Neanderthaler stierf mogelijk veel eerder uit

Zijn er ooit contacten geweest tussen de moderne mens en zijn harige geslachtsgenoot de Neanderthaler? Over die vraag is al lang discussie gaande in de wetenschap. Resultaten van nieuw onderzoek wijzen erop dat de Neanderthaler misschien wel veel eerder uitstierf dan tot nu toe gedacht. En nooit met de moderne mens kan hebben gesekst of andere contacten kan hebben gehad.

Wel, niet, wel, niet; er is heel veel onderzoek gedaan naar (seksuele) interactie tussen de moderne mens en zijn harige geslachtsgenoot de Neanderthaler, maar hard bewijs ontbreekt. De Neanderthaler (Homo neanderthalensis) was een mensensoort die gedurende zo’n 300.000 jaar dominant was in grote delen van Europa.

Vanaf zo’n 40.000 jaar geleden trok de moderne mens (Homo sapiens) vanuit het Midden-Oosten Europa binnen. Rond diezelfde tijd begon de Neanderthaler geleidelijk te verdwijnen. De Neanderthaler trok zich geleidelijk terug tot in Zuid-Spanje (ten zuiden van de rivier de Ebro) en later aan de zuidkust, waar een kleine populatie tot ongeveer 30.000 jaar geleden voortleefde. Althans, dat denken veel paleonthologen door de datering van Neanderthalerresten die in dat gebied gevonden zijn.

Als de Neanderthaler zich enige tijd in het zuiden van Spanje heeft kunnen handhaven, is de kans groot dat hij daar contact met de moderne mens had. De kans is groot dat er dan ook seksuele relaties zijn geweest of dat de twee mensensoorten leefgewoonten of technieken van elkaar hebben overgenomen. Begrip hiervan is van belang om de ontwikkeling van onze eigen soort beter te begrijpen.

Onbetrouwbaar

Maar Spaanse onderzoekers melden deze week in het tijdschrift PNAS dat deze dateringen van Neanderthalerresten doorgaans nogal onbetrouwbaar en problematisch zijn. De ouderdom van organische resten zoals botten kan worden bepaald met de C14-methode. Daarbij kijken onderzoekers naar de afname van koolstof (door radioactief verval). De botten raken echter gemakkelijk vervuild met nieuw koolstof. Een vervuiling van 1 procent is al genoeg om een fragment van 50.000 jaar oud in de resultaten 37.000 jaar oud te laten lijken, schrijven de wetenschappers in hun artikel. Nogal een verschil dus.

De onderzoekers behandelden een aantal monsters van Neanderthaler-botten uit verschillende Zuid-Spaanse vindplaatsen met een nieuwe methode om vrijwel al het vervuilde koolstof eruit te filteren. Een van de botten die voorheen gedateerd was op ca. 33.000 jaar oud bleek nu ca. 46.000 jaar oud te zijn. Andere restanten uit Zuid-Spaanse grotten zouden zelfs ouder dan 50.000 jaar kunnen zijn. Deze resultaten maken alle eerdere dateringen die gebruikt zijn om aan te tonen dat Neanderthalers nog lange tijd in Zuid-Spanje hebben geleefd in één klap onbetrouwbaar, aldus de onderzoekers.

De uitkomst van de eerste metingen met de verbeterde schoonmaakmethode wijst er op dat de prehistorische eigenaars van deze botten al lang uitgestorven waren toen de moderne mens in het gebied arriveerde. Volgens de onderzoekers zijn de Spaanse Neanderthaler-botten in ieder geval geen enkel bewijs dat er contacten waren.

Toch stellen de onderzoekers dat Neanderthalers best samen met moderne mensen in Zuid-Spanje kunnen hebben geleefd. Er zijn allerlei scenario’s mogelijk. Maar het grote probleem is dat in het warme klimaat van Zuid-Spanje organisch materiaal te slecht bewaard blijft. Er is op dit moment simpelweg te weinig betrouwbaar materiaal voor handen om er iets zinnigs over te kunnen zeggen.

Tags

Reageren