Bommen en Blowen

Na de Tweede Wereldoorlog lag Europa in puin. Veel steden, waaronder de Nederlandse, moesten weer worden opgebouwd met Amerikaanse steun. De periode na de oorlog ging niet alleen gepaard met economische groei, maar bracht ook nieuwe politieke spanningen met zich mee.

Drie jaar na  afloop van de Tweede Wereldoorlog ging het European Recovery Program (ERP) van start, beter bekend als ‘Marshallhulp’. Het programma, vernoemd naar de initiatiefnemer en toenmalig Amerikaanse minister van Buitenlandse zaken George C. Marshall, richtte zich op de economische wederopbouw. Amerika zond in totaal voor 12,4 miljard dollar aan geld, goederen, grondstoffen en levensmiddelen naar Europa.

Verdeling

Ondanks de positieve kracht van de wederopbouw lag  het gevaar van een nieuwe oorlog op de loer. De geallieerden bevrijdden Europa eensgezind van het nazisme, maar die eensgezindheid verdween snel van het toneel om in een machtstrijd tussen het ‘kapitalistische’ Westen en het door de Sovjet-Unie aangevoerde communistische Oosten te verzanden. Europa raakte tot op het bot verdeeld. Dwars door het verslagen Duitsland kwam de grens tussen oost en west te liggen: het IJzeren Gordijn.

Onafhankelijkheid

Niet alleen in het verdeelde Duitsland en Europa vond een politieke machtsstrijd plaats. Ook voor Nederland brak na de oorlog een turbulente periode aan. Deze speelde zich af op koloniaal grondgebied, aan de andere kant van de wereld.  Nadat Nederlands-Indië van de Japanners was bevrijd, werd onder leiding van Soekarno het land in 1945 onafhankelijk verklaard.

Nederland zag de koloniën echter als essentieel voor het politieke aanzien en de wederopbouw van het land en startte een militaire operatie, ook bekend als de politionele acties. Door de dreiging van de VS de Marshallhulp aan Nederland te staken, haalde Nederland bakzeil en erkende op 27 december 1949 de Indonesische onafhankelijkheid.

BN-ers & Sinterklaas

Dichterbij en in huis deden zich ook grote veranderingen voor. Begin jaren vijftig deed een nieuw ‘meubelstuk’ zijn intrede in de Nederlandse huiskamer: de televisie. Na de radio maakte dit tweede massamedium de wereld relatief een stuk kleiner. Mensen zoals Mies Bouwman die via de zogenaamde ‘beeldbuis’ in de Nederlandse huiskamers verschenen, werden ‘bekende Nederlanders’ van het eerste uur. Het fenomeen van spelletjes- en liefdadigheidsshows en de jaarlijkse uitzending van de uitzending van de intocht van Sinterklaas werden populair.

Burgerlijkheid & Gastarbeiders

In het decennium dat volgde op de jaren vijftig begon dIe jongere generatie wereldwijd tegen de gevestigde orde aan te schoppen. In Nederland kregen de verzuilde ‘hokjesgeest’ en burgerlijkheid er van langs. Er ontstonden demonstraties voor meer inspraak op universiteiten, vrouwenemancipatie en tegen kernwapens. Deze protesten manifesteerden zich  op het Haagse Malieveld  en rond het beeldje ‘Het Lieverdje’ van Carel Kneulman op het Amsterdamse Spui.

Maar de economische welvaart en verbetering van het onderwijs zorgde ook voor iets anders: een tekort aan goedkope arbeidskrachten. Vanaf 1961 kwamen dan ook de eerste officiële gastarbeiders naar Nederland. De gastarbeiders werden in de eerste plaats gezien als tijdelijke bezoekers; integratie in de Nederlandse cultuur of het leren van de taal werd niet verwacht. Maar de buitenlandse arbeidskrachten bleven, ondanks een stagnerende economische groei vanaf 1970, toch liever in Nederland waar de kansen nog altijd groter waren dan in het thuisland.

De oliecrisis van 1979 zorgde voor een verdere welvaartsterugval. Wereldwijd wonnen conservatieve politieke partijen met Margaret Thatcher in Engeland en Ronald Reagan in de VS als bekende kopstukken. Zij waren aanhangers van de economische overtuigingen van Milton Friedman, die van mening was dat zo min mogelijk inmenging van de overheid zou leiden tot betere marktwerking en een welvarende economie.

Revolutie

Ook in de Sovject-Unie stonden politieke veranderingen op stapel. Nieuwe partijleider Michail Gorbatsjov zag halverwege de jaren tachtig het morele gezag van het communistisch bewind zienderogen verminderen en besloot tot partijhervormingen met meer politieke vrijheid. Uiteindelijk resulteerde dit in meerdere revoluties in het laatste jaar van het decennium. Bijna alle communistische regimes verdwenen uit de ‘Oostbloklanden’. Het hoogtepunt  was de afbraak van de Berlijnse Muur, sinds 1961 de fysieke verschijningsvorm van het IJzeren Gordijn en hét symbool van de Koude Oorlog.

Positivisme of niet?

Met het eindigen van de Koude Oorlog en de val van het IJzeren Gordijn, overheerste in het laatste decennium van het millennium een gevoel van optimisme. In Zuid Afrika werd Nelson Mandela na 27 jaar gevangenschap vrijgelaten en de apartheid in het land opgeheven. Bovendien zorgde de razendsnelle opkomst van nieuwe technieken zoals internet en mobiele telefonie voor een ongekende economische groei. Op medisch vlak werd een succesvolle behandeling ontwikkeld tegen het Hiv-virus, dat begin jaren tachtig voor het eerst de kop op stak. Het optimisme was niet blijvend. Begin jaren negentig vond weer een oorlog plaats: de Golfoorlog, naar aanleiding van de inval van Irak in Koeweit. En de populaire Amerikaanse president Clinton verloor bijna zijn ambt omdat hij loog over een affaire met een stagiair. En de economische groei door het internet zou ook niet lang stand houden. 

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0