Abraham Kuyper

In de negentiende eeuw werd in protestantse kringen de boventoon gevoerd door de vrijzinnigen. Onder invloed van de Verlichting en het humanisme keken zij kritisch naar de traditie en gaven ruimte aan individuele overtuigingen en moderne ontwikkelingen. Binnen deze stroming werd Abraham Kuyper opgeleid. Na zijn opleiding maakte deze dominee zich echter los van de vrijzinnigen. Hij werd zelfs de belangrijkste en bekendste woordvoerder van de orthodoxe of rechtzinnige protestanten.

Door contacten met de gelovigen in zijn eerste gemeente voltrok zich bij Kuyper een ommekeer in zijn geloof. Vanaf 1863 was hij predikant in Beesd. Pietje Baltus, een vrome vrouw uit die plaats, zou veel invloed op hem hebben uitgeoefend. Het verhaal gaat dat de dominee in zijn eerste of tweede jaar bij Pietje op huisbezoek ging. Zij zou hem uitvoerig hebben verteld over het 'ware geloof', dat volgens haar ver afstond van het protestantisme dat Kuyper van de Leidse universiteit had meegenomen. Zelf zag Pietje meer in een piëtistisch ingesteld protestantisme: gericht op het eigen heil, de persoonlijke bekering en de persoonlijke beleving van het geloof.

Bij gemeenteleden als Pietje voelde Kuyper een dieper geloof dan hij ooit had ervaren. In de heersende protestantse stromingen was voor deze gelovigen echter geen plaats. De dominee besloot zich daarom voor het conservatieve, calvinistische geloof van de 'kleine luyden', zoals hij deze gelovigen noemde, in te gaan zetten.

Een politiek geluid

Kuyper bleef niet in Beesd hangen. Na zijn predikantschap daar werkte hij in Utrecht (1867-1870) en Amsterdam (1870-1874). Maar hij was niet alleen actief als dominee. Als zelfverklaard vertegenwoordiger van de kleine luyden liet hij vanaf 1869 ook in de media van zich horen. Hij schreef artikelen over verschillende onderwerpen. Niet alleen religieuze, maar ook politieke onderwerpen - zoals het kiesrecht - kregen zijn aandacht. In 1873 richtte hij zijn eigen dagblad op: De Standaard.

In de loop der jaren zocht Kuyper steeds meer de openbaarheid. Vanaf 1874 zat hij in de Tweede Kamer. Dat werk kon hij niet combineren met zijn werk als dominee. Daarom legde hij zijn predikantschap neer. Wegens overspannenheid moest Kuyper zijn functie na twee jaar in de Kamer opgeven.

Maar de politiek liet hem niet los. In 1879 richtte hij de eerste politieke partij van Nederland op: de Anti-Revolutionaire Partij. Deze partij richtte zich voornamelijk op de kleine luyden, die Kuyper zo belangrijk vond. Belangrijke strijdpunten waren de gelijkstelling van bijzonder en openbaar onderwijs en een uitbreiding van het kiesrecht. Hoewel Kuyper vanaf het begin voorzitter van de ARP was, nam hij zelf pas in 1894 weer zitting in de Tweede Kamer

Een eigen universiteit

Ook op het gebied van onderwijs gaf Kuyper de kleine luyden een stem. In reactie op de Hooger Onderwijswet uit 1876, waarin volgens Kuyper en de zijnen te weinig ruimte geboden was voor rechtzinnig (orthodox) protestants onderwijs aan hogere onderwijsinstellingen, werd jarenlang geijverd om een eigen universiteit op te richten. Alle gelovigen werden opgeroepen om een financiële bijdrage te leveren, hoe klein dan ook. Met dubbeltjes en kwartjes werd de universiteit in oktober 1880 opgericht.

Doleantie

Uiteindelijk bleek ook de kerkelijke situatie niet onkwetsbaar. Vanaf 1886 scheidden verschillende gemeenten zich af van de Nederlands Hervormde Kerk, die tot dan toe grotendeels de (protestantse) dienst uitmaakte. Dit was de tweede grote afscheidingsbeweging in de negentiende eeuw, na de Afscheiding van 1834. De kerkscheuring van 1886 werd ook wel de Doleantie genoemd, naar de Latijnse term voor klagen. Ongeveer tien procent van alle hervormden gingen over naar een van de nieuwe kerken, die later de Gereformeerde Kerken in Nederland zouden heten. De bemoeienissen van Abraham Kuyper emancipeerden de kleine luyden tot een zelfstandige groep in de Nederlandse samenleving, die hiermee de eerste tekenen van de toekomstige verzuiling vertoonde.

Bijnaam / pseudoniem:
Abraham de Geweldige
Functie / titel:
theoloog, dominee, politicus, rector, minister
Geboorte- en sterfdatum:
29 oktober 1837 / 8 november 1920
Plaats geboorte:
Maassluis
Plaats sterven:
Den Haag
Sekse:
Man
Woonplaatsen:
Maassluis, Middelburg, Leiden, Beesd, Utrecht, Amsterdam, Den Haag

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0