De oorlog tegen het terrorisme als laatste struikelblok voor Balkenende

De besluitvorming die in maart 2003 leidde tot Nederlandse politieke steun van de Irakoorlog kon vanaf het begin al rekenen op kritiek. Toen er in een publicatie van het NRC Handelsblad op 17 januari 2009 werd gesteld dat een kritische ambtelijke notitie van juristen van het ministerie van Buitenlandse Zaken genegeerd zou zijn ten tijde van de besluitvorming werd de druk onhoudbaar.

Om de lucht te klaren riep het kabinet-Balkenende IV diezelfde maand nog de Commissie-Davids in het leven. Het verzoek voor een parlementair onderzoek naar de zogenaamde Irak kwestie, lag al langer op tafel. Het CDA onder leiding van ministerpresident Jan Peter Balkenende, had dit verzoek echter altijd van tafel geveegd. Saillant detail hierbij is dat Balkenende zelf aan het hoofd stond van zijn eerste demissionair kabinet, op het moment dat Nederlandse politieke steun verleende aan de oorlog in Irak. Ook werd wel gesteld dat de benoeming tot secretaris-generaal van de NAVO van Jaap de Hoop Scheffer, voormalig minister van Buitenlandse Zaken, verband zou hebben gehouden met de Nederlandse steun. 

Conclusie

Op 12 januari 2010 presenteerde de aangestelde commissie haar bevindingen in een rapport. De conclusies waren vernietigend. Zo zou er geen adequaat volkenrechtelijk mandaat voor de inval in Irak zijn en Premier Balkenende zou geen of weinig leiding hebben gegeven aan de debatten over Irak. Ook het feit dat de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst MIVD) genuanceerder waren geweest over Irak dan buitenlandse inlichtingendiensten, was niet meegenomen door de toenmalige Nederlandse ministers in hun besluitvorming. Bovendien was de informatieverstrekking aan de Tweede Kamer op sommige momenten onvoldoende geweest.

Gestruikeld voor de finish

Volgend op de bevindingen van de Commisie-Davids werd in het Tweede Kamerdebat een motie van wantrouwen ingediend door vijf oppositiepartijen. Het kabinet-Balkenende IV wist deze motie te overleven, maar zou een maand later op 20 februari 2010, alsnog struikelen over de besluitvorming van de Nederlandse militaire missie in Uruzgan, een provincie in Afghanistan. Na eerder leiding te heben gegeven aan drie  gevallen regeringcoalities wist ministerpresident Jan Peter Balkenende ook met zijn laatste kabinet niet een volledig regeertermijn te voltooien.    

 

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0