Nederland en Vlaanderen op de Frankfurter Buchmesse (6)

In 2016 zijn Nederland en Vlaanderen Ehrengast op de Frankfurter Buchmesse. Dat waren ze eerder, in 1993. Toen heette het nog Schwerpunkt Flandern und die Niederlande. Hieronder de bijdrage van Ineke van Ginneke.

Verschillende Nederlandse design-activiteiten ten tijde van de Frankfurter  Buchmesse vormde de aanleiding tot mijn bezoek aan Frankfurt en deze duizelingwekkende beurs. Ter gelegenheid van de Nederlands / Vlaamse presentatie werd ook de grafische vormgeving uit Nederland in de schijnwerpers gezet.

Nederlands ontwerppotentieel

Niet alleen de Nederlandse literatuur heeft in Duitsland enorm succes, ook de Nederlandse grafische vormgeving gooit in Duitsland hoge ogen; dit is overigens een proces dat al enige tijd gaande is en zich niet tot Duitsland beperkt.

Het buitenland laat zich in toenemende mate lovend uit over Dutch design. Hiermee wordt voornamelijk de explosie aan experimenteel grafisch ontwerp bedoeld. Met verbazing wordt gekeken naar de weldadige creativiteit, diversiteit en het grote aantal letterontwerpers.

In het kielzog hiervan echter springt ook de stijgende kwaliteit van het Nederlandse ontwerppotentieel  in zijn algemeenheid in het buitenlandse oog. Bijvoorbeeld op de terreinen van de industriële en interieurvormgeving, de mode en de vrije vormgeving.

Das Niederländisch design

Het is Duitsland niet ontgaan dat bijvoorbeeld het merendeel van de medische apparatuur met een IF (=Industrie-Form) –erkenning uit Nederland komt. En dat er steeds meer prijzen en Gute-Form labels door Nederlanders worden weggesleept.

Het initiatief van Keulen om tijdens de Möbelmesse in januari 1994 in het Museum für angewandte Kunst een overzichtstentoonstelling over Nederlandse vormgeving samen te stellen onderstreept ook de belangstelling.

De Duitse interesse voor das Niederländisch design is dus duidelijk en toegenomen. Dit is – met het oog op een marktverruiming voor Nederlandse vormgevers – geen onbelangrijke ontwikkeling in een land met zo’n gigantische markt.

Design-evenementen

In deze context en anticiperend op de te verwachten extra aandacht die Nederland en Vlaanderen te beurt zou vallen in het kader van het ‘Schwerpunkt-thema’ werd het initiatief genomen om ten tijde van de Frankfurter Buchmesse een aantal design-evenementen te organiseren om de bestaande belangstelling te versterken en te verdiepen.

Verschillende instellingen namen dit initiatief, waaronder de CPNB ( Stichting Collectieve Propaganda voor het Nederlandse Boek) en het Nederlands Vormgevingsinstituut.

Om dit alles gewaar te worden en de interesse te peilen stapte ik in de trein naar Frankfurt, vooral benieuwd naar:

  1. De ‘Drei Design Dialoge;

  2. De tentoonstelling ‘Honderd Best Verzorgde Boeken’;

  3. ‘Stroom Op’, Niederländisches Design Heute.

Drei Design Dialoge

Dit was een serie podiumgesprekken tussen Nederlandse en Duitse (grafisch)  ontwerpers over het medium boek, de functie van de tentoonstellingscatalogus en de toekomst van de typografie. Er zijn duidelijke verschillen tussen de positie van de Nederlandse en Duitse ontwerper.

De gunstige situatie voor de Nederlandse grafische vormgeving komt ongetwijfeld voort uit een sterke traditie van experimenten en een hang naar vernieuwing op het gebied van typografie en boekverzorging.

Daarnaast heeft in Nederland de overheid zich consequent als een voorbeeldige opdrachtgever laten kennen met gevoel voor experiment en vrijheid voor de ontwerper. De PTT is daar het beste voorbeeld van.

Experiment

Een gunstig subsidieklimaat in Nederland zorgt tenslotte voor de rest. Door de ruimere financiële mogelijkheden blijkt er meer tijd en ruimte te bestaan voor het experiment. De ontwerper geniet een status soms vergelijkbaar met die van een kunstenaar.

Duitse ontwerpers daarentegen zijn vaak ondergebracht binnen uitgeverijen of zijn gekoppeld aan een reclamebureau en werken meer ‘in dienst van’. Uiteraard vinden deze verschillen hun neerslag in opvattingen.

Een aantal notities uit de dialogen

In de dialoog tussen Gerard Hadders (Hard Werken Design Rotterdam) en Carl Haenlein (directeur Kestner Gesellschaft, Hannover)  over het ‘het boek als medium en het conflict tussen beeld en taal’ stond de productie van chaos , de ‘eruptie van beelden’ aan de orde.

Gespreksleider Friedrich Friedl (Hochschule fur Gestaltung in Offenbach) vond dat deze eruptie oncontroleerbaar is geworden. Hadders antwoordde moeite te hebben met het feit dat door de nieuwe elektronische middelen iedereen tegenwoordig maar boeken kan produceren.

Hij vond dat een disaster for the mind and the eyes, omdat er slecht met de beeldmiddelen wordt omgegaan. Het beeld zou zijn inziens veel vaker en beter gebruikt kunnen worden in plaats van typografie. Maar het beeld wordt te vaak, met name door tijdschriften, gebruikt als entertainment, niet als drager van informatie.

Souvenir

Grafische vormgevers oriënteren zich naar zij idee te veel op het ordenen van tekst. Goede grafische vormgevers benaderen, aldus Hadders, de ordening van tekst en beeld geïntegreerd. Voor Hadders is een chaos of images niet tegengesteld aan een traditioneel goed vormgegeven boek.

