Gerard Til en Michiel Wijnbergh vertellen

Op de 183e editie van de Fotografenavond in Café Kalkhoven waren Gerard Til en Michiel Wijnbergh te gast. Ze doen aan straatfotografie en begonnen in september 2013 met DutchStreetPhoto.

Gerard en Michiel hebben flink wat voorbeelden van hun werk meegenomen op groot formaat. Daarnaast hebben ze een stapel brochures ‘DutchStreetPhoto Nr. 2’ op tafel gelegd. Voor een goed zicht op de foto’s hebben ze drie wijnflessen voorzien van ledlampjes. Hoe begon het allemaal?

Hollandse Hoogte

Gerard: “We kenden elkaar van Hollandse Hoogte, we kwamen elkaar tegen op congressen en evenementen.” Michiel: “We hebben allebei het milieu hoog in het vaandel staan, vandaar dat we gingen carpoolen. Ik kwam toen nog uit Driebergen, Gerard uit Utrecht. In de auto leer je elkaar op een andere manier kennen. Toen Louis Zaal van Hollandse Hoogte ziek werd, hebben we een fotoboek voor hem gemaakt. 250 HH-fotografen leverden een foto in, wij hebben dat zo geëdit dat er een lekkere flow ontstond. We zijn dagenlang intensief bezig geweest. Toen is het idee om samen te gaan  werken ontstaan.”

Aloys: Pasten jullie bij elkaar? Michiel: “We hebben een gemeenschappelijke held: Ed van der Elsken.” Gerard: Dat was hij voor mij al voordat ik twintig werd. Ik woonde in Groningen. Ik zag hem met zijn foto’s op de tv en in de openbare bibliotheek. Van zijn boek ‘Sweet Life’ , over zijn wereldreis, was ik zó onder de indruk. Ik heb spijt dat ik dat boek nooit heb gekocht. Al jong wilde ik fotojournalist worden. Ik ging  op straat zwerven en maakte er foto’s die ik probeerde te slijten aan het Nieuwsblad van het Noorden. Op gegeven moment werd er inderdaad een foto geplaatst. Toen begon het balletje te rollen.” Michiel: “Mijn bovenbuurman had de boeken Parijs en Amsterdam van Van der Elsken. Ik was 18. Van der Elskens fotografie  was het soort fotografie dat ik ook wel wilde doen.”

Het theater

 Aloys: Waren er nog andere straatfotografen die een voorbeeld waren? Gerard: “Daarnaast had ik waardering voor Cartier Bresson, vooral vanwege zijn composities en het mathematische. Ik houd  van humor in foto’s, foto’s met een ‘twist’. Ik bewonder ook Alex Webb, vooral de manier waarop hij het beeld helemaal weet te vullen.” Aloys: Jullie zijn in september 2013 met DutchStreetPhoto begonnen. Hoe is dat ontstaan? Michiel: “In die tijd ging het minder met de economie en we hadden daardoor meer tijd. We vonden het beiden leuk op straat. Gerard liet zijn werk al zien op  UtrechtinBeeld, ik deed dat op een weblog. We zijn toen een Facebookpagina begonnen. We zien wel waar het op uitloopt, zeiden we en plaatsten elke dag een foto. ” Gerard: “Binnen een half jaar konden we een vaste expositieplek krijgen in het mooiste Grand Café van Utrecht, de Winkel van Sinkel op de Oudegracht. Die werd feestelijk door de burgemeester geopend.”

Aloys: Was er een rolverdeling tussen jullie? Michiel: “Gerard is veel in Utrecht, ik veel in Amsterdam, bijvoorkeur in het centrum. Het is prettig als het druk is. Er gebeurt dan veel. In rustige buurten kun je lang wachten voor er iets gebeurt.” Gerard: “Aanvankelijk wilde ik overal in Utrecht rondlopen, maar al snel kreeg ik de voorkeur voor specifieke gebieden. Ik woon tien minuten van de Dom. Ik vind het leuk om in dat gebied te werken en het goed te leren kennen. Ik ontdekte elke keer nieuwe dingen. De huizen, de straat, het licht, de mensen die je vaker tegenkomt. Je wordt onderdeel van ‘het theater’.”

