Tulpenmanie

In 1634 ontstond in de gewesten Holland en Utrecht een ware hausse in de tulpenhandel, die begin februari 1637 weer even abrupt eindigde. Deze tulpenmanie of bollengekte bracht speculanten en kopers aan de rand van de financiële afgrond.

In de zestiende eeuw werd de oorspronkelijk uit het Ottomaanse Rijk afkomstige tulp populair in Europa. Kwekers deden hun best om de meest gevarieerde en spectaculaire tulpensoorten te kweken. Er werden uiteindelijk honderden tulpenrassen geteeld en vooral de zeldzame exemplaren waren uiterst populair. De meest gevraagde tulpen waren levendig van kleur en hadden strepen en vlammen op de bloembladen – overigens een gevolg van een virusinfectie bij de tulpen.

Bol voor een grachtenpand

Tijdens de Gouden Eeuw bereikten de prijzen van de tulpenbollen in de Republiek extreme hoogten. De vraag naar de zeldzaamste soorten was enorm. In 1623 kostte één enkele tulpenbol van een populaire soort 1000 gulden, terwijl het gemiddelde jaarinkomen op 150 gulden lag. Tijdens de jaren dertig van de zeventiende eeuw liepen de prijzen zo hoog op dat een zak tulpenbollen soms evenveel opleverde als de verkoop van een rijtje Amsterdamse grachtenpanden. In 1635 wisselden veertig tulpenbollen voor 100.000 gulden van eigenaar. De beroemdste bol, de Semper Augustus, ging in Haarlem zelfs voor 6000 gulden weg. Een recordbedrag.

Speculatie en windhandel

In eerste instantie hielden alleen professionele kwekers en rijke hobbyisten zich bezig met de tulpenhandel. De verkoop van de bollen vond plaats tijdens de bloeiperiode in april en mei, wanneer de kopers de bloemen konden bekijken. In de nazomer, als de bollen gerooid werden, wisselden zij daadwerkelijk van eigenaar. Dat veranderde vanaf 1634, toen ook buitenstaanders zich met de handel inlieten en een ware speculatiegolf veroorzaakten. Handelaren verkochten tulpenbollen die nog maar pas geplant waren en die niemand nog in bloei had gezien. Dit leidde tot contracten voor levering in de toekomst, vergelijkbaar met wat wij tegenwoordig futures noemen.

Kritiek

Langzamerhand keerde de publieke opinie zich echter steeds meer tegen de tulpenspeculanten. Veel burgers zagen speculatie als een vorm van gokken, en daarmee als een ernstige zonde. Er verscheen een stroom van pamfletten waarin op vaak harde of sarcastische toon werd gewaarschuwd tegen deze handelspraktijken. De schrijvers waren van mening dat de speculanten – ook wel floristen genoemd – uit geldzucht de godsdienst verwaarloosden. Zij gaven zich over aan de heidense Flora, de bloemengodin uit de Romeinse mythologie. De pestepidemie die Nederland in die tijd trof, werd door velen gezien als een straf van God voor de tulpenhandel.

Terugval

In februari 1637 stortte in Haarlem de windhandel abrupt in toen een verkoper bleef zitten met een partij die hij voor 1400 gulden had aangeboden. In Alkmaar werd twee dagen later tijdens een veiling van tulpenbollen nog 90.000 gulden omgezet. Maar toen het nieuws van de onverkochte partij bekend werd, kelderen de week daarna de prijzen overal in Holland en Utrecht. Er ontstond een chaotische situatie met veel onenigheid over de geldigheid van de afgesloten contracten tussen verschillende handelaren. Al snel bleek dat de meeste floristen tulpen die ze niet bezaten, hadden doorverkocht aan kopers die de tulpen niet konden betalen.

Er moest wat gebeuren. In februari van dat jaar kwam een aantal vooraanstaande tulpenkwekers en -handelaars bijeen in Amsterdam om afspraken te maken over de afwikkeling van de tulpenhandel. De oplossing zou zijn dat kopers hun optiecontracten konden afkopen door de verkoper tien procent van de overeengekomen som te betalen. ‘Streep die 1 maar door, dan houd je nog een 0 over’, zo luidde het commentaar van de Amsterdamse hekeldichter Jan Zoet. Deze maatregel sorteerde weinig effect omdat de berooide speculanten zelfs die tien procent niet konden opbrengen. In februari 1637 dreigde daarom voor vele speculanten een faillisement, wat bovendien tot diepe armoede zou leiden. Uiteindelijk hoefden de kopers niets te betalen aan de verkopers, ook omdat zij meestal niet aan hun leveringsplicht konden voldoen.

Eerste speculatiegolf

De prijzen van tulpenbollen herstelden een klein beetje in de jaren na de instorting van de handel, maar de tijd van enorme bedragen was voorgoed voorbij. De Tulpenmanie wordt door economen gezien als de eerste uitgebreid beschreven bubbel (speculatiegolf) in de wereldgeschiedenis. De term tulpenmanie wordt vaak gebruikt als metafoor voor een grote economische bubbel

Reageren