De onbekende Haagse periode van Keith Haring

Keith Haring’s werk is bij een breed publiek bekend. Zijn Haring baby, de blaffende hond, de man met het gat in zijn torso en engeltjes zijn verwerkt op T-shirts, telefoonhoesjes, koffers, pennen, multomappen, posters, buttons, koelkastmagneten, opschrijfboekjes, tassen. En dan is de lange rij nog niet compleet. 

Keith Allen Haring (4 mei 1958 - 16 februari 1990) was een Amerikaanse kunstenaar wiens popart en graffiti-achtig werk voortkwamen uit de straatcultuur in New York City uit de jaren tachtig. Zijn cartoonachtige schilderingen en tekeningen gingen onder andere over aids, drugs en apartheid. Hij kreeg internationale faam.

Internationale doorbraak

In het begin van zijn loopbaan was hij diverse keren in Nederland. Zijn internationale carrière startte hier, in Amsterdam, Rotterdam en – dat zullen weinigen weten – ook in Den Haag, met daarin een rol voor ons eerbiedwaardige museum Panorama Mesdag.

Dat zat zo. In 1979 koop de Rotterdamse galerie Black Cat aan de Mauritsweg werk van Keith Haring.  Galeriehoudster Barbara Farber zet voor f 5000 (€ 2200) een schilderij van Haring in de etalage. Drie jaar later, in 1982 nodigt Gosse Oosterhof van de Rotterdamse Kunststichting Haring uit voor zijn eerste Europese eenmansshow in Galerie ’t Venster. Deze gemeentelijke kunstinstelling signaleert grensverleggende, internationale kunst voordat deze in de musea komt. 

Bob Lens 

De Haagse Fluxus kunstenaar Bob Lens komt vaak in deze galerie. Omdat hij geregeld in New York verblijft is hij geïnteresseerd  in nieuwe Amerikaanse kunst.  Bob Lens, geïnterviewd door Chris Reinewald: “De kunstscene in New York was ‘kokend’ in die dagen. Keith Haring brak met Jean-Michel Basquiat in juni 1980 door op de Times Square Show, een expositie van Collaborative Projects Incorporated (Colab) en Fashion Moda. De deelnemende kunstenaars bepaalden zelf wat ze ophingen of deden.” 

Op 26 maart babbelt Bob Lens met de New Yorkse galeriehoudster Barbara Gladstone tijdens de opening bij ’t Venster van een tentoonstelling van het werk van Vernon Fisher, een Texaanse schilder. Weet zij  toevallig wie toch die krijttekeningen op de lege, zwarte advertentieborden in de New Yorkse underground maakt? Hij is zelfs een hele route met de subway meegereden om op de stations de frisse krijttekeningen te bekijken.    

“Keith Haring deed dat”, antwoordt ze. “Hij komt hierna exposeren. Ik heb wat proefdrukken van zijn litho’s bij me. Als je interesse hebt...” Lens bekijkt ze en bestelt er een, die Gladstone later opstuurt.

Zij belt hem ook met een vraag. “Zou jij Keith kunnen opvangen, als hij naar Nederland komt? Het is zijn eerste reis naar Europa en hij is nog zo jong.” 

Panorama Mesdag 

Het is een verkapt verzoek om een logeeradres voor Haring. Hij blijft wat langer in Nederland, omdat hij voor de expositie ook in ’t Venster gaat werken. Bob en Ellen Lens bewonen met hun kleuterdochter Sarah-Mezjdah het voorhuis van Museum Panorama Mesdag in Den Haag. Geen probleem, vindt Lens. Haring kan logeren in Sarahs kamer. 

Het klikt tussen Keith en zijn gastheer, die qua leeftijd een oudere broer had kunnen zijn.In de opgeruimde logeerkamer wist Lens ook twee schoolbordwandjes schoon.  

De eerste nacht maakt Keith met een stukje wit krijt, dat hij in zijn kamer vindt, twee tekeningen op de school borden. Links dragen twee energieke figuurtjes een piramide een hoge trap op.Een blaffende hond wacht ze op, belicht door een stralende gloeilamp. De trap loopt verder naar beneden door in het rechterdeel met bovenin een lachende Mickey Mouse onder een fries met vijf ‘radiant baby’s’. De tekeningen werden op de muren met schoolbordverf aangebracht, ze werden niet voltooid, want het krijt was op. De tekeningen konden niet verwijderd worden en zijn op zeker moment vernietigd. Was dit niet gebeurd, dan had Den Haag de eerste Haring-muurtekeningetjes van Nederland gehad! 

Laak-kwartier 

29 april 1982, de dag voordat Haring in Rotterdam aan de slag gaat, neemt Lens hem op sleeptouw. Ze rijden in Den Haag langs een wandschildering die Lens in het Haagse Laak-kwartier maakte. “Dat is een volksbuurt, waar ze eens een wijkagent uitgekleed hebben en toen wegstuurden”, legt Lens aan Haring uit. “Maar als je goed contact legt met de bewoners, dan respecteren ze je.Jong en oud hielpen mij met schilderen. Ze groeten me hartelijk als ik er weer eens kom.” 

Lens’ verhaal slaat aan. Keith zegt: “Met mijn subway-tekeningen kwam ik ook dicht bij de mensen op straat.” Dat lijkt hij te missen. “Ik werk ook graag met kinderen. Het liefste zou ik kinderspeelplaatsen maken.” 

