Maartje Roos vertelt

Maartje Roos creëert eigen werelden. Het doet sprookjesachtig aan. Ze vertelde erover op de 179e Fotografenavond in Café Kalkhoven in Amsterdam.

Ze was helemaal overgekomen uit Hurdegaryp in Friesland. In die provincie had Aloys haar leren kennen in najaar 2010. Toen vond er een portfolio-fotografenavond plaats in Tresoar in Leeuwarden, het Friese historisch centrum.  Hij herinnert het zich nog als gisteren.  “Er was een jongedame met een albumpje. Toen ik het zag, was ik van slag. Wat een talent! Ik benoemde haar tot Fotonieuws Talent van het jaar 2010.”

Iets creatiefs

Hij vroeg haar mee te doen aan Dutch Delight op het New York Photo festival 2011. Dat deed ze, en daarna exposeerde ze nog vier jaar achter elkaar op de door Aloys en Astrid Verhoef georganiseerde tentoonstellingen op het Photoville Festival in het Brooklyn Bridge Park. In 2014 ging ze zelfs mee naar een foto-evenement in Tokio.   

Aloys: Was je een dromer in je jeugd? “Ja, maar ook een doener. Ik was altijd in mijn eigen wereld. Ik was creatief, ik tekende en schilderde, maar speelde ook buiten.” Onderweg naar opa en oma in Bussum luisterde ze op de walkman naar sprookjes. Haar ouders hadden een reclamebureau. Vanaf de basisschool bracht haar vader haar de beginselen van de fotografie bij.

Aloys: Heeft dat nog een rol gespeeld voor je beroepskeuze, dat reclamebureau? “Niet direct. Ik wist alleen dat ik iets creatiefs wilde gaan doen. Ik schreef ondertussen ook verhaaltjes. Ik ging naar de HAVO, het leukste vak vond ik Beeldende Vorming. Na de HAVO wilde ik naar de kunstacademie, Minerva in Groningen. Ik deed er toelatingsexamen en kreeg te horen dat ik wel de kwaliteit had maar ik had domweg de kwantiteit niet en ik was nog erg jong. Het werd daarom Fotonica in Drachten. Eventueel kon ik later nog een keer naar Minerva.”

Kunstacademie

 Bij Fotonica stroomde ze meteen het tweede jaar in. “Ik heb die opleiding helemaal afgemaakt. Ik vond het leuk daar. Een positief punt was ook dat een oom van mij, Catrinus van der Veen, persfotograaf was. Dat leek mij ook wel wat. Ik heb toen stage gelopen bij de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden. Ik vond het geweldig, maar ik kwam er ook achter dat ik meer wilde spelen met foto’s. Mij niet beperken tot een onderwerp, maar alle onderwerpen, en niet alleen de werkelijkheid vastleggen maar die ook willen beïnvloeden. Vooral de specials van de krant, waar veel foto’s in stonden, trok mij er aan.”

Na Fotonica koos ze inderdaad voor de kunstacademie. Het werd niet de Academie van Groningen, maar de Hogeschool voor de kunsten ArtEZ in Zwolle. Maar een half jaar zat ze daar. Want toen in Groningen de Fotoacademie kwam ging ze daar heen (ook hier stroomde ze een half jaar later in).  Van de zestig studenten die begonnen is ze de enige die is afgestudeerd.  En ook nog cum laude. Ondertussen werkte ze er ook nog bij. Bij het reclamebureau van haar ouders en het fotobureau Het Hoge Noorden in Leeuwarden. “Ik ben eigenlijk al vanaf mijn 17e / 18e beroepsmatig actief.”

Fairytales and Stories

Toen ze op de Fotoacademie haar foto’s toonde, het was het jaar 2009, zeiden de docenten: ‘Interessante foto’s. Maar het is van alles wat, we zien nog geen grote lijn. Probeer eens een eigen stijl te creëren.’ Dat was het begin van de Maartje Roos zoals we die in Café Kalkhoven te zien kregen. Ze begon de serie Harlingen, met foto’s van de haven. “Ik ging er ’s ochtend heen. Zes uur was ik er al. De volgende dag ging ik weer om elementen aan te vullen.” We zien foto’s uit de serie: mooie, donkere, romantische foto’s.

Ze studeerde in 2010 af op het project Fairytales and Stories. In dat kader maakte ze foto’s van Vrouw Holle en Peter Pan. Het plakken van elementen en fotoshoppen had ze ondertussen goed in de vingers gekregen.  Voor de foto van Peter Pan had ze een vliegend kind nodig. “Hoe doe ik dat in hemelsnaam?” In de buurt was een circusschool. Die school wilde wel meewerken aan een vliegend jongetje.

Ode aan de barpianist

Ze constateert dat ze een hang naar vroeger heeft. “’Je hebt een oude ziel’, zei iemand ooit tegen mij. Vroeger was er kaarslicht in restaurants. Nu zie je alleen nog het licht van telefoontjes.  Ik las in de Leeuwarder Courant een verhaal over een barpianist en wilde naar aanleiding daarvan een ‘Ode aan de Barpianist’ maken. Op zoek naar locaties kwam ik langs een paar kroegen in Leeuwarden. Een eigenaar van een kroeg vond het leuk. Hij trommelde al zijn personeel op om mee te figureren.” Ze laat het resultaat zien. “De basis zijn de mensen in dat café. Ik heb een vleugel bij een tweedehandswinkel vandaan gehaald, maar die heb ik niet in dat café, maar elders gefotografeerd en vervolgens ingepast.”  

