Eduard de Kam vertelt

Op de 181e Fotografenavond in Café Kalkhoven was Eduard de Kam te gast. In 2000 heeft hij het NIDF, het Nederlands Instituut Digitale Fotografie, opgericht. Voor de  Zilveren Camera en Word Press Photo –competitie controleert hij tegenwoordig foto’s op digitale manipulatie, waarover hij  aan de tand werd gevoeld door Aloys Ginjaar.

In zijn jonge jaren studeerde Eduard de Kam twee studies tegelijk: scheikunde en filosofie. Maar toen hij ‘sjeesde’ koos hij het pad van de fotografie. Dat was eind jaren ’70, begin jaren ’80. In de jaren ’90 begon de digitale fotografie op te komen. Eduard schreef onder meer stukjes en verhalen voor het blad PF van Jan van der Schans. “Ik vond dat er in dat blad niet goed over digitale fotografie werd geschreven. Toen zei Jan: ‘Dan doe je het toch mooi zelf.’”

Overgang naar digitaal

De digitale camera was beschikbaar gekomen halverwege de jaren negentig. In de daaropvolgende jaren, met name 1999, begon iedereen naar digitaal om te schakelen. Eduard: “Nikon en Cannon liepen voorop. In 2000 richtte ik de stichting NIDF op, het Nederlands Instituut Digitale Fotografie, met de bedoeling professionele fotografen te helpen bij omschakelen van analoog naar digitaal.

Aloys: Op welke problemen stuitte je daarbij? ”Alles was een probleem. Op heel veel punten ging het mis. Tot op dat moment waren dia’s het neusje van de zalm. Op een dia werd alles prachtig vastgelegd. Op de eerste resultaten van digitale fotografie zag je schaduwen, hooglichten verdwijnen. In de krant zag je alleen maar overbelichte foto’s.   De mensen gingen scannen, bewerken en het resultaat was niet echt top. Dat duurde een hele poos. Maar ondertussen gingen de technische ontwikkelingen door en de camera’s werden beter en goedkoper.” 

 “Maar in de periode 2000 – 2007/08 is er veel gebeurd dat echt niet door de beugel kon Er werd toen een standaard bedacht waar een digitale foto aan moest voldoen. Die standaard bestond uit een set regels die ervoor moesten zorgen dat de communicatie over de foto goed verliep. Dat werd beschreven in een norm, de NIDF-norm die een aantal ISO-normen samenvatte."

Vijf hertjes

Aloys: Laatst stond een foto van Rutte met onder andere Merkel, na een EU-top, in de krant, waarbij Rutte er wel heel vreemd opstond. Ik sprak iemand die veronderstelde dat er iets met die foto gebeurd zou zijn. Eduard: “Dat zou ik niet meteen willen bevestigen. Ik weet wel dat er een afspraak is met het Koninklijk Huis en politici dat je hen niet fotografeert als ze aan het praten of het eten zijn.” 

Aloys: En dan was er in 2009 de foto van Jean-Pierre Jans met de vijf hertjes in de Volkskrant. Een paar hertjes waren identiek. Eduard: “Er was over geklaagd, overigens door maar drie lezers. De Volkskrant heeft een intern protocol om een onafhankelijke deskundige in te schakelen als er op fotogebied iets mis is. Zo kwamen ze bij mij terecht, ook met een paar andere foto’s. Op vijf foto’s – waaronder de hertjesfoto -  was iets mis. De fotograaf had twee herten op twee verschillende momenten gefotografeerd en was toen in elkaar gaan schuiven.” Aloys: Zag je het meteen? “Ik moest goed kijken, het duurde even. Het waren damherten, dus ik heb goed op de stippen op hun vacht gelet.”

World Press Photo

 Aloys: Je hebt in 2009 gezegd dat het manipuleren in de fotografie verboden zou moeten worden. “Vroeger werd er niks gemanipuleerd. Alles ging via de doka. Eind jaren tachtig had je de dia.  De kwaliteit daarvan was zo goed dat er nets aan veranderd hoefde te worden. Daar kon de fotograaf niets aan aanpassen. Tegenwoordig is er de omgekeerde neiging: iedereen wil altijd iets aan zijn foto doen.  Door de vooruitgang van de techniek kun je bijstellen. Maar je ziet nu heel veel donkere luchten, heel lelijk. En zonsondergangen bij volle maan.”