Scheveningen 

Bob rijdt naar Scheveningen om Keith de haringpakhuizen te laten zien. Ja, Haring is inderdaad van verre Nederlandse komaf. Soms signeert hij met een mannetje dat een vis boven zijn hoofd houdt. Haring moet lachen om de naam van het Badhotel, bad hotel.  

Ze gaan daarna naar het Gemeentemuseum Den Haag – Mondriaan – en dan wil hij ook graag naar het Stedelijk Museum in Amsterdam om Cobra te zien, Alechinsky, Lucebert, Dubuffet. Met hen voelt hij zich verwant. Met hun werk, dat hij alleen uit boeken kent. Hij heeft ook een uitnodiging voor een expositie van Robin Winters, een bevriend New Yorkse kunstenaar. Winters exposeert in ‘The Living Room’, de alternatieve huiskamergalerie (van Bart van de Ven en beeldhouwer Peer Veneman) aan de Wagenaarstraat in Amsterdam-Oost. Lens: “Zijn we ook heen gegaan. Rob Scholte ontving ons daar. Ze hebben even gepraat.” 

Donald Duck  

Daarop werkt Haring twee dagen aaneen in ’t Venster: zo’n vijfentwintig tekeningen op papier, waarvan hij niks weggooit. Ook beschildert hij de grote ruit van de galerie, op de eerste verdieping aan de Oude Binnenweg. Hij is blij een Donald Duck t-shirt op de kop getikt te hebben.“Omgerekend maar $ 8. Dat ben ik in New York nooit tegengekomen.” 

Vanaf zijn werkplek, eenhoog achter het raam, de Koninginnedag-drukte inkijkend, ziet hij ook nog een Mickey Mouse-ballon op zilverfolie. Zo’n ballon wil Keith ook. Willem Oorebeek, galeriehulp, gaat op pad en vindt de verkoper. Mickey, maar dan zonder zijn oren, komt terug in een tekening met twee juichende mannetjes en de verticale letters USA. 

Tussendoor wipt nog iemand van Poetry InternationaI langs. Of Keith niet samen met cabaretier Freek de Jonge een tekening wil maken. Okee. Rond De Jonge’s  stram gebogen figuur met zijn tekst ‘Kunst is een knieval voor de tijd’ tekent Keith huppelende figuurtjes met een dobbelsteen. 

Gele engel  

Op de opening is Barbara Gladstone er weer. In haar gezelschap is nu Tony Shafrazi, bevriend kunstenaar en kunsthandelaar, waar Haring betaalde klusjes voor doet. Andere belangstellenden zijn Emmy Tob en Monique Perlstein die hem in 1983 bij hun Galerie 121 in Antwerpen zullen exposeren. Zij kopen echter niets. De dollar staat hoog. Daardoor kost een Haring-tekening van $ 500 dollar:  1250 gulden, nu zo’n € 570. Teveel voor potentiële kopers. 

Conservator Geert van Beijeren koopt voor Museum Boijmans van Beuningen de tekening ‘Fuck You’ (gericht tegen kunstcritici). Verdere verkopen blijven uit. Alleen Oorebeek koopt voor $ 100, € 114, een vriendenprijs, Harings enige Nederlandstalige tekening met de tekst ‘gele engel’. Het is een in memoriam. 

Publicitair trekt de expositie amper aandacht. In de dagbladpers schrijft alleen Paul Groot in NRC Handelsblad een doorwrochte beschouwing met een vraaggesprek.  Twee maanden na Rotterdam zal Haring meedoen aan de Documenta in Kassel, de internationale graadmeter waar musea hun tentoonstellingsbeleid op afstemmen. Hij exposeert werk dat hij samen met L.A. II (Little Angel alias de dan 15-jarige Angelo Ortiz) heeft gemaakt.  

Het systeem 

Al eerder bekende Keith aan Bob Lens dat hij bang was om als professioneel kunstenaar zijn onbevangenheid te verliezen: “Maar om altijd te kunnen schilderen moet ik af van mijn bijbaantjes –  kok of bloemenbezorger. Ik wil leven van mijn werk, maar de kunsthandel drijft de prijzen op.

Daar kun je als kunstenaar niet onderuit. De ironie […] is dat de versieringen voor de straat zijn gemaakt maar ook pijlsnel als bourgeoiskunst geaccepteerd worden. Natuurlijk is het leuk dat ik in dat systeem meeloop, maar ik ken het voldoende om er sceptisch bij te blijven.” 

Lens: “Hij maakte natuurlijk al straatkunst die origineler was dan de meeste graffiti. Keith had veel meer kennis-van-zaken. Mij leek hij intelligenter te werk gaan dan de andere graffiti-kunstenaars.” 

En dan wordt Keith Haring wereldberoemd

Bob Lens is geïnterviewd door Chris Reinewald in het kader van een boekje dat hij schreef over Keith Haring in opdracht van Dutch Graffiti Libary  in samenwerking met Stedelijk Museum Amsterdam.  

Afbeeldingen

1) Panorama Mesdag, 2) Keith Haring beschildert het raam van Galerie ’t Venster, 3) The Dutch adventures of Keith Haring. Amsterdam notes. Auteur: Chris Reinewald. Uitgegeven door Dutch Graffiti Library. In samenwerking met Stedelijk Museum Amsterdam, 3) Schoolbordtekeningen Keith Haring 1982 in kinderkamer Sarah-Mezjdah Lens, 115x70cm,  vernietigd, foto Bob Lens. Deze afbeelding komt uit boek van Reinewald. 

https://www.dutch-graffiti-library.nl/the-dutch-adventures-of-keith-haring/

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0