Augustus

Augustus, de eerste en misschien wel meest capabele keizer van Rome. Aan de ene kant gaf hij de doodsteek aan de Romeinse Republiek, aan de andere kant bracht hij vrede in een door oorlog verscheurde wereld. Zijn nalatenschap en invloed is terug te voelen gedurende de hele Europese geschiedenis: van de politieke pretenties van middeleeuwse vorsten tot de propaganda van Mussolini en Hitler.

Augustus begon zijn lange carrière onder de naam Gaius Octavius Thurinis. Om onderscheid te maken tussen de jonge Augustus en Augustus de alleenheerser, noemen historici hem in de periode tot aan 27 v.Chr. - het jaar waarin de Senaat hem de titel Augustus aanbiedt - Octavianus, naar zijn familienaam. Octavianus werd op 23 september in 63 v.Chr. geboren, zoon van Gaius Octavius en Atia Balba, een nicht van Julius Caesar. De Octavii waren een respectabele familie met een aantal mooie politieke ambten op hun naam, maar speelden geen grote rol in de reilen en zeilen van de Romeinse Republiek. Vader Gaius stierf toen Octavianus vier jaar was. Moeder Atia hertrouwde met een prominenter lid van de Romeinse elite. Haar nieuwe man toonde in die jaren nog weinig interesse in zijn jonge stiefzoon en Octavianus kwam onder de hoede van zijn grootmoeder Julia Caesaris, de zus van Julius Caesar.

Zoals andere jongeren van hoge komaf, kreeg Octavianus al op vroege leeftijd een plek in openbare leven. Hij trad op zestienjarige leeftijd toe tot een priesterlijk college, organiseerde een jaar later zijn eerste spelen en wist zich, na een barre tocht door Gallië, in de kijker te spelen bij zijn oom Julius Caesar. Die zag grote potentie in de jongen, en maakte hem tot zijn officiële erfgenaam.

Rijzende ster

De moord op Caesar in 44 v.Chr. duwde Octavianus naar het voorfront van de Romeinse politiek. De erfenis van oom Julius bevatte namelijk niet alleen een riante financiële middelen, maar ook de trouw van een aantal invloedrijke politici en doorbeten veteranen. Samen met Marcus Antonius, de voormalige rechterhand van Caesar, nam Octavianus de leiding van de "Caesariaanse partij" op zich. Deze politieke factie binnen de Senaat bestond uit de senatoren en ridders die loyaal waren gebleken aan de vermoorde dictator. Octavianus, nog steeds pas negentien jaar oud, werd in eerste instantie weinig serieus genomen. Vijandige senatoren steunden Octavianus tegen Marcus Antonius omdat hij het minste van twee kwaden leek. Octavianus maakte handig gebruik van die miscalculatie en bouwde een eigen troepenmacht op met Caesar's nagelaten fortuin.

In de loop van 43 v.Chr begon de Senaat steeds meer twijfels te hebben over Octavianus. Toen er gestemd werd om Octavianus uit zijn ambt te zetten, verzoende de jongen zich onmiddelijk met Marcus Antonius. Samen met nog een oud gediende van Caesar, Marcus Aemilius Lepidus, besloten de heren de macht over te nemen in Rome. Een razzia volgde, waarin politieke tegenstanders zonder genade om het leven werden gebracht. Onder de slachtoffers bevond zich ook Cicero, de beroemde redenaar, die zich in de Senaat fel tegen Marcus Antonius had uitgesproken.

Gewraakte moord

De strijd tegen de senatoren achter de aanslag op Caesar werd verhevigd. Enkele van de meer prominente daders, zoals Brutus en Cassius, waren naar Griekenland gevlucht vlak na de aanslag, in de hoop vanuit daar de Republiek in ere te herstellen. Octavianus liet Caesar vergoddelijken, Brutus en Cassius officieel uitroepen tot moordenaars en bracht samen met Marcus Antonius zijn legers in paraatheid. Octavianus had nog een extra troef in handen: zijn begaafde generaal en trouwe vriend Marcus Vipsanius Agrippa. In oktober 42 v.Chr. viel bij het Griekse plaatsje Phillipi het doek voor de laatste helden van de Republiek. Brutus en Cassius pleegden zelfmoord en lieten Octavianus en Marcus Antonius achter om het rijk onderling te verdelen.

