Amsterdamse Grachtengordel

De Amsterdamse Grachtengordel is het geheel van grachten, straten, panden en bruggen rondom de Herengracht, Keizersgracht en Prinsengracht. De grachtengordel staat symbool voor de Gouden Eeuw. De panden getuigen van de rijkdom en welvaart van de kooplieden en regenten die hier hun woning lieten bouwen. Sinds 2010 staat het op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.

Het inwonertal van de stad Amsterdam groeide in de zestiende eeuw fors. De handel bloeide als nooit tevoren en trok handelaren uit heel Europa aan. Verdreven migranten uit omringende landen, zoals joden en hugenoten, zochten ook een onderkomen in het relatief tolerante, maar vooral pragmatische, Amsterdam. Het steeds maar groter wordende aantal inwoners had gevolgen voor de orde en hygiëne in de stad. Omstreeks 1600 maakte het stadsbestuur plannen om de stad uit te breiden langs de bestaande verdedigingswal rond het Singel.

Stadsuitbreiding

In 1612 begon Amsterdam met het eerste deel van de stadsuitbreiding. In de voorafgaande jaren had de Republiek een geldverslindende opstand meegemaakt tegen de Spanjaarden. In 1612 was er een twaalf jarig bestand afgekondigd waardoor de mogelijkheid bestond om het geld ergens anders aan uit te geven. Tussen de Brouwersgracht en de Leidsegracht werden toen de Herengracht, Keizersgracht en Prinsengracht uitgegraven. Hier lieten de stadsontwerpers de nieuwe verdedigingswal met een duidelijke knik aansluiten op de bestaande omwalling. Deze eerste fase is op oude stadsplattegronden nog goed zichtbaar. De knik is ook in het huidige stratenpatroon nog te ontdekken.

Pas na de Vrede van Munster (1648), waarmee een definitief einde kwam aan de Opstand tegen de Spanjaarden, was er opnieuw geld om te investeren in de stadsuitbreiding. Vanaf ongeveer 1660 werden de nieuw aangelegde grachten doorgetrokken tot aan de Amstel. Nog weer een generatie later groeven de Amsterdammers als verlengstuk de Nieuwe Herengracht, Nieuwe Keizersgracht en Nieuwe Prinsengracht tot aan de Oostelijke Eilanden. Daarmee kreeg de plattegrond van de stad Amsterdam zijn kenmerkende patroon van een halve cirkel.

Naamgeving

De eerst gegraven gracht - de Herengracht - is vernoemd naar de initiatiefnemers van de stadsuitbreiding, de Heren Regeerders van de stad Amsterdam. De Keizersgracht is vernoemd naar Maximiliaan van Oostenrijk, die in de 15de eeuw keizer van het Heilige Roomse Rijk was en daardoor heerser over de Nederlanden. In 1489 schonk hij de stad Amsterdam het privilege om de keizerskroon in het wapen te voeren. De Prinsengracht dankt zijn naam aan de Prins van Oranje, die ten tijde van de aanleg van deze gracht bestuurder van de Nederlanden was.

Vernieuwend concept

Aan de stadsuitbreiding lag een planologisch concept ten grondslag. Door de overbevolking in de bestaande binnenstad was Amsterdam smerig. Burgemeester F.H. Oetgens en stadstimmerman Hendrik J. Staets bedachten een scheiding van functies om er zo voor te zorgen dat de Grachtengordel wel een paradijs was om te wonen. De nieuw aangelegde grachten waren bestemd voor dure woningen van rijke stedelingen. Aan de achterste gracht - de Prinsengracht - mochten ook pakhuizen staan, zij waren immers niet vervuilend. De vervuilende industrie en nijverheid moesten buiten de grachten blijven en kwamen deels terecht in de buurt achter de grachtengordel: de arbeiderswijk de Jordaan.

De kavels aan de grachten hadden allemaal dezelfde lengte en breedte. Omdat het ook mogelijk was om een woning op een dubbele kavel te bouwen, zijn sommige panden twee keer zo breed als het huis er naast. De woningen kenden een besloten binnentuin, de zogenoemde keurblokken, waarop niet gebouwd mocht worden. De Grachtengordel was namelijk ontworpen met een strakke verhouding tussen bebouwing en groen.

Veel woningen - onder andere in de prestigieuze Gouden Bocht van de Herengracht - zijn ontworpen door de Amsterdamse architecten Philips Vingboons of Adriaan Dortsman. Deze panden zijn gebouwd in de strakke en ingetogen stijl van het (Hollands) classicisme met zuilen als bekend element. De panden die Vingboons ontwierp aan de grachten hebben bijna allemaal een halsgevel, iets dat nieuw en erg populair was in die tijd.

Bewoners

De eerste bewoners van de Grachtengordel waren (stads)regenten zoals leden van de familie De Graeff, Trip en Munter en kooplieden die rijk waren geworden in onder andere de handel in suiker en slaven. Zo bezaten directeuren van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en de West-Indische Compagnie (WIC) panden aan de Herengracht en Keizersgracht. Ook bankiersfamilies zoals Pels, Willink, Van Loon, Hope en Van Eeghen konden zich een mooi pand aan de gracht permitteren. Daarnaast zijn de grachtenpanden door tal van prominente mensen bewoond, waaronder de Amerikaanse gezant John Adams - die later de tweede president van de VS zou worden. Tegenwoordig zijn ook bekende organisaties hier gevestigd zoals het Advocatenkantoor van Bram Moszkowitcz, het Achterhuis van Anne Frank en het debatcentrum Felix Meritis.

Tags

Reageren