Mode bij Van Loon, het boek

Bij de tentoonstelling Mode bij Van Loon is een boek met dezelfde titel verschenen, geschreven door Wendy van Lith, Valentine Rijsterborgh en Rosalie Sloof. Ze gaan in op de rol die mode en fotografie speelden om de zichtbaarheid van de gevestigde elite ten opzichte van de klasse van nieuwe rijken gestalte te geven tegen het einde van de negentiende eeuw.

 De gevestigde klasse,  waartoe de welgestelde, Amsterdamse familie Van Loon behoorde,wilde imponeren en deed daar de nodige moeite voor. Het vinden van het geld hiervoor was nog het minste probleem. Er werd gereisd en men was voortdurend op zoek naar de meest onderscheidende couturiers, modehuizen en fotografen.

Ter illustratie hiervan enige teksten uit het boek:

Bij binnenkomst in de Blauwe Salon van Museum Van Loon wordt het oog van de bezoeker direct getrokken naar de grote staande portretten van Jonkheer Willem Hendrik van Loon en zijn echtgenote Thora van Loon-Egidius. En zo waren ze ook bedoeld. Wie bij het echtpaar op bezoek kwam, moest erdoor worden geïmponeerd. Als geen ander was de familie Van Loon zich in de negentiende eeuw bewust van het effect dat uitging van een portret ten voeten uit.

Tot 1877 waren de fameuze staande portretten door Rembrandt van Maerten Soolmans en Oopjen Coppit in het bezit van de familie. Wellicht dat juist de verkoop ervan de familie mede inspireerde om hierna met name staande portretten te bestellen.

Het waren alleen de allerrijksten die zich modieuze uitspattingen in de vorm van uitbundige portretten konden veroorloven, onder wie familie Van Loon.

Louise van Loon-Borski

De families lijken vooral elkaar goed in de gaten te houden. Niets werkte blijkbaar zo jaloersmakend als een indrukwekkend mooi portret in de salon.

Omdat de nieuwe rijken gestaag de sociale ladder beklommen, voelde de oude elite zich genoodzaakt hun eigen kringen af te schermen voor nieuwkomers. Deze nieuwkomers hadden hun fortuin vaak recent vergaard middels investeringen in industrie of de koloniën. Hun achtergrond was heel anders dan die van de adel  en het patriciaat die al eeuwenlang de dienst uitmaakten in de steden.

In het museum hangt een statig portret van een eigenzinnige dame: Louise van Loon-Borski (1832-1893). Het indrukwekkende portret werd in  1887 geschilderd door niemand minder dan de Franse kunstenaar Alexandre Cabanel (1823-1889). De kunsthandel Goupil & Cie bemiddelde in de opdracht. Het portret koste Louise uiteindelijk 30.000 francs, 3.000 daarvan ging naar de kunsthandel.

Zij was de kleindochter van Johanna Jacoba van de Velde (1764-1846), de beroemde weduwe Borski die met haar eigen kapitaal de Nederlandse Bank financierde. 

Thora van Loon-Egidius ontving rond 1900 vaak dames op de thee in haar grachtenpand aan Keizersgracht 672. Thora was Dame du Palais van Koningin Wilhelmina. Dit betekende dat zij de Koningin in Amsterdam representeerde. Iedereen die Hare Majesteit tijdens een verblijf in het Paleis op de Dam wilde bezoeken, moest eerst bij Thora op de thee. Het was dan ook een komen en gaan van prominente figuren in de salon van de familie.

Foto’s

Met grote regelmaat bleek een groot aantal familieleden ook geposeerd te hebben voor fotografen in binnen- en buitenland. Onder hen grote namen als fotopionier Gustave Le Gray en Studio Nadar.

Het tonen van foto’s in de grote salon was een modeverschijnsel dat gevolgd diende te worden naar de heersende conventies. Zo werd het ongepast bevonden om familiekiekjes en ingekleurde foto’s in de salon te tonen.

Hoewel de familie Van Loon honderden foto’s heeft laten maken sinds de invoering van deze nieuwe techniek, werd ieder portret met weloverwogen keuze gemaakt. De foto’s hadden niet alleen een esthetisch doel, maar vertelden ook iets over de sociale status van de geportretteerden.

Ook de keuze van fotografen zegt iets over de stijl van de Van Loons; zij kozen voor hoffotografen en internationale vernieuwers die samen met de opdrachtgevers een bepaald beeld konden creëren waarin het karakter en de sociale functie van de geportretteerde tot uiting kwam. Mode speelde hierbij een belangrijke rol; dit was immers een uitstekend middel om bovengenoemde doelen te bereiken.

