Afscheidsbijeenkomst Dr. Peter Vasterman, de man die de Media Hype op de kaart zette

Afgelopen vrijdag nam Dr. Peter Vasterman afscheid van de Universiteit van Amsterdam. Dat gebeurde in een mooi rond glazen gebouwtje met tussen het glas twee bruine banden. Van boven topte het gebouwtje uit. VoxPop/ Venturelab Humanities heet het. Heel transparant, van buiten kon je er zo inkijken.

In het gebouwtje en aanliggende panden is de masteropleiding Journalistiek van de Universiteit van Amsterdam ondergebracht. Vele jaren had Peter Vasterman hier de studenten de journalistiek bijgebracht en met name de aanpak van de actualiteit.

Mediahype

In 2004 schreef hij daarover het boek ‘Mediahype’. Hij werkte toen nog als docent aan de School voor Journalistiek. Aan de hand van onderzoek naar de berichtgeving over onder meer zinloos geweld, seksueel misbruik en de nasleep van de Bijlmerramp onderzocht hij zichzelf versterkende processen in de nieuwsproductie die konden leiden tot mediahypes.

In de jaren daarna was dit boek standaard geworden. Bij elke stormpje dat opstak in de media werd naar het boek verwezen of werd de auteur om zijn mening gevraagd. Bij zijn afscheid stond het onderwerp uiteraard centraal. Op het witte scherm zagen we een vogelzwerm. In een halve cirkel achter het scherm zaten behalve genodigden masterstudenten Journalistiek. Voor hen was het de afsluiting van de Introductie.

Twitterstorm

Ze hadden een reeks van actuele affaires voorgelegd gekregen, variërend van de aanslag van de vlucht op de MH 17, de dood van Mitch Henriquez tot de hartaanval van Nouri, die ze moesten analyseren naar hype elementen. Was er sprake van een hype, en zo ja, waar begon het, hoe groeide en hoe eindigde het? Ze werden uitgenodigd volop mee te discussiëren met de paneldiscussie ‘Van media hype tot twitter storm’, waar een viertal sprekers voor was uitgenodigd.

Eigenlijk was Peter Vasterman al lang enige maanden aan het genieten van zijn pensioen, maar hij wilde graag passend afscheid nemen. Bovendien was hij gewoon doorgegaan met een nieuw boek waar hij al twee jaar aan had gewerkt. Een bundel met 16 hoofdstukken waaraan 31 auteurs uit 12 landen aan hebben meegedaan. Het komt over twee maanden uit.

Vasterman: “Matthias Kepplinger heeft het voorwoord geschreven. De auteurs komen onder meer uit Noorwegen, Zweden, Duitsland, Singapore, Portugal, Canada en Estland. Ik heb er voor gewaakt dat het Angelsaksische element – zoals zo vaak gebeurt – de overhand kreeg.”

Panel

Het panel bestond uit een wetenschapper, Prof. Dr. Kees Brants (UvA, Universiteit Leiden), een hoofdredacteur/onderzoeksjournalist, Marc Josten (Human), en twee journalisten: Jan Hoedeman (AD voorheen Volkskrant) en Wubby Luyendijk (NRC-H).

Op het scherm stonden een paar discussiestellingen. Kort samengevat: de media richten zich steeds vaker tot de sociale media, hypes worden soms bewust ingestoken om aandacht voor een bepaald onderwerp te trekken, affaires worden op een hyperige manier aangezwengeld en journalisten kunnen belang hebben bij een mediahype.

Fake news

Wat de sociale media betreft vond Marc Josten dat de journalistiek inderdaad meer doet met de sociale media, maar dat het omgekeerde ook geldt. “Twitter volgt de gewone media. Zomergasten is een feest voor twitteraars.”

Jan Hoedeman: “De drempel wordt lager. Na een aanslag zoekt men twitter op om op de hoogte te zijn van de nieuwste ontwikkelingen.” In het geval van Mitch Henriquez plaatste het AD een foto van de familie. “De nieuwswaarde was hoog, op de site gebeurt het nog sneller dat er iets van de social media wordt overgenomen. We proberen het verschil tussen site en krant zo klein mogelijk te laten zijn.”