Octavianus eigende zich het westelijk deel van de Romeinse territoria toe, Marcus Antonius trok richting de rijke gebieden van het oosten. De derde man van Rome, Marcus Lepidus, kreeg Noord-Afrika en Spanje toegewezen. Politieke wrevel was bijna onvermijdelijk in zo'n constructie en binnen een jaar kreeg Octavianus te maken met een grootschalige opstand in zijn eigen achterland. Na de Slag bij Phillipi moest Octavianus zijn tienduizenden veteranen ergens kwijt. Hij had ze bij zijn politieke aantreden Italiaans land beloofd, en dat kregen ze. Octavianus ging over op gedwongen onteigeningen, wat tot veel kwaad bloed leidde in de Senaat, die immers bestond uit grootgrondbezitters. Al snel volgde dan ook een voltallige opstand, onder leiding van Lucius Antonius (de broer van Marcus Antonius) en Fulvia Bambulla (vrouw van Marcus Antonius). Een politieke gok die slecht uitpakte: Octavianus had weliswaar de Senaat tegen zich in het harnas gejaagd, maar had wel de loyaliteit van zijn soldaten gewonnen. Binnen een jaar waren Lucius en Fulvia verslagen, volgde wederom een poltieke razzia en konden Marcus Antonius en Octavianus zich wederom verzoenen en alle schuld afschuiven op het "kwaadaardige" gedrag van Lucius en Fulvia.

Smeercampagne

De ene opstand was nog niet de kop ingedrukt of de volgende stond al klaar. Sinds de chaotische periode na de moord op Caesar, had Sextus Pompeius Sicilië en delen van Zuid-Italië in handen, belangrijke centra voor de graanproductie en dus van essentieel belang voor de voedselvoorziening van Rome. Sextus was de zoon van Pompeius de Grote, de voormalige aartsrivaal van Caesar en was door Marcus Antonius en Octavianus als politiek tegenstander bestempeld. Sextus vluchtte met de nodige manschappen naar Sicilië en nam daar onofficieel de macht over. In de eerste jaren van het driemanschap kon Sextus zijn gang gaan, zolang de graantoevoer naar Rome maar bleef stromen. Tegen 39 v.Chr. begonnen de overeenkomst de eerste scheuren te vertonen, toen Sextus dreigde om de graantoevoer stil te leggen. Octavianus zag de ernst van de zaak in en zorgde er met Marcus Lepidus voor dat er in 36 v.Chr. een einde werd gemaakt aan Sextus. Diens vloot werd aan stukken geslagen door Octavianus' trouwe generaal Marcus Agrippa; Sextus werd al vluchtend vermoord. Marcus Lepidus - niet geheel tevreden met Noord-Afrika en Spanje - dacht een kans te zien om zijn macht te vergroten. Hij deed een greep naar Sicillië: precies de poltieke misstap waar Octavianus op had zitten wachten. De troepen van Lepidus muitten, Lepidus werd verbannen naar Cape Circei en het Romeinse Rijk telde nog twee meesters: Octavianus en Marcus Antonius.

Met Marcus Lepidus uit de weg begon Octavianus in 36 v.Chr. een uitgekiende smeercampagne. Waar Octavianus zich vereenzelvigde met traditionele Romeinse en republikeinse waarden, werd Marcus Antonius juist weggezet als hedonistisch, decadent en oosters, met koninklijke ambities. Zijn gepassioneerde relatie met de Egyptische koningin Cleopatra, waaruit drie kinderen voortkwamen, leek dat imago alleen maar te bevestigen. Cleopatra was niet alleen "oosters", ze was ook gevaarlijk voor de legitimiteit van Octavianus. Cleopatra zou een zoon hebben verwekt met Julius Caesar, genaamd Caesarion. De jongen had een directe claim op het nalatenschap van Caesar en vormde daarmee een bedreiging voor Octavianus, die zichzelf verkocht als dé opvolger van Caesar.

De Donaties van Alexandrië van 34 v.Chr. waren de druppel die de emmer deed overlopen. Marcus Antonius schonk zijn maitresse Cleopatra en hun drie kinderen enorme territoria die eigenlijk aan Rome toebehoorden. Tijdens bijeenkomsten van de Senaat gooide Octavianus olie op het vuur met toespraken vol beschuldigingen en beledigingen. Ondanks alles kon Marcus Antonius nog steeds op sympathie rekenen onder veel senatoren. Daar kwam een einde aan in de herfst van 32 v.Chr toen Octavianus, tegen alle geboden in, de tempel van Vesta binnentrad en het geheime testament van Marcus Antonius liet voorlezen. Daarin zou hij alle gebieden die hij veroverd had weggeven aan zijn zonen (in plaats van ze aan Rome te schenken) en zou hij samen met zijn Cleopatra begraven moeten worden in Alexandrië. De Senaat was furieus, de resterende sympathie voor Marcus Antonius verdampte en later datzelfde jaar verklaarde Rome de oorlog aan Egypte.