De mode

De mode van de negentiende en het begin van de twintigste was net als de maatschappij dynamisch, constant in beweging en veranderde snel van silhouet en snit. Wie modieus voor de dag wilde komen, moest mee met dit tempo dat vooral vanuit Parijs maar ook Londen werd gedicteerd. De weelde waarin de familie Van Loon leefde, schept ook verwachtingen qua uiterlijk vertoon.

Directe gegevens over waar Louise van Loon-Borski haar kleding liet maken, zijn niet overgeleverd. Wel vermeldt haar zoon Louis in het kasboek ‘Hyde Park’ op 15 mei 1889 dat er een ‘vrachtkist voor Mama van Rouff’ is aangekomen. Maison Rouff, gevestigd aan de Boulevard Hausmann 13 te Parijs, was één van de vooraanstaande modehuizen van het Parijse fin de siècle, uitermate geschikt voor een dame van Louises statuur.

Van gerenommeerde, vaste klanten hadden vooraanstaande modehuizen de persoonlijke maten in hun administratie paraat. Een bestelling kon bovendien per telegram worden gedaan, waarna vervolgens de japon relatief snel per spoor werd verstuurd naar hun clientèle.

Louise’s zwager, Maurits van Lennep is ook de bron van de fameuze anekdote dat ‘men beweerde’ dat Louise de kledingstijl navolgde van de Franse keizerin Eugénie, de echtgenote van Napoleon III. Deze Spaanse gravin van geboorte groeide uit tot een waar stijlicoon van haar tijd, evenals haar beroemde tijdgenoten keizerin Elizabeth van Oostenrijk en prinses Alexandra van Engeland. Eugénies portretten tonen weelderige, elegante robes, die ook nog eens binnen handbereik lagen voor Louise gezien haar grote rijkdom. Eugénies japonnen werden gemaakt door Charles Frederick Worth, de meest toonaangevende  couturier te Parijs, die door deze exclusieve klandizie kon rekenen op een snel groeiend, welgesteld klantenbestand uit geheel Europa en Amerika.  Een aantrekkelijk, nieuw netwerk voor de sociaal ambitieuze Louise, die vaak in Frankrijk verbleef.

Duizelingwekkende decolletes

Een welgestelde dame als Louise verkleedde zich meerdere keren per dag, afhankelijk van het soort gelegenheid en waar die plaats vond, waarbij ze zich steeds stijver insnoerde. Ochtendjaponnen, dagjaponnen, receptiejaponnen, ‘geklede’ middagjaponnen, wandelkostuums, jachtkleding, dinerjaponnen en baljaponnen waren onontbeerlijk in elke welgestelde garderobe. Overdag droeg men ‘montante’ japonnen, dus hoog gesloten, terwijl ’s avonds de dames duizelingwekkende decolletés mochten tonen.

Op een studioportretfoto uit 1889 draagt Olga van Loon, de dochter van Louise Van Loon-Borski, een fluwelen japon, die opvallend veel gelijkenissen vertoont met de blauw fluwelen japon op haar bekende portret door Thérèse Schwartze uit 1892. De tweedelige japon waarvan het lijfje geraffineerd in plooien haar slanke taille accentueert, is modieus, gezien de naar achter gedrapeerde rok met sleep die over de queue de Paris of tournure valt. Ze draagt een lichtjes uitgevouwen waaier in haar hand.

De publicatie Mode bij Van Loon door Wendy van Lith, Valentine Rijsterborgh & Rosalie Sloof (WBooks, Zwolle, 2016) is vanaf 3 maart te koop voor €19,95 in het museum en via de webshop van Museum Van Loon.

Afbeeldingen: 1) Mode Affiche, 2) Adolf Pirsch, Thora van Loon – Egidius, 1923, 3) Alexandre Cabanel, Louise Borski, 1887, 4) Couturier Redfern, rekening aan Antoinette van Loon, november 1919, 5) Erwin Olaf, Mw Van Loon-Labouchere, 2015, 6) Goudkleurige vouwwaaier met de letter B van de familie Borski, ca. 1880, 7) Maison Dior, Avondjapon, ca. 1958, 8) Maison Worth, Avondjapon, ca. 1886, 9) Studio Nadar, Thora van Loon-Egidius, ca. 1900, 10, Van Loon Mode Affiche

Tags

Reageren