Vlaanderen, land van het kant

Het vervaardigen van kantwerk is een kunstambacht dat in Vlaanderen en Brussel een eeuwenlange evolutie doorgemaakt heeft. Kant is waarschijnlijk ontstaan in de 15de eeuw en heeft zicht dan via vlaanderen verder verspreid over de rest van Europa en de wereld. Het bekendste procedé is het kantklossen, maar ook andere technieken werden hier ontwikkeld zoals naaldkant of een combinatie van beide soorten. Later tijdens de industrialisatie kwam er dan ook machinale kant.

In de 15de en 16de eeuw was er een nauwe culturele samenwerking tussen Vlaanderen en Venetië. Waardoor we niet met 100% zekerheid kunnen zeggen dat kant wel degelijk is ontstaan, maar Vlaanderen  was in elk geval het kantcentrum van de wereld. In geschriften is teruggevonden dat Keizer Karel beval dat de techniek van kant in de scholen en kloosters van de provincies van België onderwezen moest worden. 

De mooiste kant kan gemaakt worden met het fijnste vlasgaren. Het mooiste vlas was afkomstig van Vlaanderen en  dus werd kant uit deze regio nog meer gewaardeerd. Deze kwaliteit werd nergens anders bereikt.

Kantsoorten

Naaldkant

Deze kantvorm is ontstaan door draadjes uit de boord van onderkleding te trekken om deze te versieren. Deze onderkleding stak soms uit boven de kleren. De gaten die onstonden werden vervolgens omgeborduurd om een tekening te vormen. Doordat men steeds meer draden werden uitgetrokken werden de patronen steeds ingewikkelder. Nog later ging men dan eerst draden spannen  en deze zo omboorden.

Kloskant

Deze kanttechniek werd veel meer gebruikt dan de naaldkant want was goedkoper in productie. Kloskant wordt niet geborduurd, maar gevlochten met draadjes die op een klosje gewikkeld zijn. Het klosje dient als voorraad en heeft een soort steeltje waaraan het vastgepakt wordt. De klosjes worden altijd in paren gebruikt, die over het gehele werk bij elkaar blijven behoren. Een ervaren kantklosster kan werken met honderden klosjes tegelijk, die zeer snel om elkaar heen geslagen worden. De kloskant wordt gemaakt op een kantkussen. Men gelooft dat de wevers aan de basis liggen van het ontstaan van de kloskant.

Stedelijke soorten

Overal veel steden in Vlaanderen ontstonden kantsoorten met speciale kenmerkende tekeningen. Zo waren de figuren in Brugge, Aalst, Geraardsbergen, Beveren, Turnhout, Sint-Truiden en Lier heel verschillend. De naaldkant productie was dan weer geconcentreerd in het Waasland. 

Hoogtepunt

De 17e en 18e eeuw waren het hoogtepunt van de kant. De kant was dan een teken van rijkdom en verfijning. Het was een zeer prijzig luxe accessoire geworden en diende voornamelijk als versiering. Kant werd vooral gebruikt voor kragen, manchetten, mutsen, schorten, bij versiering van schoenen, in bruidssluier, in mantilla en sjaals. Ook huishoudlinnen ontsnapte niet aan deze mode tafelkleden, kleedjes, lakens werden versierd met kant. De minder rijke families kochten grovere kant of imitaties in haakwerk.

De export van kant uit vlaanderen naar heel Europa floreerde, maar door de vervoerskosten en bijkomende doanekosten, zorgden ervoor dat de prijzen echt de hoogte in gingen. Landen zoals Frankrijk en Engeland probeerden via extra belastingen  de import uit Vlaanderen te beperken om de productie van eigen kant te bevorderen.  De voorliefde voor de vlaamse kant was echter groter en geen van de maatregelen slaagde er in om de vraag naar kant te verminderen. 

Tags

Reageren