Beter dan de Natuur - Romeinen en hun rivieren

Riviergoden: wanneer je in een van de grote musea, paleizen of op pleinen van Europa bent geweest, heb je er vast wel een gezien. Liggende mannen met woeste baarden en met een scheepsroeder of horen-des-overvloeds in hun handen. Ze stellen belangrijke rivieren voor, in menselijke vorm. Hoewel ze tijdens de barok weer even in de mode waren, komen dit soort afbeeldingen oorspronkelijk uit de Oudheid. De inwoners - en bovenal de keizers - van het Romeinse Rijk waren er dol op.

Rome stond al sinds haar vroegste geschiedenis in contact met de Griekse cultuur, de "geboorteplaats" van riviergoden. Toch verschenen pas in de late eerste eeuw voor Christus de eerste afbeeldingen van de Tiber-god. Keizer Augustus liet Tiberinus afbeelden op zijn tempel aan Mars Ultor en zijn directe opvolgers lieten zichzelf graag afbeelden met de Nijl op Alexandrijnse munten. Daarbuiten blijft het erg stil rondom deze waterige kunstwerken.

Dat veranderde tijdens de Flavische dynastie. Na de zelfmoord van keizer Nero in 68 na Christus eindigde de bloedlijn van Augusts en volgde een burgeroorlog. Generaal Vespasianus won de machtsstrijd en nam met zijn twee zonen Titus en Domitianus zijn intrek in het paleis op de Palantijn. Riviergoden verschenen nu ook in Rome op muntgeld en de eerste grootschalige kunstwerken volgden snel. Van de Nijl, de Tiber en de Rijn. Misschien wel de bekendste is Marforio, die nu op een van de binnenplaatsen van de Capitolijnse musea staat.

Ook toen de laatste Flavische keizer in 96 na Christus op gewelddadige wijze zijn einde vond, bleven riviergoden populair. Gedurende de tweede eeuw na Christus, zo'n beetje het hoogtepunt van het keizerrijk, verschenen er massaal munten, mozaïken en beelden met daarop riviergoden. Op bevel van de keizer, maar ook in particuliere woningen en badhuizen door het hele Rijk. Een opmerkelijke trend, die vooralsnog geen verklaring heeft gevonden in de wetenschappelijke literatuur. Waarom die Romeinse interesse in rivieren?

Heilige vloed

Religie zou voor de hand liggen: rivieren kwamen immers vaak voor in mythologische verhalen als goden, vaders van nimfen en woeste natuurkrachten. Tiberinus, de god van de Tiber, speelde een belangrijke rol in de mythes rondom Aeneas, de Trojaanse held die naar Italië reisde, en die van Romulus en Remus, de stichters van Rome. Van dagelijkse aanbidding was er echter weinig sprake. Er zou misschien een tempel voor Tiberinus in de havenplaats Ostia hebben gestaan, maar zeker weten we het niet. In Rome is in ieder geval nog geen tempel, kapel of aanbiddingsplaats gevonden. Al met al geen populaire god.

Overstromingen werden wel met het bovennatuurlijke in verband gebracht. De Tiber overstroomde geregeld en wanneer er sprake was van een bijzonder erge vloed werd dit bijna altijd gezien als een slecht voorteken van goddelijke origine. Toen een overstroming in 15 na Christus voor grote problemen zorgde, was keizer Tiberius er dan ook snel klaar mee: gewoon teveel water, andere verklaringen werden meteen in de kiem gesmoord.

Kennis is macht

De mysterieuze rivieren konden ook in het voordeel van Romeinse keizers werken. Kennis over hun stroomgebied, hun bronnen en hun karakter was een teken van macht en prestige. Zo liet de rechterhand van keizer Augustus, Marcus Vipsanius Agrippa, een groot monument bouwen in Rome met daarin een door hem zelf samengestelde wereldkaart, de Porticus Vipsaniana. De enorme omvang van het Rijk, en in het verlengde daarvan de grootsheid van Augustus, werden daarmee op visueel overdonderende wijze zichtbaar.

Voor antieke schrijvers als Plinius de Oudere of Strabo waren rivieren een belangrijke schakel in deze relatie tussen keizers, machtsvertoon en geografische kennis. Ze schreven meermaals over prinsen, koningen en helden die de achter de bronnen van grote rivieren aangingen, of in ieder geval een poging waagden. De bronnen van de Nijl waren de hoofdprijs: nog geen enkele koning was het gelukt om die te ontdekken. In het epos Pharsalia van de dichter Lucanus, roept de machtszieke Julius Caesar zelfs dat hij alles op wil geven, als hij mij maar éénmaal de bronnen van de Nijl zou mogen zien.

Bruggenbouwers

Keizers beriepen zich naast passieve kennis ook op actieve inmening in de geografie. Bruggen, kanalen en aquaducten: het waren de werktuigen van beschaving; grootse publieke werken waar een enorme hoeveelheid mankracht en geld bij kwam kijken. Dergelijke bouwwerken hadden een grote visuele impact, zeker in de vele dunbevolkte gebieden van het Rijk. Geen wonder dus dat keizers er maar wat graag hun naam mee in verband brachten, door middel van inscripties, standbeelden en lofzangen.

Statius, een dichter die actief was onder de Flavische keizer Domitianus, maakte het wel heel concreet in een lofzang op de nieuwe weg van Rome naar Napels, de Silvae 4.3. De nieuwe weg brengt beschaving en orde in de chaotische natuur, en met die reden wordt de keizer dan ook onthaald als grote beschaver. Statius beschrijft Domitianus zelfs als Natura melior potentiorque, beter en machtiger dan de natuur zelve. Waar de weg naar Napels in de buurt van de rivier de Volturnus komt, laat Statius de riviergod boven water duiken en de keizer uitgebreid bedanken voor zijn nieuwe status als geciviliseerde en bedwongen rivier met een mooie nieuwe brug.

Het goede leven

Zo komen we terug bij de riviergoden. Ze drukken namelijk een bepaalde visie op beschaving uit, de Romeinse 'triomf over de natuur'. Riviergoden werden afgebeeld met de horen-des-overvloeds, scheepsroeder en andere tekenen van vruchtbaarheid en handel. Gekoppeld met het grote prestige van geografische kennis en de relatie van riviergoden met klassieke mythologie, waren deze wezens uiterst bruikbare symbolen om de glorie en triomf van Romeinse beschaving uit te drukken over andere volkeren en de natuur zelve. Voor keizers zonder bloedbanden met Augustus, de stichter van het keizerrijk, vormden rivieren en riviergoden daarnaast een nieuwe manier om hun macht te legitimeren: als heersers die de natuur naar hun handen konden zetten en beschaving brachten tot in de uithoeken van het Rijk.

Tags

Reageren