Hoe de Anjerrevolutie Adri Duivesteijn inspireerde

Afgelopen zaterdag was de opening van de tentoonstelling Revolutionary Traces van Angela Ferreira in Stroom. Zij doceert Fine Art op de Universiteit van Lissabon. In 2007 vertegenwoordigde zij Portugal op de Biennale van Venetië.

De tentoonstelling bracht ons terug naar de revolutionaire tijden in Portugal in de jaren zeventig. Met de Anjerrevolutie werd het militaire regime van Salazar in Portugal aan de kant gezet. Het woord was aan het volk, o povo. Allerlei politieke en revolutionaire initiatieven schoten als lentjeklokjes uit de grond, de ene nog revolutionairder dan de andere.

De SAAL-brigade

Een ervan was de SAAL-brigade, de Serviço Ambulatório de Apoio Local, die de bevolking wilde helpen bij huisvestingsvraagstukken. Nelson Mota, docent architectuur op de TU Delft: ‘Het ging om bewonersparticipatie. Nano Portas was na de Portugese revolutie staatssecretaris huisvesting. Hij moedigde deze initiatieven aan. Inspiratie werd gevonden bij de Britse architect John Turner die zich in Peru bezig hield met de transformatie van gekraakte woningen naar passende huisvesting, waar de mensen ook zelf mee aan de slag konden. Alvaro Siza, de belangrijkste architect van SAAL was er ook door geinspireerd. Hij begon in Porto met het ontwerp van ‘het proletarische eiland’.

In een land ver weg van Portugal, Nederland, was een jonge politicus ook bezig met huisvesting en bewonersparticipatie. Zijn naam was Adri Duivesteijn. De verpaupering in de Schilderswijk bekeek hij – als Schilderswijker – met lede ogen. Hij wilde er iets aan doen en dat deed hij met een wijkkrant. De Schilderswijker heette die. Vierentwintig jaar lang was hij eraan verbonden. Hij ging met de krant de wijk door om het te verspreiden.

Alvaro Siza

Adri Duivesteijn, aan wie deze tentoonstelling gewijd is, laat een exemplaar van de krant zien van juni 1974. Duivesteijn: ‘In april 1974 was in Portugal de democratie in werking getreden. We volgden dat met veel belangstelling.’ Namens de PvdA werd hij in 1995 lid van de gemeenteraad van Den Haag en in november 1980 wethouder voor ruimtelijke ordening en stadsvernieuwing.

Duivesteijn: ‘Dat was nog niet zo eenvoudig. Je kreeg van je voorganger de lopende zaken overhandigd. In feite werd je medeplichtig aan lopende bouwprocessen die niets te maken hadden met vragen die in oude wijken leefden.’      

Hij laat nog een exemplaar van De Schilderswijker zien, ditmaal uit 1983 met een vette kop op de voorpagina.  De wijk is failliet. Auteur: de broer van Adri, John, die hem was opgevolgd als hoofdredacteur. ‘Gelukkig was er Portugal. Ik had al in 1974 naar Portugal gewild, maar het kwam er niet van. Ik was er in 1976. Ik reisde van Noord naar Zuid. Joop Bolster – mijn adviseur op architectuurterrein – zei me: je moet Alvaro Siza spreken.’

Naar Porto

Duivesteijn ging voor de tweede keer naar Portugal bij de viering van Tien jaar revolutie. Op 25 april 1984 werd hij in Lissabon als PvdA-policus met de nodige eer ontvangen door burgemeester en wethouders. Tijdens het  diner vroeg hij iedere aangeschoven politcus: kennen jullie Alvaro Siza? Niemand kende hem. Op het laatst kreeg hij van iemand die eigenlijk niet bij het gezelschap behoorde de tip. ‘Je moet naar Porto.’  

Duivesteijn naar Porto. Weer wordt hij door het gemeentebestuur met alle eer ontvangen en weer is er een diner. ‘Kent iemand van jullie Alvaro Siza?’ Niemand gaf sjoege. Gelukkig geeft een ambtenaar hem een tip: ‘Je moet naar de Universiteit’. En daar vindt hij hem. Duivesteijn: ‘Ik had toen helemaal niet in de gaten dat hij daar werkte omdat hij het op architectuurgebied niet meer kon rooien.’

Op een zaterdag neemt Siza hem mee naar de nieuwbouw van Porto. Hij laat hem de ene nieuwe wijk na de andere zien, maar niet zijn eigen projecten. Duivesteijn: ‘In al die nieuwe wijken was er niets te beleven, het was alleen maar warm.’ Siza laat dan, overgehaald, toch zijn eigen projecten zien. ‘Dat was een groot contrast, het was vol met kinderen, ouderen, er was een grote levendigheid. Dat kwam omdat Siza architectuur verbond met participatie.’   

De Schilderswijk

Duivesteijn nodigt Siza uit om mee te werken aan de verandering van de Schilderswijk. Siza stemde toe. Eenmaal in de Schilderwijk stond hij erop om de woningen ook van binnen te zien en te spreken met de bewoners. Dat bleken voor het grootste deel buitenlanders te zijn. Hij zag dat in sommige islamitische gezinnen de huiskamer exclusief bestemd was voor het mannelijk deel van het gezin en dat de vrouwen het moesten doen met de slaapkamer. Hij besloot, uitgaand van de bestaande situatie, een plan te ontwerpen om woningen en straten te moderniseren. Dat gebeurde onder andere bij de woongebouwen Punt en Komma aan de Parallelweg / Vaillantlaan en in de nieuwe losstaande woning in het Van der Venneplantsoen.

Duivesteijn: ‘Het paste in het project Stadsvernieuwing als Culturele Activiteit. Architectuur is in vele opzichten een culturele zaak. In de Schilderswijk kun je nu nog een ‘knip’ zien , voor en na Siza. De nieuwe Vaillantlaan staat op naam van Jo Coenen, maar is daarnaast ook van Siza, hij heeft heel erg meegedacht.’

Mensen maken de stad

In 2006 vertrok Duivesteijn naar Almere om daar wethouder Ruimtelijke Ordening en Wonen te worden. Maar de band met Den Haag verbrak hij niet. In Almere ontwikkelde hij het programma ‘Mensen maken de stad’. Duivesteijn: ‘In Almere kwam de grootste zelfbouwwijk van Nederland. Er staat onder andere een notariswoning met twee identiteiten. Van buiten is het conventioneel. Van binnen is er een Marokkaanse helft en een conventionele.‘ Duivesteijn besluit zijn bijdrage met ‘De echte revolutie moet nog komen.’

We gaan naar de tentoonstelling die geopend wordt met de klanken van de Internationale, gevolgd door  een performance van een acteur.  Met geheven vuist citeert hij Che Guevara: “Kwaliteit is respect voor het volk”.

Circa:
Nee

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0