Beelden en Bijbels

De Renaissance was een culturele stroming die begon in Italië en gedurende twee eeuwen uitwaaierde over heel Europa. De term betekent niet voor niets ‘wedergeboorte’: allerlei kunstenaars, schijvers en denkers gooiden het roer radicaal om. Het begin van de (vroeg)moderne wereld.

Waneer de Renaissance precies begon, is onduidelijk. Er hing namelijk al langere tijd verandering in de lucht. Schilders als Giotto en dichters als Dante en Petrarca legden in de 13e eeuw al het grondwerk voor de Renaissance in Noord-Italië. Ze twijfelden aan gegeven wijsheden, sloegen er Romeinse auteurs op na en ontwikkelden nieuwe vormen van kunst. Rond 1400 kwamen de zaadjes tot bloei in Florence onder leiding van de rijke Medici familie. De Medici’s hadden een grote liefde voor de kunst en lokten de beste kunstenaars van Noord-Italië naar hun stad. Ongeveer een eeuw lang zag Florence een bijna eindeloze parade van genieën. Rafaël, Da Vinci, Michelangelo, Botticelli, Donatello: allemaal woonden en werkten ze in de stad, samen met vele andere schilders, beeldhouwers en dichters.

Terug naar klassieken

Toch had de Renaissance zeker niet alleen maar invloed op de kunst. Het was een wedergeboorte die de hele Europese cultuur omhelsde. Middeleeuwse schrijvers sloegen de auteurs uit de Oudheid er vooral op na voor feitelijke informatie. Aristoteles bijvoorbeeld werd nog steeds gezien als ‘up-to-date’. Maar in de Renaissance verschoof die aandacht: liefdesgedichten, heldenepossen en geschiedenissen raakten in zwang. Door de val van Constantinopel in de 15e eeuw kregen Europeanen ook opeens weer toegang tot een grote hoeveelheid Griekse literatuur die eeuwenlang verdwenen was. Oude teksten werden voor het eerst echt kritisch bestudeerd en gezuiverd van Middeleeuwse toevoegingen.

Strebertjes

De Grieken en Romeinen hadden een hoge standaard gezet. Dat spoorde Renaissancekunstenaars en -denkers aan om niet alleen de klassieke Oudheid te evenaren, maar zelfs voorbij te streven. Ongeëvenaard realisme in de kunst en een nieuwe manier van denken waren het gevolg. Zo ontstond er een grote groep intellectuelen, de humanisten, die helemaal vervuld raakten van de Griekse en Romeinse waarden. Ze schreven over politiek, filosofie en educatie, joegen op bewaard gebleven oude teksten en geloofden in de kracht van menselijke intelligentie en talent. Die houding zorgde ervoor dat ze niet alleen antieke teksten, maar ook de wereld om zich heen, heel anders gingen bekijken. Renaissancewetenschappers zetten daarmee de eerste stappen naar de moderne wetenschapelijke methode van kritisch onderzoek, gebaseerd op empirisch bewijsmateriaal.

De denkers en doeners van de Renaissance waren zich er goed bewust van dat ze met iets nieuws bezig waren. De drukpers, uitgevonden in 1439, zorgde ervoor dat ze hun wetenschappelijke en artistieke ideeën veel gemakkelijker konden verspreiden. De nieuwe ideeën kwamen eerst in omloop in de verschillende stadstaten van Noord-Italië en bereikten uiteindelijk ook de rest van Europa. In de Lage Landen zou de Renaissance dan ook pas later tot bloei komen, maar net zozeer verandering met zich meebrengen als in Italië.

Desastreuze spelfouten

De Renaissance was het startpunt van de moderne wereld, maar bleef toch vooral behouden tot de elite. De gewone bevolking leefde min of meer hetzelfde als voorheen en kreeg weinig mee van al die staaltjes van geniale kunst en cultuur. Erasmus was zo’n gewone burger, tot zijn intreding in de kerk. Daar kreeg hij de mogelijkheid zich te richten op de studie van klassieke talen en teksten. Het bleek een schot in de roos. Erasmus groeide uit tot een humanistische superster, gelezen in heel Europa. Hij is vooral bekend om zijn humoristische Lof der Zotheid, maar zijn grootste wapenfeit is de eerste kritische editie van het Nieuwe Testament. Door eeuwen van kopieëren waren er nogal wat fouten in de Griekse tekst van het Nieuwe Testament gekropen. Erasmus probeerde die eruit te halen aan de hand van contemporaine Griekse teksten. Dat was een succes, maar een aantal kerkelijke praktijken bleek opeens heel wat minder goed verdedigbaar.

Net als Erasmus merkten veel van zijn humanistische collega’s ook fouten en misstanden binnen de kerk op. Die bleek door en door corrupt en priesters hielden zich niet aan leefregels die ze wel aan hun volgelingen oplegden. De humanisten werden feller en drongen aan op hervormingen. De kerk wilde ondertussen alleen mondjesmaat de ergste misstanden aanpakken. In 1519 barsste de bom: Maarten Luther brak met de katholieke kerk, wist behoorlijk wat mensen met zich mee te krijgen en luidde zo een tijdperk in van religieus fanatisme, vervolgingen en godsdienstoorlogen.

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 1