Bij de NRC zijn er meer reserves. Luyendijk. “Op de site gebeuren regelmatig ongelukken bij het overnemen van dingen van de social media.” Kees Brants was van mening dat mediahypes achterhaald worden door ontwikkelingen in nieuwsmedia. “Er zijn drie soorten hypes: 1) nieuwsgolven 2) overdrijving 3) creëren van een werkelijkheid op basis van een gefingeerd iets, dan spreken we van fake news. Het zou helpen als we voortaan spreken van publiekshypes.”

Oekraïne-referendum

Jo Bardoel, voormalig hoogleraar Journalistiek en Media in Nijmegen en Amsterdam, en in zijn studententijd jaren samenwerkend met Peter Vasterman: “De publiekshype wordt het ‘nieuwe normaal’, het is een nieuw type openbaarheid. Het lijkt overigens heel erg op het ‘mycelium-model’ van Marten Brouwer, van een paddenstoel met ondergronds een enorm wortelstelsel, waar de maatschappelijke communicatie zich afspeelt.”

Soms wordt er inderdaad iets door een paar mensen via de sociale media aangezwengeld. Vasterman: “Het PGB Alarm, #pgbalarm, is door een paar personen gelanceerd.” Op zich is daar niet zo veel tegen, maar er kunnen situaties/onderwerpen zijn dat die paar mensen door anderen aangestuurd worden, aldus Josten. “Twee onderwerpen zijn bijzonder ontvlambaar: het vreemdelingendebat en het integratievraagstuk.”

Josten: “Een mooi voorbeeld is het Oekraïne-referendum. Het groepje dat het lanceerde was op zoek naar een leuke grap voor het grote publiek, het was vlak voor de zomer, het werd bijna een kabinetscrisis.” Kees Brants: “Het is makkelijk geworden om de aansteker bij het olievat te houden.” Hoedeman: “Het heeft een groot onderbuik gehalte.” Bardoel: “Sinds Fortuyn is voor de media de keuze tussen ‘de stad of de straat’ belangrijk geworden. Vroeger konden journalisten het dicht houden.”

Open zenuw

Vroeger was het veel overzichtelijker. Brants: “Het evaluatiemoment valt weg. Je had door de verzuiling maar een paar lijnen, nu heb je vele lijnen.” Hoedeman: “Je had de instituties die als kaders fungeerden. Nu is het onrustiger met de ‘open zenuw’ van twitter. Alles kan belangrijk zijn, je moet schiften.” Luyendijk: “We krijgen soms oekazes van de leiding dat we door moeten gaan op bepaalde onderwerpen van de sociale media. Het publiek krijgt zo meer invloed, dat is goed én slecht. Per artikel wordt van elke journalist bijgehouden hoe vaak op zijn/haar artikel geklikt wordt. Dat speelt door. Maar er wordt ook gemeten hoe lang mensen bij een artikel blijven ‘hangen’. Je krijgt zo wel ‘kluitjesvoetbal’.”

Iemand uit het publiek (Theo): “Je hebt de emotie en het verstand, Spinoza had het daar al over. Uit de neurologie weten we dat de mens eerst reageert met zijn emotie en dan pas met zijn verstand. Is er onderzoek gedaan naar de hersenen van journalisten? Gebruiken zij meer hun verstand? Kees Brants: “Rationaliteit en emotie worden te sterk gescheiden. Veel stemgedrag is rationeel plus emotie.” Theo: “Twitter is een emotiemedium. Ik vind het vrij ‘dun’ als journalisten hiermee aan de slag gaan.”

Opdracht uitvoeren

Peter Vasterman dankt de panelleden en het publiek, en met name de studenten, voor hun bijdrage. In ieder geval kan geconstateerd worden dat journalisten vaker een opdracht (moeten) uitvoeren van zaken die op sociale media spelen, zo sluit hij af. Applaus is zijn deel. 

Daarmee vertrekt – na Jo Bardoel - het tweede lid van het voormalige roemruchte RPCDT uit het werkzame leven en ik vernam in de wandelgangen dat binnen enkele weken ook het derde lid (Louis Heinsman) de pijp aan Maarten geeft.  

 

Reageren