Aloys: Zijn er wel eens ideeën geweest die je niet hebt  kunnen fotograferen? “ja, dat is wel gebeurd. Niet om technische redenen overigens, maar omdat ik niet de juiste mensen had of omdat het weer tegen zat. Ik ben altijd blij als de zomer voorbij is. Aan zomerlicht heb ik niks.”

Pyrenese berghond

Hoe vond je New York? Je was daar mee in 2011 voor het eerst. “Het was als een film, bijna niet echt. Je herkent veel dingen.” Japanners die daar haar foto’s zagen, waren er weg van. Ze wilden contact met haar. Een jaar later op Photoville was er een fotobureau, Win Initiation die werk van haar wilde hebben. Maartje: “Het was een Stockbureau. We werden het eens en ik stuurde ze flink wat foto’s toe, veel academie-werk. Nieuwe foto’s veel minder, voornamelijk omdat ik zo lang over een foto doe. Ik ben weken bezig met het zoeken van een locatie, het vinden van de aankleding  en vervolgens dagen met de afwikkeling van de foto.”

Op een van de foto’s wilden ze een Pyrenese berghond inpassen. Ze had zo’n hond gezien in een film, ‘Finding Neverland’. Ze zocht in alle hoeken en gaten en uiteindelijk vond ze zo’n hond in Arnhem.

60 jaar Efteling

Er ligt een dik boek op tafel met de titel ‘Zijn we d’r al?’ Het gaat over 60 jaar Efteling. Dat was in 2012. “De Efteling belde mij. ‘We zijn bezig met een Jubileumboek. We zoeken nog sfeerbeelden, een stuk of vijftien.”  Samen met de art director ging ze aan de slag. We zien een paar resultaten ervan. Een vrouw met wapperend haar, open mond, in de achtbaan. Het water spat op rond haar hoofd. Een andere foto van vader en zoon naast elkaar, in volle vaart. ‘Waar zit jij dan?’ Maartje: “Ik zit ook in dat bakje, achterstevoren, vlak voor ze. Het was nog een hele klus om de camera goed te fixeren.”  

Via het agentschap Beeldagent kreeg ze de vraag of ze mee kon werken aan een Kerstspecial voor C1000. “Ik moest drie beelden aanleveren. De schets ervan kreeg ik van het reclamebureau van C1000. De voorkant uit negen raampjes met daarachter een Kersttafereel. Ik heb lang gezocht naar een locatie, en uiteindelijk kwam ik uit bij mijn ouders thuis. Er waren diverse partijen bij het project betrokken: een stylist, een visagist, het reclamebureau. Ik vond het leuk om op die manier samen te werken.”

Japan

Met dat beeldagentschap begon ze in 2012 samen te werken. “Het agentschap was pas opgericht. Het waren twee dames. Zij deden het beheer, de zakelijk aspecten en de aanvragen van exposities.” Maar veel galeries benaderden haar rechtstreeks. En die aanvragen wikkelde ze zelf af. De samenwerking met het agentschap werd stroever hierdoor. In 2015 besloten de partijen uiteen te gaan.  

We hebben het nog even over de Japanners die haar naar Tokio uitnodigden. Ze ging er inderdaad heen. “Ik kwam van de ene Japanner bij de andere en ook bij verschillende galeriehouders. Maar er is nog niet iets uitgekomen.” Wel is ze nu in gesprek met galeries in Duitsland en Zwitserland. 

De Spoekhûn fan de Simmerdyk

We kijken naar de resultaten van een project van de provincie Friesland,  het ging om volksverhalen. We zien ‘De Spoekhûn fan de Simmerdyk’ met een huisje niet zo ver van haar uit de buurt. Boven het huis speelt het zonlicht met de wolken. “Er moest nog een zandpad bij, vond ik. Daarvoor heb ik het pad van een dorpje verderop gefotografeerd. Ook wilde ik een meisje ervoor. Dat meisje dat je ziet is wel echt bij dat huisje geweest. En ik wilde ook nog een hond, links van het huisje. Toen heb ik er een jachthond in gedaan. Ik heb met de mensen van het provincieproject afgesproken dat ik de foto ook voor mijn kunstcollectie kan gebruiken.” 

Heeft ze nog een fotograaf die haar inspireert? “Dat vroegen ze ook al op de Fotoacademie. Ik ben toen gaan zoeken en vond de Amerikaanse fotograaf Philip-Lorca di Corcia.” Ben je zelf ook niet geïnspireerd door de Meesters? “Ja, maar onbewust.” Welke eeuw staat je het meest nabij?  “Als ik laat zien wat er nu is, zie je tegelijk vaak wat er toen, in vroeger eeuwen al was.”

Maartje maakt standaardoplages van een foto van vijf exemplaren. Ze hanteert voor een klein formaat een lengte van 60 cm, voor een groot formaat een lengte van 100 cm en voor een langwerpig formaat een lengte van 125 cm. Ze doet alleen kleur.

Op dit moment is ze onder andere bezig met een project voor verschillende Nederlandse musea.

Foto 1: Kees Funke Küpper, foto 2:  Michiel Wijnbergh, foto 3: Kees Funke Küpper

http://roosphotography.nl/

Tags

Reageren