Waterloo Veteranen - Brief van fusilier Veeren aan zijn vrouw 31 maart 1815

Hartelijk geliefde Ceetje! Zie daar weder de nieuwe elende, naauwelijks zijn wij hier gekoomen of en dat ik dagte tegen wanneer ik eens een uitstapte na uw toe zoude kunnen doen, of de order koomt, dat wij moeten marcheeren, naar Leaut bij Leuven in Braband, en ons daar onder de orders stellen, van den generaal CHASSE gij kunt danken lieve Ceetje bij 't hooren van deeze tijding wat ik gevoelde , 't schijnt dat onse rampen nooit zullen ophouden, en God weet wat ons nog tegemoet staat, dog God die mijn op wonderbare wijs bewaard heeft, zal mijn wel verder beschermen dog Lieve Ceetje de moed is mijn te vol om uw te troosten, want ik gevoel te zeer uw gemis, tog wan­neer ik deeze maal 't echappeer dan zal mijn geen mensch weer van uw verwijderen, dan 't is nu eenmaal laaten wij 't door raisonne­ment zoeken te booven te koomen, om onse gezondheid te bewaar­en, en ons niet rampzaliger te maaken, dan daar en boven mijne hartelijke lieve schat denk in welk een situatie ge zijt, en gij niet voor uw zelven leeft, na 't einde van deeze campagne gaat ik zeker af, al hebben wij 't dan iets minder, zo leeven wij dan ten minsten te vreeden, en wie weet wat er in die tijd gebeurde. Ik hoop mijn beste Ceetje dat gij gerust stellende brieven van mijn ouders zult ontfangen hebben, 't geen mijn ook zeer inquieteerd, zo dra als ik op de nieuwe destinatie zal zijn aangekomen, zal ik papa en mama, Cateau en Pietje schrij­ven nu permiteeren 't mijne bezigheden niet, en ben er ook geenzints toe gedisponeerd, bij gelegenheid maakt hun mijn Comp(limen)t, - Gelukkig lieve Ceetje dat ik Willem niet meede heb genomen, wat zoude ik met die arme jonge ver­leegen zijn geweest, schrijf mijn eens hoe hij zig gedraagt ik hoop vol­doende berigten over hem te krijgen, wanneer gij kunt mijn beste zo laat hem wat na school gaan, want zulks heeft hij nog zeer nodig. -

Lieve Beste vrouwtje! Ik heb wel niet veel goed bij mijn, maar tog nog te veel om 't soms tijds te verliezen, wanneer wij somtijds ('t geen niet te denken is) verder moesten zal ik 't uw overzenden benevens mijn Horlogie of 't laten bezorgen bij van Houten zijn ouders die in leuven zijn, in alle gevallen mijn beste schat, wagt ik een brief bij mijn arrivement al­daar, volgens 't nevengaande adres, meldt mijn hoe gij mijn Engel daar over denkt, ik brand van verlangen iets van uw te hooren, Ik behoef uw niet te zeggen gij niet moet zuimen mijn direct te schrijven;

Het spijt mijn zeer Lieve Ceetje ik mijn doos met tan­tepoeder vergeeten heb, 't zal zeer ongemakkelijk zijn mijn die te bezorgen dus zal mijn hier maar wat koopen. -

Den Overste de JONGH die mijn schreef dat zijn Batt(aillon) zo zwak waar en dus niet marcheerde zulks schijnt ook verandert te zijn, want den morgen toen wij geertruidenberg marcheerde kwamen juist zijn quartiermakers aan, zo dat alles op de been is, Lieve Ceetje schrijf mijn zo dikwijls doende, ik zal uw vlijtig schrijven dit (hoe ik anders tegen schrij­ven) is mijn eenigste vermaak, hoe gaarne ik mijn nog eenige ogenblikken met mijn dierbaarste pand bezig hield, zo word ik verhindert door 't bezoek van van HOUTEN en UMBGROVE, die zeer hun compl. verzoeken zo als al de Heeren; aan Nassau heb ik moeten schrij­ven, dat hij zo spoedig mogelijk moet opkomen Ja mijn Hartelij­ke aan Willem en famille verzogt, als mede aan bekende Zo geloof mijn ik nimmer zal ophouden te zijn UEd. zeer Liefheb­bende en getrouwe Man.

                                                            T.C.C. VEEREN

P.S. mijn Cachet heb ik ook vergeeten waar ik zeer om ver­leegen ben wanneer Nassau voor zijn vertrek bij uw mijn beste zo geeft hem 't meede Adieu mijn Lieve Ceetje ik omhels uw duizendmaal in gedagte. - Mijn adres aan den Capt. T.C.C. VEEREN bij 't 2e Batt. Inf. van Ligne bij de 3e Divisie van 't Mobile corps gecommandeert door den Gen(eraa)l Chasse hoofdquartier te Leuven gecantonneerd

Tags

Reageren