Mythen en Marmer

De Oudheid is het beginpunt van de geschreven geschiedenis. Voor het eerst legden mensen hun levens vast. De periode omvat alles van de bouw van de piramides tot de val van het Romeinse Rijk. Binnen Europa betekent de Oudheid vooral de tijd van de Grieken en Romeinen. Eeuwen met een blijvende invloed op de Europese geschiedenis.

De Europese geschiedenis begon in Griekenland. Het oude Griekenland was verdeeld in allerhande staten en steden, van koninkrijken tot democratieën. Een van die staten was de stad Athene. Gedurende de vierde eeuw voor Christus was Athene een democratisch en cultureel centrum met enorme invloed. Grote namen als Socrates, Plato, Aristoteles, Euripides, Sophocles en Phidias woonden en werkten in de stad. Veel van onze moderne ideeën over kunst, cultuur, theater, filosofie, beschaving en schoonheid  vonden hun oorsprong in deze periode.

Wereldmacht

De veroveringen van Alexander de Grote brachten de Griekse wereld in contact met het oosten. De veroveringen van de Romeinen verspreidden het Griekse gedachtegoed juist over Europa. Rome groeide in een aantal eeuwen uit van een klein stadje tot een enorm wereldrijk. Net als sommige Griekse steden kende ook Rome ooit een democratisch systeem. Dat kwam steeds verder onder druk te staan door ambitieuze generaals zoals Julius Caesar. Caesars adoptiefzoon, de latere keizer Augustus, wist na een lange en bloedige burgeroorlog in 31 voor Christus definitief de macht te grijpen. Rome was voortaan een keizerrijk.

Na de vele veroveringen van Romeinse generaals was het Rijk ondertussen enorm gegroeid. Het strekte zich uit van Schotland tot Arabië. Ook Nederland was deel van het keizerrijk. De grens van het Rijk, de limes, liep langs de Rijn. Daar bouwden de Romeinen een heel netwerk aan forten en wachttorens. Die moesten invallen van vijandige stammen tegenhouden. Een aantal Nederlandse steden, zoals Utrecht, Nijmegen en Maastricht, werd gesticht door Romeinse troepen of langs Romeinse wegen. De Romeinse troepen brachten een heel nieuwe levenswijze met zich mee. Het  merendeel van de bevolking was nog steeds vreselijk arm en moest rondkomen van de landbouw. Toch groeiden er ook voor het eerst echte steden in onze regio, zoals het huidige Xanten, Keulen en Trier. Daar verrezen paleizen, tempels, villa’s, badhuizen, bibliotheken, scholen en amfitheaters.

Multiculti

Het bleef niet alleen bij imposante bouwwerken. De Griekse cultuur had grote invloed op de Romeinse elite. Romeinse dichters, denkers en kunstenaars namen het Griekse erfgoed over en gaven er hun eigen draai aan. Die mengelmoes van Griekse en Romeinse cultuur vond ook zijn weg naar onze streken. Grootgrondbezitters lieten hun villa’s decoreren met afbeeldingen uit de Griekse mythologie. Zowel Germanen als Romeinen genoten van de badhuizen. Toch bleef er ook veel van de lokale Germaanse cultuur behouden, bijvoorbeeld in de goden die vereerd werden. Verschillende culturele tradities gingen hand in hand in het Romeinse Rijk.

Door de wegen, forten en handel konden culturele tradities zich ook relatief snel verspreiden. Volgelingen van Mithras, Isis en Christus waren zelfs in de uithoeken van het Rijk te vinden. Vooral het christendom bleek erg populair en groeide langzaam uit van vervolgde sekte tot staatsgodsdienst. Na Constantijn de Grote zouden alle Romeinse keizers christenen zijn. Maar niet iedereen liet zich zo gemakkelijk bekeren. Tot aan het einde van de Oudheid zouden christenen en heidenen blijven vechten om de harten en zielen van de inwoners van het Romeinse Rijk.

Rot

De strijd tussen godsdiensten was niet het enige probleem waar het keizerrijk mee te kampen had. Vanaf de derde eeuw begon de macht van Rome langzaam af te brokkelen. Het leger plaatste in rap tempo keizers op de troon. De economie kwakkelde en kromp. Om de problemen het hoofd te bieden, besloot keizer Diocletianus het rijk te verdelen in een westelijk en oostelijk deel. Elk deel zou een eigen keizer krijgen, die zich zo beter kon richten op een kleiner gebied. De westelijke keizers kwamen er bekaaid vanaf. Barbaarse stammen vielen het westelijke rijk binnen en stichtten hun eigen staten. Het West-Romeinse Rijk werd steeds verder ontmanteld. De laatste West-Romeinse keizer was een jongetje, Romulus Augustulus. Hij werd zonder veel problemen van de troon gestoten op 4 september 476 door een Gotische generaal.

Nooit vergeten

Het oosten van het rijk, met grote steden en veel handel, kwam er bepaald minder slecht van af. Nog zo’n duizend jaar zouden er ‘Romeinse’ keizers blijven heersen vanuit Constantinopel. In het westen ging veel verloren, maar toch zijn de Romeinen nooit helemaal verdwenen. Antieke teksten werden gekopieerd en monumenten bleven bewaard. Schrijvers en kunstenaars streefden er naar de Grieks-Romeinse kunst en literatuur te evenaren. Filosofen en wetenschappers bouwden voort op de kennis van de Oudheid. Europese koningen droomden ervan om te worden zoals de Romeinse keizers en zo’n twee miljard christenen volgen nog steeds de Romeinse staatsgodsdienst.

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0