Marine in zelfde schuitje als De Ruyter

Het 525-ste jubileum van de Koninklijke Marine staat  in de schaduw van krimp bij Defensie van 1 miljard. De marine verkeert in goed gezelschap. Zeeheld Michiel de Ruyter had in zijn tijd ook last van bezuinigingen. 

Slecht onderhoud  

Michiel de Ruyter zag het op 22 april 1676 niet zitten om de zee op te gaan. “Schepen van de Nederlands-Spaanse vloot waren niet goed toegerust,” zegt militair historicus Anselm van der Peet. Slecht onderhoud aan de schepen, te weinig munitie en beroerde communicatie met de Spaanse zeelieden speelde de vloot parten. De Ruyter kreeg gelijk. Er viel tijdens de Slag van Agosta een groot aantal gewonden vooral aan de Nederlandse kant, waaronder ook bevelvoerder De Ruyter. De Franse admiraal Duquesne trok zijn vloot terug uit respect voor zijn legendarische tegenstander. Hierdoor eindigde de slag onbeslist. Michiel de Ruyter bezweek een week later aan zijn verwondingen. 

Vaarwegen minder veilig

Net als De Ruyter kampt de Koninklijke Marine met een krap budget. “Een bevoorradingsschip is vroegtijdig afgestoten. Het andere volgt. Omdat het nieuwe nog niet klaar is, komen we een jaar zonder te zitten,” zegt woordvoerder Jorgen Geers van de marine. Vier van de tien mijnenjagers gaan eruit. Die zijn volgens Geers nodig om de vaarwegen binnen en buiten Europa open te houden. Bijvoorbeeld voor de kust van Libië. Maar ook in Europese wateren liggen nog altijd mijnen uit de Tweede Wereldoorlog. “Met minder schepen kunnen we de veiligheid van de vaarwegen niet garanderen.”

Defensiespecialist Rob De Wijk in Het Parool:“Zodra het economisch tegenzit wordt het leger gesloopt. Gaat het goed of worden we aangevallen, dan wordt er geïnvesteerd. We lopen altijd achter de feiten aan.”

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 1