Trins Snijders Erelid Haagse Kunstkring

Afgelopen zondag werd Trins Snijders in de Haag Kunstkring in het zonnetje gezet. Trins Snijders was ruim 25 jaar verbonden aan de Haagse Comedie. In 1969 werd zij onderscheiden met de ‘Theo d’Or’ en in 1981 met de ‘Colombina’.  Als zangeres maakte zij furore met liederen van Kurt Weil, waarbij zij begeleid werd door pianist Peter Beijersbergen van Henegouwen, geliefd lid van de Kunstkring.

De Albert Vogelzaal zat vol, zo vol dat sommigen vanuit het portaal moesten toekijken. Links hing een portret van een jonge Trins en we hoorden het lied over een Schiff mit acht Segeln und mit fünfzig Kanonen, het lied uit de Driestuiversopera van Bertolt Brecht. Hoorden we Lotte Lenya? Nee, we hoorden de stem van Trins die ook de rol van Polly had gespeeld.    

Chris de Moor

In 1988 was ze met Peter Beijersbergen van Henegouwen het land doorgegaan met een Shakespeare-Brecht programma waarin ook dit lied klonk, vertelde ze presentator Ellen Fernhout. Ellen Fernhout: “In 1977, op 17 februari bracht de schoonvader van Trins - de vader van haar man Guido de Moor - het lid van de Haagse Kunstkring Chris de Moor, haar hier binnen. Zo kon ze kennismaken met de Haagse kunstenaars en het Haagse kunstleven. Chris de Moor was een bekende Haagse kunstenaar. ook hij was erelid. Momenteel zijn er twee leden van de Kunstkring erelid: Paul van Vliet en Paul Combrink. Daar komt vandaag een derde erelid bij: Trins Snijders.”

‘Jullie lijken wel gek’ was Trins’ eerste reactie, ‘ik weet wel drie mensen die eerder dan ik in aanmerking komen.’ Haar initiatieven waren in goede aarde gevallen bij de Kunstkring. Zo organiseerde ze vanaf 2006 een Mei-ontbijt waarin diverse personen de poëzie van Herman Gorter en verwanten voorlazen, inclusief Trins, die niet alleen goed kon voorlezen maar het geheel ook voorzag van enige theatraliteit. Ook Vasalis was een favoriet.

Vasalis

Mar-lin Schut en Anita Poolman lazen daarom Vasalis’ gedicht ‘Aan een boom’ voor en een fragment uit 'Mei'. Mei 2007 werd in de tuin van de Kunstkring weer een Mei-onbtbijt gehouden. We zien gevoelvolle presentaties op een filmpje van Henk Kranenburg. Trins deed steevast mee met de marathon-lezingen (met ontbijt), zoals in 2008 met het werk van Louis Couperus. 

Jos van der Lans en Janine de Leeuw van het ooit door Trins opgerichte Haags Muziek ensemble PianVoce (dat bestond van 1992 tot 2009) zongen een lied van Johannes Verhulst en vervolgens vertelde Trins over haar leven in een interview met Ruud Hisgen. Hisgen refereert aan het tv-programma Rotonde waarin Trins Snijders liedjes van Annie M.G. Schmidt zong en van commentaar voorzag (in aanwezigheid van Annie M.G.). Zie:  

Vrouwenfiguren

Hisgen: Annie MG. Schmidt zingt erover dat we elke dag de schijn ophouden, deed je dat ook op het toneel? Trins: “Op het toneel hield ik juist niet de schijn op. Ik leefde me helemaal in in vrouwenfiguren, meestal vrouwen uit de 19e eeuw. Het lot van die vrouwen, zoals verbeeld door Schnitzler, Tsjechov, Strindberg en Ibsen boeide mij. Er was totaal geen schijn op het toneel. Van Annie M.G. Schmidt vond ik ‘Winterpark’ prachtig. Dat sprak me aan. Dat week behoorlijk af van haar andere werk.” Hisgen: “Het lijkt op een gedicht van Bloem.”

