Toon Kelder (Nieuwe Haagse School) in Museum Flehite

De tentoonstelling Toon Kelder – Romantisch modernist in Museum Flehite biedt een breed overzicht van zijn werk. Het is een kennismaking met een eigenzinnig kunstenaar en zijn artistieke ontwikkeling in al zijn facetten.  

Toon Kelder wordt gerekend tot de Nieuwe Haagse School en was lid van Pulchri. De Nieuwe Haagse School is een beweging in de beeldende kunst uit de jaren vijftig en zestig van de 20e eeuw. Zij verzette zich tegen de Cobra-beweging en zocht haar inspiratie in de 17e eeuwse kunst en de ervaringen van de School van Barbizon en de daaruit voortkomende Haagse School.

Haagse kunstenaars

Direct na de Tweede Wereldoorlog kwamen de Haagse kunstenaars met hun eigen vernieuwing in de schilderkunst naast die van de experimentele Cobra-beweging. Als eerste ontstond in 1949 de Posthoorngroep, genoemd naar Bodega De Posthoorn aan het Voorhout. In 1962 werd deze groep opgeheven. Daarnaast was er de groep Verve die zich toelegde op een Haags interpretatie van de vernieuwingen in de Ecole de Paris, met een modern-figuratieve kunst. Deze groep hield op in 1957. Als vervolg op Verve kwam de groep Fugare, met een accent op non-figuratieve kunst. Deze groep bestond tot 1967.

Het Gemeentemuseum Den Haag organiseerde in 1947 een tentoonstelling voor Haagse kunstenaars onder de titel Haagse kunstenaars. Deze expositie werd tot 1959 herhaald, bijna jaarlijks. Het merendeel van de deelnemers behoorden tot Verve, Fugare of de Posthoorngroep. De gemeenschappelijke naam voor de kunstenaars was: de Nieuwe Haagse School.

Wie allemaal?

Tot de Nieuwe Haagse school behoorden leden van de drie groepen: Theo Bitter, Harry Disberg, Jan van Heel, Willem Hussem, Nol Kroes, Joop Kropff, George Lampe, Christiaan de Moor, Theo van der Nahmer, Jaap Nanninga, Wim Sinemus, Gerard Verdijk, Frans de Wit en Aart van den IJssel.

Maar ook anderen die niet tot de drie groepen behoorden, worden gerekend tot de Nieuwe Haagse School. Dat waren: Kees Andrea, Livinus van de Bundt, Paul Citroen, Harm Kamerlingh Onnes, Toon Kelder, Piet Ouborg, Willem Rozendaal, Albert Termote, Jules Vermeire en Toon Wegener. En verder ook Johan van den Berg, Karel Bijenberg, Thaddeus van Eijsden, Jan Goeting, Hens de Jong, Jan Kuiper, Thijs Overmans, Harry Verburg en Karel Wiggers.

Donkere Indische schoonheid

Terug naar Toon Kelder. Hij maakte aanvankelijk landschappen en stadsgezichten, maar koos later ook interieurs en stillevens als onderwerp. En portretten. Hij maakte bijvoorbeeld een portret van Jan Toorop, met wie hij bevriend was. Een ander belangrijk thema was het vrouwelijk naakt. Hiervoor stond zijn echtgenote Alexandrine model.

Alexandrine was een donkere Indische schoonheid die hij in Den Haag ontmoette. Zij werd zijn muze en hij legde haar veelvuldig op het doek vast. Daarnaast had hij een ander model, de blonde, roze Mientje. Aanvankelijk waren de afbeeldingen zeer precies en zorgvuldig, allengs werkte Kelder met meer losse toets, en werd het kleurgebruik diffuser.

Ommezwaai

Na de Tweede Wereldoorlog kwam Kelder tot de overtuiging dat veel in de kunst afleidde waar het werkelijk om ging en dat je moest durven weggooien om echt iets goeds over te houden. Hij nam afstand van zijn figuratieve werk, zijn paradijselijke landschappen en zwoele naakten. Hij beperkte zich tot wat hij zag als de kern van de beeldende kunst: zwart, wit, lijn en vlak.

Hij stapte over op sculpturen van metaaldraad. Uit de draadsculpturen groeide de behoefte aan solide, plastische vormen. Daarmee was de beeldhouwer Toon Kelder geboren. Het schilderen behoorde tot het verleden. Hij verwierf zich een plaats binnen de avant-garde van Nederland, maar degenen die zijn schilderijen waardeerden haakten af. Tot aan zijn dood in 1973 bleef hij desondanks trouw aan zijn nieuwe koers.

Nog te zien tot 12 juni 2016

Type activiteit:

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0