Marion Bloem, ‘Een teken van leven’

Marion Bloem’s laatste boek ‘Een teken van leven’ gaat over de dood van haar zus Joyce vorig jaar, en in het verlengde daarvan over een heleboel doden meer, binnen en buiten de familie.

Joyce was een jaar of twee ouder dan Marion. De familie Bloem was rond 1950 in Nederland gearriveerd als Indische repatrianten en verbleef aanvankelijk in gastenpensions en hotelletjes. In een van die pensions, in Heerlen, werd Joyce in 1951 geboren.

Tour de Waal

De beide zussen (er kwamen later nog twee broers) trokken nauw met elkaar op en bleven dat hun hele leven doen. Joyce durfde meer dan haar zus en had af en toe fanatieke trekjes. Beiden kwamen in de kunst terecht, Marion als schrijfster, schilder en filmer, Joyce als (conceptueel) kunstenaar van beelden, land art en ook als schrijfster van gedichten.

In 2014 had ze een groot project rond Bevrijdingsdag. Bewoners aan de noord- en zuidoever van de Waal hielden een oranje lint van zeven kilometer lang vast, volgeschreven met hun vredeswensen. Het scheepvaartverkeer op de Waal werd op die dag stil gelegd om de oranje linten midden op de rivier te verbinden. Zo ontstond vanuit de lucht gezien de letter V en daarmee het 'Beeld van Oranje Linten'. Het was de aanzet tot een jaarlijks Bevrijdingsdagfestival aan de Waal, de uiteindelijke 'Tour de Waal'.

Verbindingen

In 2018 is deze Tour er nog steeds, maar Marion loopt er een beetje verloren rond. “De zon scheen, de mensen waren in opperbeste stemming. Alles verliep zoals Joyce het zou hebben gewild. De vrijwilligers werkten hard, maar ontspannen. De fietstocht die Joyce ooit had uitgestippeld en mogelijk gemaakt, was een succes. De populariteit van de fietsroute was sterk gegroeid, sinds de eerste maal dat zij de 5 mei-viering op haar schouders had genomen.“

“Ik besefte dat Joyce dit project had bedacht voor de oorspronkelijke bewoners. Ze was een vrouw van verbindingen. Een verbinding leggen tussen dorpen die sinds de Tweede Wereldoorlog van elkaar gescheiden waren, was een van haar vele projectdoelen geweest. De Betuwse historie was niet haar geschiedenis, de bewoners waren niet haar bevolkingsgroep.”

Twin Towers

Het redelijke snelle ziekteverloop van de door kanker getroffen Joyce en de gedachten aan vroeger staan centraal, en deze dood roep vervolgens vele doden op. Het begint al met de vliegen die in huize Bloem (in de buurt van Soest) met de vliegenmepper worden gedood of die aan het gele plakband blijven plakken.

Buurmeisjes en buurjongens en verre neefjes komen voortijdig om het leven (zoals Lucy, Vonny, Edu, Boy). Tantes, ooms, oma’s en opa’s overlijden. Moemie, een klein Indisch vrouwtje met voorspellende gaven, die centraal staat in ‘Een meisje van honderd’, vertelt aan Marion, als ze met haar man Ivan bij haar op bezoek is, over haar visioen dat er iets ergs met de Twin Towers staat te gebeuren. Zij had haar nicht, die daar werkte, aangeraden elders werk te zoeken.

Bruurke van Megen

Dan zijn er de bijna-doden. Vader Lex Bloem, wiens boot in de oorlog werd getroffen door de Japanners vertelt Marion beetje bij beetje zijn herinneringen. “Hij dobberde weer als een adolescent in het water, hing opnieuw aan de ronddraaiende kist, wist opnieuw niet hoe hij de afstand tussen het drijvende vlot en de Japanse fregatten moest zien te overbruggen.” Pas vele tientallen jaren later ging hij echt dood.

Haar zoontje Kaja was als baby bijna dood, maar op wonderbaarlijke wijze redde hij het, met dank aan het Bruurke van Megen. Hij lag in het ziekenhuis tussen kinderen die opgegeven waren. “Maar een of twee procent van die kinderen was om onverklaarbare redenen genezen. Kaja, zeiden we tegen elkaar, valt onder dat percentage. We waren er zeker van. Het poppetje dat niks weg had van een mens of dier, maar dat de pij van ’t Heilig Bruurke van Megen op de borst droeg, hingen we in zijn wieg.”

Nachtelijke bezoeken

En Marion was zelf bijna dood, toen ze met man en kind de binnenlanden van India introk en er niets anders te drinken was dan vervuilde geitenmelk. Door geluk en ingrepen van buiten liep het telkens goed af (behalve in New York). Door al die gebeurtenissen, maar ook door het Indische geloof in de geesten, is Marion sterker gaan geloven in die buitenaardse krachten en boodschappen.

Nog een citaat: “Kort nadat ze, zoals Joyce zelf zei, was weggevlogen, geen er ging nacht voorbij zonder dat er iets plaatsvond waarvoor geen eenvoudige uitleg mogelijk was. Op een nacht benaderde ik via internet een medium om Joyce te vragen niet elke nacht op bezoek te komen. Het medium beweerde dat ik ook rechtstreeks met haar kon communiceren. ‘Vraag het toch maar namens mij,’ drong ik aan. In de chat verscheen: ‘Joyce grinnikt ondeugend en zegt dat ze het niet meer zo vaak zal doen omdat jullie vroeger immers ook niet elke nacht contact hadden.’

Vader Bloem meldt zich

Ik maakte het zelf ook mee bij de presentatie van Marion’s vorige boek ‘Haar goede hand’, over haar moeder, in Boekhandel Scheltema in Amsterdam. Haar moeder was ook aanwezig. Toen de presentatie even aan de gang was, klonk er tot twee maal toe een lange hoge piep. Niemand twijfelde eraan dat pa (Lex) Bloem zich op deze wijze meldde. Ook hij was present.

Marion Bloem, ‘Een teken van leven. Over rouw en alles wat de dood behelst’, Arbeiderspers 2018, ISBN 9789029526272

 

 

Reageren