Humor

Kun je ‘van de straat’ leven? Beiden: “Nee.” Gerard: “Er is ‘bijvangst’. Veel foto’s gaan naar het archief van Hollandse Hoogte. Er wordt wel iets van verkocht.”  Michiel: Bij mij gebeurt dat regelmatig, er is behoorlijke verkoop van straatfoto’s bij Hollandse Hoogte. Maar je loopt niet uitsluitend voor DutchStreetPhoto over straat. Laatst was er iets over al die wafelwinkels in het centrum van de stad. Als ik daar dan langs loop, pak ik zo’n winkel natuurlijk even mee. Die foto’s hebben inmiddels heel wat opgeleverd.” Gerard: “Soms is het heel simpel. Een ambulance komt voorbij met mooi zwaailicht. Dat leg je vast.” Aloys: Het toeval speelt een rol in jullie werk? Michiel: “In zoverre dat je nooit weet wat je tegen gaat komen. We gaan nooit met een vooropgezet plan de straat op.”

Aloys: In 1976 wilde ik een foto van maken van een sexwinkel naast bioscoop Tuschinski. Ik wachtte bij de uitbundige etalage tot er iemand kwam die er mee zou contrasteren. Op gegeven moment komt er een dame, douairière type met paraplu. Die kijkt onthutst naar die etalage. Het leverde een mooie foto op. Het is ook op een ansichtkaart van Art Unlimited gekomen. Wachten jullie ook in dit soort situaties op het geschikte moment? Beide heren bevestigen dit. Dat gebeurt wel eens. Ze hebben een doos met groot formaat foto’s als illustratiemateriaal meegenomen. Een foto van de Massimo Dutto etalage komt voorbij, met links een man op een trap, rechts een man naast een trap en een dame met rugzakje die op straat voor de etalage loopt. Michiel: “Je gaat wachten en het wordt ingevuld. Humor is belangrijk.” We zien een foto van Gerard. Een straatartiest heeft een tekening gemaakt op de stoep. Je ziet een soort winkelkarretje en links en rechts een duif. Gerard: “Er zat een man naast en die is er uiteindelijk bij gaan liggen. Ik maakte 20 tot 30 foto’s. Later zag pas de meest treffende foto: de foto met de twee duiven, die leverde ‘spanning’ op.”

Jongedames met krulspelden

De foto van het kindje op Museumplein Amsterdam komt voorbij. Michiel: “Een jongen zat bellen te blazen, kinderen kwamen erop af. Je kunt wachten tot er iets gebeurt. Ondertussen maakte ik foto’s. Honderden. Mitrailleurshots als het ware. Van kinderen en bellenblazen. Op gegeven moment komt een meisje links het beeld binnenlopen. Ze was buitengewoon fotogeniek. En klik.” De foto van de lezende vrouw en de rolschaatser zwevend in de lucht van Gerard komt ook voorbij. “Ik zat er dicht op. Ik zat te wachten tot er iets gebeurde. Op zeker moment ervoer de vrouw mijn aanwezigheid niet meer, ze ging helemaal op in haar lezen. Toen verscheen de rolschaatser. Dat was hét moment.” Hebben jullie dingen die je niet vastlegt? Gerard: “Zwervers doen we niet en psychiatrische patiënten. Aloys: Ed van der Elsken begon vaak een gesprek met de mensen die hij ging fotograferen, dat doen jullie niet? Michiel: “Soms wel. De twee jongedames met krulspelden heb ik wel geënsceneerd. De dames waren zo grappig. Zo vonden het ook leuk. Een andere keer zat ik in de tram. Het ging regenen. Toeristen zag ik voorzorgsmaatregelen nemen.  Een dame pakte haar papieren boodschappentasje. Ze wilde haar haar beschermen en zette het, nog in de tram, op haar hoofd. ‘Jij bent van mij’, dacht ik en ben pontificaal voor haar gaan staan.”