Aloys: laten we het over de World Press Photo hebben. Hoe wordt daar tegen manipulatie aangekeken? “WPP vraagt van fotografen het RAW-bestand op als men twijfels heeft. Manipuleren gebeurt met name bij kunstfotografie. Men wil bijzondere beelden maken. Maar met het ‘klooien’ verlies je wel de bijzonderheden van het origineel. Veel foto’s worden daardoor dodelijk saai. Dan kun je beter echt gaan schilderen. In een echte foto zit altijd iets wat ‘niet klopt’. Een foto is een objectieve registratie, maar wat je er als fotograaf van maakt is jouw subjectieve inbreng. Die zou moeten kloppen met de werkelijkheid. Overigens zijn kleine ingrepen wel toegestaan zoals bijvoorbeeld het wegsnijden van een lantaarnpaal aan de rand van het beeld.” 

MH-17

Aloys: hoe zit het met ‘croppen’, het slopen van een deel van de pixels uit de oorspronkelijke foto?  De New York Times doet het geregeld. Eduard: “De regels op dit punt liggen grotendeels vast, maar er is een grensgebied. Waar het meestal op neerkomt is: hoe donker mag je iets maken? Er is de neiging om iets wat je niet bevalt te zwart af te drukken, zodat het niet meer zichtbaar is. De meeste uitvallers bij WPP vallen onder deze categorie.”

Aloys: je bent benaderd door de organisatie van de Zilveren Camera om naar hun foto’s te kijken. “Dat klopt, maar het kost 20, 30 minuten om een foto goed te analyseren.”  Aloys: en ook ben je benaderd met betrekking tot foto’s van de MH-17 ramp. “Ik werd gebeld door RTL. Ze waren al bij het NIDF,  NFI langs geweest, maar ze wilden extra commentaar. Ik heb de foto’s bekeken en ik weet niet of het om echte foto’s ging. Het waren Nikon-bestanden en de software crashte op mijn computer. Er is iets mee aan de hand, vond ik en dat zei ik ook tegen RTL. Ik heb de foto’s naar Nikon in Japan gestuurd. Die concludeerden dat er iets met de foto’s gebeurd was, maar het was niet precies te zeggen wat. Het vermoeden is dat het iets met de GPS is.”

 “Overigens, de ‘harde nieuws’ fotografen doen zelden of nooit aan beeldmanipulatie. Daar is de tijd niet voor.”

Voorkeur voor zwart-wit

Aloys: keren we terug naar WPP. Hoe gaat de controle op digitale manipulatie in zijn werk? “De jury kijkt naar het impact van het beeld. Er komen 100.000 foto’s binnen, daarvan blijven er 1500 in de eindronden over. Deze worden gecheckt. De RAW-bestanden worden opgevraagd.  Je moet dit alles wel controleren. Sommige fotografen fotograferen op film. Dan vragen we de filmcontactafdrukken. Het kost drie / vier dagen. Ik doe het samen met een fotoredacteur van de NRC. Een aantal fotografen blijkt dan door de mand te vallen.”

“Er komt heel veel zwart-wit bij WPP binnen, maar een groot deel is oorspronkelijk in kleur. Dat is speciaal voor WPP zwart-wit gemaakt. Hierbij vliegen bij nogal wat foto’s zowel het wit als het zwart uit de bocht. Mensen denken dat zwart-wit artistieker is, en dat de jury van WPP dit ook denkt. Er is een discussie bij WPP over het aanscherpen van de voorwaarden voor zwart-wit fotografie. Zo zou zwart-wit alleen mogen als het ook oorspronkelijk zwart-wit gedistribueerd is.”

Nieuwe software  

Aloys: En de jury van de Zilveren Camera. Wordt die ook streng? “Er is een duidelijk verschil tussen WPP en de Zilveren Camera. De WPP is een bedrijf, de Zilveren Camera bestaat uit vrijwilligers. Maar er wordt ook goed gecheckt.” En hoe staat het met de geënsceneerde foto’s? “Daar wordt al eerder in de selectie naar gekeken. Portretfoto’s mogen wel geposeerd zijn. Het is een feit dat portretten van veel bekende Nederlanders geretoucheerd zijn. Het is de spanning tussen de wedstrijd en de markt. Soms valt het goed uit voor de fotograaf, soms niet. Bij Cannon en Nikon is er al software ontwikkeld waardoor er niets meer aan het beeld gedaan kan worden, als eenmaal de foto genomen is. Ook voor foto’s die op de telefoon gemaakt worden, wordt deze software ontwikkeld. ”

Foto: Michiel Wijnbergh

Tags

Reageren