed in het Duitse taalgebied veel groter is geweest dan die in zijn vaderland. ‘De Aufklärung met Moses Menselssohn en Immanuel Kant in de achttiende eeuw bouwt voort op Nederlanders zoals Bekker.’

Credits. Foto standbeeld: Rene en Peter van der Krogt; ontwerp beeld: Hans Jouta

Tags

Reageren