Ego inleveren

Gerard: “Foto’s  met meer lagen appelleren aan de verbeelding.” We zien de foto van de reiger – groot - tussen de mensen. “Het was in Volendam. De reiger viel me op. Het was wachten en op het juiste moment afdrukken.” En het meisje in het roze jasje in het beeld van de Dom, die weerspiegelt in het regenwater. “We waren niet van plan te fotograferen, we hadden net een bespreking achter de rug. En toen gebeurde dit. Dat laat je dan niet voorbij gaan.”
Aloys: Is het een voordeel dat je tegenwoordig op je camera kunt kijken hoe de foto geworden is? Dat blijkt niet direct het geval te zijn. Michiel: “Voordat we foto’s op onze Facebooksite plaatsen, laten we ze aan elkaar zien. Soms denk je: ik heb een te gekke foto gemaakt. Maar als je een dag wacht, denk je soms wel mwah. Een foto werkt niet zoals je denkt als je er nog vol van bent. Als we het beiden eens zijn over een foto, dan plaatsen we hem.”
Gerard: “We hebben afgesproken, we beginnen het project, maar er is wel ruimte om kritiek te leveren. Het doel is dat we elkaar een beetje omhoog trekken. Een tijdje geleden hebben we aantal beelden niet meer zichtbaar gemaakt. Ze waren gedateerd. Michiel: “Eigenlijk zouden meer fotografen dit moeten doen, foto’s bespreken.” Gerard: “Je moet wel een beetje ego inleveren.”

Sensitiviteit

Aloys: maak je wel eens gekke dingen mee? In 2005 maakten wij een tentoonstelling met de fotografen van de Fotografenavond. Jaap Bijsterbosch was met het idee gekomen om allemaal op dezelfde dag in Amsterdam te gaan fotograferen. Ik ging met mijn camera de stad in. Ik zat in een flow. Aan het eind van de middag zag ik een uitgebrand busje met drie moslims erbij. In de flow waarin ik zat, maakte ik er een foto van. Toen hoorde ik ineens: ‘Hallo’. Die drie mannen kwamen op me af. ‘Waarom doet u dat? U moet toestemming vragen. Staan we er herkenbaar op’? Gelukkig liep het allemaal goed af. Hebben jullie ook zoiets meegemaakt? Gerard: “In Den Haag werd iemand agressief. Hij wilde niet op de foto. Als ik mensen wat ongemakkelijk zie reageren als ze gemerkt hebben dat ik een foto heb gemaakt, dan loop ik naar ze toe en begin een praatje. Ik geef ze mijn kaartje. Ik stuur ze de foto als ze dat leuk vinden.” Michiel: “Het is je air. Als je vriendelijk rondloopt werkt het heel anders.” Gerard: “Er zijn tegenwoordig veel straatfotografen. Sommigen laten met hun lichaamstaal zien dat ze niet op willen vallen. Daardoor val je juist in negatieve zin op. Loop je gewoon op straat en kijk je rustig om je heen, zoals ook veel andere mensen doen dan val je veel minder op.”
Aloys: Je hebt in New York de straatfotograaf Joel Meyerowitz. Die loopt zeer bewust rond. Hij randt de mensen bijna aan. Gerard: “Het is een mentale kwestie. Als je niet lekker in je vel zit, maak je geen goede foto’s. Het vereist sensitiviteit.” Michel: “Er zijn trucjes om minder aandacht op je te vestigen. Niet minuten lang scherpstellen bijvoorbeeld. Je moet soms razendsnel reageren.”

