Wij laten ons niet wegvagen

“Is dit de sjoel?"

"Jazeker."

"Maar er zit een wasserij in! En ze laten de boel zo verpauperen? Dat nooit!"

 Harteloos

Met die woorden begon de strijd van wijlen mevrouw Lenny Wolgen-Salomons (Amsterdam 1942- Adorp 2010) voor het behoud van de Folkingestraat-synagoge (bouwjaar 1906) in Groningen.

Samen met haar man liep zij op die bewuste dag in 1972 door de Folkingestraat toen zij de afschuwelijke waarheid over de staat van de voormalige synagoge (of sjoel: Jiddisch voor ‘school’) hoorde.

De davidster afgebeeld in het prachtige glas-in-lood raam was het enige wat deed herinneren aan de oorspronkelijke functie van het gebouw. Het hart van dit religieuze symbool doorboord door een ventilatiepijp. Binnen was het interieur totaal gesloopt en vervangen door wasmachines en kledingrekken. Dat ‘Astra’ de naam van de wasserij was, zal niet toevallig zijn.

Sloophamer in zicht

Begin twintigste eeuw was dit immense gebouw de kern van de levendige Joodse buurt. Toen kwam de oorlog. Van de 2724 personen die bij de Duitsers op de lijst stonden, werden er circa 2550 gedeporteerd en vermoord. Slechts zo’n 120 Joden keerden terug naar de stad Groningen.

De oorlog had ook bij de synagoge diepe sporen achtergelaten, verwaarlozing en plunderingen als oorzaak. De tijdens de oorlog in beslag genomen radio’s stonden rijen dik op de vrouwengalerijen.

Maar de overgebleven Joodse bevolking hield het hoofd omhoog, twee weken na de bevrijding begonnen de eerste diensten gevolgd door een heuse huwelijksinzegening enkele maanden later.

Het gebouw bleek echter veel te groot en al snel trok men in de kleinere jeugsjoel in een zijstraat van de Folkingestraat. De hoofdsjoel werd in 1951 verkocht aan de wasserij.

Toen ook die in 1973 niet langer rendabel was, stond het gebouw leeg en takelde steeds verder af. Klaar voor de sloophamer.

Vol vuur

Maar over al dit treurigs gaat dit stuk niet. Waar het wel over gaat is hoe het één vrouw lukte de synagoge te redden van de ondergang. Dit is zo’n mooi stuk positieve geschiedenis en zo verrassend dat het alle aandacht verdient.

Mevrouw Wolgen- Salomons ging ervoor. Met heel haar hart en ziel streed ze. Ze richtte de ‘Stichting Folkingestraat Synagoge’ op, organiseerde manifestaties in de stad en kwam volop in de media.

Het was een hele klus om de verschillende betrokkenen te overtuigen. ‘Te duur’, zei de gemeente. ‘Te pijnlijk’, zeiden de overgebleven Joden. ‘Nutteloos, er zijn al genoeg monumenten’, zei de wethouder voor onderwijs en cultuur. ‘Wat moeten we ermee’, zei weer een ander.

Maar Wolgen- Salomons ging door, goddank deed ze dat. Ze vond het een schande hoe de Groningers omgingen met hun cultureel erfgoed. ‘Groningen heeft een ereschuld ten aanzien van zijn weggevoerde joodse burgers’, riep ze tegen iedereen die het maar horen wilde.

Moment van de waarheid

En toen kwam die belangrijke dag, 13 december 1976: de historische gemeenteraadsstemming over het behoud van de synagoge. De peilingen waren overduidelijk, de strijd van Wolgen-Salomons leek voor niets geweest.

Tromgeroffel zou hier op zijn plaats zijn om de spanning van de uitslag op te voeren. Twintig raadsleden stemden voor het behoud van het gebouw en negentien tegen.

Hoe wonderlijk. Niet alleen omdat er slechts een stem verschil was, maar ook omdat het mevrouw Wolgen-Salomons ondanks alles toch gelukt was. Om al die mensen die niks in haar plan zagen toch te overtuigen van het nut weer nieuw leven in de synagoge te blazen.

Eeuwige dank

En zo geschiedde. Een forse renovatie was nodig en op 29 november 1981 werd het gebouw weer geopend voor publiek. De ene helft bruikbaar voor de gelovigen, de andere helft –gescheiden van de eerste door een stijlvol smeedijzeren hekwerk- bruikbaar voor relevante exposities of andere culturele activiteiten. En zo is het nu nog.

Mevrouw Wolgen- Salomons had liever de synagoge leeg gelaten, ‘Laat maar zien en voelen wat er verdwenen is’, maar voor haar stond voorop dat het gebouw behouden bleef.

Wij cultuurliefhebbende Groningers zijn haar zeer dankbaar.

Reageren

Reacties

Lenny was een schat. Ik voel me rijk haar te hebben mogen kennen. Ze heeft me bagage meegegeven.