Hisgen: Na de Amsterdamse Theaterschool ging je naar het Rotterdams Toneel. “In Amsterdam kreeg ik les van Ton Lutz, toen hij naar Rotterdam ging, ging ik met hem mee. En toen het Rotterdams Toneel er mee op hield ging ik met hem mee naar Den Haag. Ik hield van Rotterdam, een speciale stad, ik herinner me dat de combinatie stad en Maas grote indruk op me maakte.”

Ondertussen was Trins getrouwd met acteur Guido de Moor die ze bij het Rotterdams Toneel had leren kennen. De Haagse Comedie wilde hem graag inlijven en Trins ‘mocht mee’. “Ida Wasserman, actrice bij de Haagse Comedie, deed een goed woordje voor me. Ik kende haar van declamatie- en voordrachtwedstrijden waar ik aan mee deed. Ik was ook altijd met zang bezig. De oudste zus van mijn vader gaf les op het Conservatorium. Ze gaf me particulier piano- en zangles. Volgens haar was ik begiftigd met de Snijderskwaal (bubbeltjes op de stembanden), maar daar bleek niets van toen ik later zangles nam bij het toneel. Wasserman gaf Paul Steenbergen een aanbeveling voor mij en hij ging er op in. Gelukkig maar. ”

Yerma

Hisgen: En je kreeg al snel een grote rol: Yerma van Lorca. Trins: “Paul zei: ‘dat ga jij doen!’ Ik geloofde het niet. Het lag niet voor de hand, het was een zwaar stuk over leven en dood. Ik vergeet het mijn leven niet. Ook Guido deed mee in Yerma, hij speelde de rol van herder. Ik vond het heel spannend. Ik zag op zeker moment in de zaal een hele rij mannen in rij zeven met bloemen in hun knoopsgat. ‘Zal ik wel goed doen?’ Na de pauze waren ze weg, misschien wilden ze hun feestje voortzetten. Guido was overigens niet mijn vaste tegenspeler, hij werd vaak gekoppeld aan Anne-Wil Blankers, mijn grote tegenspeler was Ko van Dijk. Ik had groot respect voor Paul Steenbergen, zoals hij bijvoorbeeld ‘Het Wijde Land’ van Schnitzler regisseerde. Ik leerde vooral van hem dat het niet zozeer om de tekst zelf gaat, maar om wat er onder zit.”

Kwaad

Hisgen: Je bent de Haagse Comedie trouw gebleven tot aan haar opheffing. “Ik vond het heel erg. Ik was zo kwaad, ik wilde een wraakactie. Ik wilde de heren die ervoor verantwoordelijk waren spreken. Minister Brinkman verklaarde dat hij er niets aan kon doen. ‘Ik als minister kan niets anders doen dan luisteren naar Raad voor de Kunst.' De Raad voor de Kunst was mijn vijand. Peter Liefhebber heeft mij er in de krant over geïnterviewd. Ik werd ontslagen via een advocaat gelukkig, dus ik hield er iets aan over. Ik kreeg De Appel, godzijdank. Daar kon ik Mutter Courage spelen. Ik werd kleine zelfstandige en moest naar de notaris om de stichtingsakte in elkaar te zetten. Ik ging zelf mijn repertoire bepalen. Ik speelde opnieuw Yerma onder andere. Naast het werk bij De Appel ging ik met Peter Beijersbergen van Henegouwen concertjes geven in het land, onder meer een Shakespeare en Brecht programma. Op zeker moment kregen we een uitnodiging om een optreden te doen voor het Nederlands Instituut in Rome. Daar kijk ik met veel plezier op terug. Ik knoopte er nog een kleine vakantie in Sicilie aan vast.”