Diana laat je verleiden

De foto van de man met de twee honden komt voorbij. Links is ook een vrouw met een hond. Gerard: “Ik heb twintig minuten achter de man met die twee honden aangelopen. Je kunt bijna voorspellen dat er iets gaat gebeuren. Er verschijnt een andere hond op het toneel. Iedereen begint dan te reageren. Dan heb je een foto.” Dan zien we de foto van het reclamebord Sale 50% met een vader en kind. Gerard: “Het kind wordt bijna gewurgd, zo lijkt het. En dan de combinatie met dat bord van 50%. Dat vind ik humor.” Michiel: “Daar is verder niet over nagedacht. Het is zien en Paf.” Aloys: dat rode hartje is ook leuk.
Gerard: “We houden allebei ook van foto’s met een verhaal.” We zien de foto met de rode dubbeldekker met de tekst Diana laat je verleiden, met een gele personenauto en diverse personen. En vervolgens een zwart/wit foto van een man die een langs een muur loopt met zijn reusachtige schaduw op de muur. Gerard: “Die schaduw lijkt een soort monster dat ‘m aanvalt.” Michiel: “Veel straatfotografie maken we ook wel in zwart/wit. Kleur geeft veel afleiding. We zien het ook op onze Facebooksite dat zwart/wit vaak meer gewaardeerd wordt.” Er blijken gemiddeld 500 tot 1300 views per foto te zijn. Michiel: “Bij zwart/wit foto’s weet je van te voren dat je hoog gaat scoren. Mensen kijken heel kort. Sommige kleurenfoto’s zijn veel ingewikkelder en die moeten wat langer bekeken worden.”

Onhoorbare fotografie

Gerard en Michiel hebben altijd een camera bij zich. Gerard altijd heeft ook smartphonecamera bij zich. “Ik kijk hoever je ermee komt. Alle camera’s hebben voor- en nadelen. De perfecte camera is er niet.” We zien de foto van het meisje in de regen met in het water op straat de Domtoren weerspiegeld. “Die is gemaakt met een kleine Sony camera. Die foto heb ik verkocht op een formaat van een meter lang aan de ouders van dat meisje. Een foto moet emoties oproepen. Het is niet erg dat-ie niet zo scherp is.” Michiel: “In principe doen we altijd mensen, maar we proberen ook wel eens wat anders. We zagen een foto Matt Stuart, die beroemde met dat plastic tasje in de lucht. Die foto inspireerde mij. Daarom heb ik laatst een foto van een zwevend rood bekertje gemaakt.”
Een vraag uit het publiek: Is Leica ideaal voor straatfotografie? Michiel: dat weet ik niet. In de tijd van Cartier-Bresson misschien wel. Maar het gaat om het beeld.” Gerard: “Veertig jaar geleden heb ik drie maanden een Leica gehad. Nooit meer! Ik kon er niet mee scherpstellen. Daarbij zijn die camera’s extreem duur.”  Michiel: “Wij hebben een Fuji XT 1. Daar kun je de hele dag mee rondhangen zonder moe te worden van het gewicht. De camera is verre van perfect, maar kan ook geheel geruisloos werken. En je ziet er niet als prof uit, dat is ook heel prettig.”

‘Vrolijke’ foto’s

Aloys: Als je terugkijkt op de afgelopen jaren, wat valt dan op? Michiel: “We worden steeds beter.” Gerard: “Ik hoopte dat het leuk ging worden, en ik vind het nog steeds leuk. Ik heb er veel van geleerd, dat vind ik belangrijk. Ook dat Michiel mij kan inspireren en vice versa. Je deed vroeger alles in je eentje. Je wordt dan gauw een ‘loner’. Nu kun je elkaar op een hoger plan trekken én andere mensen laten genieten.” Michiel: “Ik kan het iedereen aanraden om samen te gaan werken en foto’s met elkaar te bespreken.”
Het zijn blije, vrolijke foto’s, klinkt het uit het publiek. Aloys: Wat doen jullie als je je niet vrolijk voelt? Gerard: “Dan dwing ik mezelf soms om wel de straat op te gaan. Dan voel ik de ongemakkelijke stemming van me afglijden. Als ik melancholisch ben, ga ik lopen en focussen en dan maak ik toch vaak weer goede foto’s.”

Foto’s: 1) Dutch J. den Hollander, 2) Michiel Wijnbergh, 3) Gerard Til, 4) Barton van Flymen   

http://www.dutchstreetphoto.nl/
https://www.facebook.com/Dutchstreetphoto/

Reageren