Wat heb je aan geld als je het niet uit kunt geven?

Ik was misschien elf of twaalf, toen ik op tv de film "Viva Villa" zag met in de hoofdrol Wallace Beery. Beery, die de revolutionair Pancho Villa speelt, heeft zichzelf tot president van Mexico benoemd. Hij heeft de opdracht gegeven dat er geld wordt gedrukt met zijn portret erop. De drukkers hebben hem verscheidene pallets geleverd met de nieuwe biljetten. Beery / Villa glundert van trots als hij de biljetten met zijn gelijkenis bestudeert. De drukkers geven hem de rekening. Hij wijst handenzwaaiend naar de stapels biljetten en zegt, 'Help je zelf'. Zij op hun beurt zeggen, 'We willen in goud betaald worden!'

Deze scène maakte indruk op mij. Voor de eerste keer begreep ik het verschil tussen een papieren dollar en een zilveren dollar. De laatste heeft intrinsieke waarde; en de eerste is zelfs minder waard dan het papier waarop het gedrukt is. In feite kost het de regering van de Verenigde Staten vijfdollarcent om een eendollarbiljet te drukken en het kost maar ietsjes meer om een bankbiljet "International Fund Special" van $ 100.000.000 te drukken.

Dit bedacht ik me onlangs toen ik kort geleden van huis ging om een middagfilm te bekijken. Het enige geld waarover ik beschikte waren vijf biljetten van 200 Euro die ik ontvangen had voor een rekening die iemand mij verschuldigd was. Een van die vijf biljetten nam ik mee. Mijn eigen bank lag niet in de richting van het centrum van Amsterdam. In plaats van daarheen te gaan wilde ik de eerste bank die ik fietsend naar het centrum tegenkwam binnengaan. Ik zag er al vrij snel een, sprong van mijn fiets, zette het op slot, en -- terwijl ik dichterbij de deur kwam -- zag ik een bordje in vier talen met het opschrift "This Bank Has No Cash".

Huh?

Willy Sutton, een Amerikaanse bankrover in de jaren dertig en veertig, kreeg ooit de vraag van een journalist waarom hij banken beroofde. Sutton, met een perplexe uitdrukking op zijn gezicht, antwoordde, 'Omdat daar het geld is!' Willy zou in deze tijd gefrustreerd zijn geraakt met al het plastic geld. De volgende bank waar ik halt hield, was overvol. Er stonden vier lange rijen. Er was echter een portier die mij beleefd vroeg wat ik precies kwam doen. 'Ik wil een biljet van 200 Euro in kleinere biljetten wisselen.'Ze vroeg of ik een rekening had bij deze bank. 'Nee' antwoordde ik. 'Het spijt me, meneer, we wisselen alleen geld voor onze eigen klanten.'

De film die ik wilde zien was in een nieuwe multiplex bioscoop met meer dan tien schermen. Een grote jongen. Ik zou het biljet aan hen geven. De jonge kaartjesverkoopster, bekeek mijn biljet alsof het om buitenlands geld ging 'Sorry, meneer, we accepteren geen geld van meer dan 100 Euro. Maar hiernaast kun je geld wisselen.' Dat klopte, niet meer dan dertig seconden later gaf ik het biljet aan een persoon die achter pantservrij glas verscholen zat. Ze zei 'Hiervoor brengen we u wel 3.50 Euro in rekening!'  Wat?? Om te wisselen ga ik toch niet betalen! Weg was ik. Niet ver hier vandaan was er een grote Engelstalige boekhandel in een voetgangerstraat. Nu kon ik het boek kopen dat ik al wilde kopen; en het leek alsof ik een korting van 3.50 Euro zou ontvangen. Mooi niet. Ik moet iets grofs gezegd hebben toen de jongen achter de kassa het biljet weigerde, want hij zei me 'Hé, daar heb ik geen schuld aan!'

In alle supermarkten in de stad zie je bij de kassa's of bij de ingang een afbeelding van 200 en 500 Euro met een groot rood kruis eroverheen. Er is zelfs een supermarkt die álle biljetten controleert door ze te belichten -- ja, ook de briefjes van vijf en tien Euro. Iedere keer als ik iets koop voel ik me geïntimideerd; en de twee of drie waakzame ogen van de digitale videocamera's versterken dit gevoel alleen maar. Dan sta ik daar en vraag me af wat er gebeurt als een van die briefjes van vijf Euro vals blijkt te zijn. Wordt het dan geconfisceerd? Wordt ik gearresteerd? Of geven ze het alleen maar terug? Na de boekwinkel stopte ik bij een grote bank. Een hoofdkantoor in het hart van Amsterdam. Goddank waren er geen klanten. Ik ging naar de balie waar drie medewerkers gebogen stonden over een PC terminal. Een van hen keek op en zei 'Sorry meneer, we kunnen u niet van dienst zijn. De computers liggen plat!' 'Ik wil alleen maar geld wisselen.' 'Zelfs dat kunnen we niet zonder computers!'

Niet zo lang geleden las ik een artikel over een kunstenaar met de naam JSG Boggs. Hij maakt "geldkunst". Met behulp van een computer maakt hij zijn eigen versie van bankbiljetten. Hij drukt ze in kleine oplage, signeert ze en geeft ze uit voor de waarde die erop staat. Als hij de "biljetten" als betaalmiddel aanbiedt, zegt hij erbij dat het "kunstwerken" zijn. En omdat de biljetten maar aan een zijde bedrukt zijn en alle letters en woorden een parodie zijn, "Grunt" in plaats van een afbeelding van "Grant" bijvoorbeeld, ligt het er dik bovenop. Toch is hij gearresteerd, een keer in Engeland en een keer in Australië. The USA Secret Service is zijn studio binnengevallen en heeft alle exemplaren en apparatuur meegenomen.

De biljetten van Boggs hebben enkel de bedoeling om te onderstrepen dat papieren geld een illusie is, 'Hoe we de complexe aard van het moderne bestaan zin geven door middel van symbolen, zoals dollartekens, portretten en cijfers.' Daarmee heeft hij een punt. De laatste keer dat ik mijn USA paspoort moest vernieuwen, belde ik het kantoor van het Amsterdamse Consulaat om te vragen hoeveel dat zou kosten. Het was geloof ik $ 70. Ik kreeg echter te horen  dat dat niet betaald kon worden met credit cards, uitgeschreven checks of biljetten van 50 en 100 dollar. Nederlands geld was OK. Dat ter toelichting van de illusie.

Maar keren we terug naar het verhaal. Ik stond op het punt wanhopig te worden in een mijn zoektocht naar wisselgeld.Ik besloot nog naar één grote bank te gaan voordat ik naar mijn eigen bank een half uur hier vandaan terug zou fietsen. Deze bank bevond zich op het Leidseplein. Ik ging in de rij staan en toen ik aan de beurt was overhandigde ik mijn biljet van 200 Euro. De kassamedewerker nam het, keek me niet aan, bestudeerde het niet, legde het niet onder speciaal licht, maar vroeg alleen welke grootte van biljetten ik wilde hebben. Gosh, net als in de goede oude tijd. Terwijl ik het gebouw uitliep, realiseerde ik me dat ik het begin van de film gemist had.

Het was echter een goede ervaring. Ik had iets geleerd: ik zal geen biljetten van 200 of 500 Euro meer accepteren voor de betaling van zaken.

Ik bedoel maar, wat heb je aan geld als je het niet kunt uitgeven?

 

Reageren