Tekening

Bij het erelidmaatschap hoort een tekening of schilderij. Het was gemaakt door Cora Beijersbergen van Henegouwen, de zus van Peter. Fernhout: “De tekening komt in een Gouden Boek. Dat is een traditie die teruggaat tot 1890.” Hisgen: Wat viel jou op toen je de tekening maakte? Cora: “Ik ben Haagse, heb in de buurt van de Schouwburg gewoond. Ik kende de Haagse cultuur, het toneel in de Schouwburg. Mijn broer – helaas jong overleden -  begeleidde Trins. Ik ging ook naar die voorstellingen. Dus we hebben een soort geschiedenis met elkaar. Hoewel ik haar een tijd niet gezien hebt, is ze goed te portretteren met dat opvallende gezicht en die grote, sprekende ogen.” De tekening wordt onthuld en er is applaus.

Er volgt een muzikaal intermezzo met een werk van de Deens/Duitse componist Von Kuhlau door Jos van der Lans, destijds collega zanger van Trins in het door haar opgerichte muziekensemble PianVoce (1992-2009). Aan de piano Janine de Leeuw. Het is tijd voor de laudatio. Kees Coolen, collega van de Haagse Comedie neemt ‘m voor zijn rekening. Ze zagen elkaar onlangs bij het stuk Genesis in het Zuiderstrandtheater.

Hemels

Coolen: “We liepen een stukje de trap op, en hielpen elkaar daarbij. Had jij gedacht dat we ooit samen hand in hand de trap op zouden lopen? Bij de Comedie waren we soms close, soms was er wat meer afstand, maar altijd was het heel vriendschappelijk. We hadden elkaar leren kennen in ’62. Er hing al een glans om je heen. Je kreeg een Theo d’Or voor je rol in een Schnitzler-stuk. In ’64 speelden we samen in een stuk van Van Loghem. Daarin waren wij verliefd. Toen Guido ons zag repeteren hoorde ik ‘kan ’t niet wat minder?’ Maar jij gaf me toen een stevige pakkerd. In Una Giornata Particulare speelde ik jouw brute fascistische echtgenoot, we speelden samen veel Tsjechov, de Driestuiversopera. In ‘Wie trouwt de weduwe?’ was ik was de Italiaan en jij de weduwe. Jij had muzikaliteit. Het was een genoegen je stem te horen met die mooie trillingen. Een paar jaar geleden bevonden we ons in Hotel New York in Rotterdam ter gelegenheid van een muzikaal event,  jij wist zo veel over Beethoven! We kwamen elkaar tegen in Filmhuis Den Haag bij Bunuel’s film ‘Journal d’ une femme de chambre’, ik zag je in het HOT Theater waar je een prachtige Antigone neerzette. Toen ik jou complimenteerde streek je me over mijn bolletje, dat vergeet je niet. We speelden samen in Slippers, en ik herinner me dat je weg was van het spel van Derek de Lint. Je was een gulle persoon. Ik herinner me feesten en partijen, onder andere de heerlijke bijeenkomsten in Delistraat bij jullie thuis. Het Sinterklaasfeest. We waren een grote familie. In 1979 was ik even in paniek. Ik regisseerde Hemels van Ibsen. Anne-Wil Blankers werd ineens ziek. Hoe moest ik verder? ‘Mag ik het script eens lezen’ hoorde ik van jou. En vervolgens vernam ik dat je de rol graag wilde spelen. Je deed het mooi en enthousiast, met overgave, het was een goede voorstelling. Nog bedankt, na zoveel jaar.”

Alleen maar dingen die ik fijn vond

De voorzitter van de Kunstkring, Will van Sebille, overhandigt vervolgens de oorkonde van het erelidmaatschap. “Het ontwerp is van Wim de Hertog, nog veel dank. Misschien is het mogelijk om de door jou gestarte traditie van het ontbijt met activiteit door zetten.”

Trins Snijders tot slot: “Ik heb alleen maar dingen gedaan die ik fijn vond, daar zit geen verdienste aan. Ik ben dankbaar voor iedereen die hier is gekomen. Het is een onverwacht moment voor mij.”

https://www.haagsekunstkring.nl/index.php/voorstellingen/954-feestelijke-huldiging-trins-snijders

 

 

Reageren