In de diasloog tussen Irma Boom (Amsterdam), Wigger Bierma (Arnhem) en Peter Willberg (Londen/Frankfurt)  kwam de vraag aan de orde of de kunst- en tentoonstellingcatalogus een achterhaald fenomeen met slechts een souvenirs-functie is geworden of een medium voor de kunstenaarsideeën.

De catalogus is volgens Irma Boom in de laatste twintig jaar meer en meer een PR-middel geworden voor de kunstenaar en een transportmiddel voor de tentoonstelling. Sommigen zien de catalogus zelfs als een draagbare tentoonstelling. Dit is geen goede ontwikkeling volgens Boom, omdat de catalogus nooit het werk zelf kan vervangen.

Kelders

Catalogi en kunstboeken worde ook vaak misbruikt als vehikel voor de promotie van het werk van de vormgevers zelf. Dit wordt algemeen (verbaal) verfoeid in de ontwerperswereld. Niettemin gebeurt dit vaak en beschuldigen ontwerpers elkaar hiervan. Bierma had het in dit opzicht bijvoorbeeld op Boom gemunt.

Discussie met de zaal ontstond door de opmerking dat zoveel catalogi in de kelders van de kunstmusea blijven liggen, omdat van professioneel uitgeverswerk bij de musea geen sprake is. Er werd meermalen opgemerkt dat er te veel kunstcatalogi worden gemaakt. Moet elke galerie, elke kunstenaar wel zijn/haar catalogus hebben?

En is het nodig dat van elke workshop, symposium een boek gemaakt wordt? Dit leidt tot een productie van boeken die niet meer betaald, noch gelezen kunnen worden. De meeste publicaties van instituten zijn pr-brochures in boekvorm geworden, geen boeken, aldus de kritische Duitse en Nederlandse ontwerpers.

Vrijheid

Gaat het met de Nederlandse vormgeving de goede kant op? Bierma geeft een vergelijking: ‘Als de vormgeving van een vaas zo mooi is dat je er geen bloemen meer in kunt zetten, is er iets fundamenteel mis. Zo is dat ook met grafische vormgeving.’Er moet volgens Bierma en Willberg een logisch verband tussen inhoud en vorm bestaan.

Nederlandse grafische vormgeving dreigt dat verband te verliezen. Dan wordt het Dutch Graphic design is about images. Irma Boom is daar niet bang voor. Zij meent dat door die grote vrijheid er veel meer ruimte voor interessante experimenten bestaat en dat dit juist leidt tot een betere vormgeving.

Deze vrijheid voor experimenten bestaat in deze mate alleen in Holland. Daar ware de drie ontwerpers het over eens.

De tentoonstelling ‘Honderd Best Verzorgde Boeken’

De CPNB laat jaarlijks een onafhankelijke jury een keuze maken van best verzorgde boeken uit de jaarproductie van Nederlandse uitgevers. Deze selectie wordt steeds in het Stedelijk Museum in Amsterdam getoond.

 Voor Frankfurt 1993 vroeg de CPNB de drukker Frans Spruyt, Ada Stroeve (conservator grafische vormgeving Stedelijk Museum Amsterdam)  en John Thackara (directeur van het Nederlands Vormgevingsinstituut)  een selectie van 50 boeken te maken uit de laatset zeven jaar Beste Verzorgde Boeken.

Jurylid voor de vijftig Vlaamse titels was Urbain Mulkers. Een selectie van een selectie dus.

Prachtexemplaren

Op een paar prachtexemplaren uit deze selectie wil ik hier wijzen: ‘De Boeken 3, 5, 6 en 7 van het Burgerlijk Wetboek zoals deze met ingang van 1 januari 1992 in werking zijn getreden’. Vormgegeven door Walter Nikkels en een geschenk van de juridische uitgeverij van het Wolters-Kluwer concern aan het Ministerie van Justitie dat als opdrachtgever fungeerde.

Het boek is buitengewoon mooi en wordt in kringen van deskundigen hoog geprezen. Voor een uitvoerige en lyrische vertaling van de waardering van de vormgeving verwijs ik naar de tekst van Boekraad in de catalogus, die met het boek zelf bij de afdeling Vormgeving ter inzage ligt.

Niet onvermeld mag blijven dat ook een uitgave van WVC (afdeling Vormgeving)  ‘Alles heeft een Vorm’ tot deze selectie behoorde (toelichting redactie: Ineke van Ginneke, schrijfster van dit artikel, heeft deze publicatie geschreven en is nauw betrokken geweest bij de vormgeving ervan. De vormgeving was in handen van Irma Boom).

‘Stroom Op’, Niederländisches design Heute

Stroom Op was een tentoonstelling in het Karmeliterkloster in het centrum van Frankfurt, samengesteld op basis van typische kenmerken van de Nederlandse vormgeving. Een losse verzameling van producten vanuit de gebieden:  Design voor de medische sector, het experiment in de grafische vormgeving, de zelfproducerende ontwerper en de overheid als opdrachtgever.

Deze tentoonstelling ‘Stroom Op’ liet een aantal karakteristieke voorbeelden zien van een ontwikkeling waarin versobering de hoofdrol speelt . producten van een nuchtere vormgeving met een vernuftig gebruik van goedkope materialen: een boekenkast die met het bezit meegroeit, een tafel waarop je kunt tekenen.

De droge uitwerking van de product-concepten heeft de naam droog design opgeleverd. Heel mooi: dat droge werk in dat sobere klooster. Samen met de expositie ‘100 jaar Nederlandse grafische vormgeving’ leverde ‘Stroom Op’ een uitstekende presentatie van de Nederlandse vormgeving op.

Tags

Reageren