De oorlog verliep snel: met enkele zeeslagen, blokkades en steekpenningen wist Octavianus de bovenhand te krijgen. Maar Marcus Antonius hield vol. Hij groef zich in bij Actium en verzamelde al zijn beschikbare mankracht voor één allesbeslissende slag. Marcus Antonius en de immer trouwe generaal Marcus Agrippa troffen elkaar op 2 september 31 v.Chr. in de wateren bij Actium. De eerste met logge maar zwaarbewapende vloot, de tweede met een veel groter aantal lichte schepen, goed manoevreerbaar. Dat laatste gaf de doorslag in de hevige branding rondom de baai van Actium. De troepen van Marcus Antonius werden verslagen, Marcus Antonius zelf wist maar net te ontsnappen met hulp van Cleopatra. Niet veel later pleegden beiden zelfmoord in Alexandrië. Octavianus zorgde er persoonlijk voor dat de losse eindjes werden afgeknoopt: Caesarion en Alexander Helios (de oudste zoon van Cleopatra en Marcus Antonius) werden om het leven gebracht.

Verhulde tiran

Octavianus bleef als enige over, maar bevond zich desalniettemin in een delicate positie. Hij kon niet simpelweg naar de macht grijpen en zichzelf tot koning laten uitroepen. Zijn imago steunde tezeer op republikeinse waarden en de elite in Rome - op wiens goedkeuring zijn macht ten dele steunde - zou het nooit toelaten. In 27 v.Chr. droeg hij met veel vertoon zijn macht over de provincies en troepen over aan de Senaat. Die gaf hem prompt zijn bevoegdheden terug en bedankte hem daarnaast met de titel Augustus, die Octavianus vervolgens als erenaam droeg.

De eerste jaren van Augustus' heerschappij bestonden vooral uit pacificatie van de provinciën. Hij reisde heen en weer tussen de oostelijke bezittingen van het Rijk - die waren immers tot voor kort trouw geweest aan Marcus Antonius en Cleopatra - en bouwde aan zijn netwerk. Macht en invloed in de Romeinse wereld stoelden op de relaties tussen patronus en cliens, broodheer en cliënt. Augustus wierp zich in het oosten op patronus voor de lokale elites van verschillende steden. Al te trouwe bondgenoten van Marcus Antonius werden vervangen door nieuwe gezichten maar de meeste lokale machtshebbers konden op hun plek blijven zitten. Als kers op de taart begaf Augustus zich naar Athene, waar hij met veel vertoon de Atheners hun steun voor Marcus Antonius vergaf en zijn diepe respect voor de Griekse cultuur benadrukte.

Power couple

Ondanks alle vleierij richting de Grieken was de boodschap duidelijk: Augustus was voortaan de belangrijkste man in het Romeinse Rijk. Augustus genoot een enorm prestige en zijn bevoegdheden waren al in 27 v.Chr. door de Senaat vastgelegd. Toch berustte het daadwerkelijke fundament van zijn macht in eerste instantie op brute kracht: hij was de rijkste man van Rome én had de legioenen tot zijn beschikking. Maar zoals zijn tocht door het oosten van het Rijk al aantoonde, deed Augustus zijn uiterste best om die harde waarheid te verzachten. Al was het maar om het lot van zijn oom Caesar te ontlopen. In het verzachten van zijn publieke imago werd Augustus bijgestaan door zijn vrouw Livia. Het paar leerde elkaar al kennen in 39 v.Chr., Livia zat toen nog vast in een ander huwelijk. Een razensnelle scheiding volgde. Of het nu liefde of calculatie was: het paar bleek een perfecte match voor elkaar. Octavianus/Augustus en Livia presenteerden zich in het openbaar als de tegenpolen van Marcus Antonius en Cleopatra: sober, godsvruchtig en bovenal door-en-door Romeins. Dat ideaalbeeld werd ook na de overwinning op Marcus Antonius vastgehouden en zelfs uitgebreid naar andere leden van Augustus' familie.

Kunst speelde een essentiële rol om dit uitgedokterde familie-imago aan het Romeinse volk te presenteren. Directe inspiratie uit de oude Griekse kunst, opvallend gebruik van weelderige plantmotieven, een focus op afbeeldingen van de familie en oude Romeinse deugden: Augustus benadrukte in alles dat onder zijn toezicht een gouden tijd was aangebroken. Zijn portretten waren overal in het Rijk te vinden, jong en imponerend. In de provincies werd onder Augustus driftig gebouwd, maar de meeste aandacht ging uit naar Rome. Zoals Augustus het zelf zou hebben verwoord op zijn sterfbed: 'Ik vond Rome een stad van klei, ik laat het achter als een stad van marmer'. Overal verrezen nieuwe bouwprojecten, gefinancierd door Augustus zelf of door een select gezelschap van rijke donateurs. Tempels, theaters, monumenten ter ere van (de familie van) Augustus: Rome werd in razend tempo omgevormd van modderhoop tot wereldstad.

Prestige

Naast kunst bleken ook militaire campagnes van enorm belang voor Augustus om zijn heerschappij te legitimeren. Na vele jaren van interne strijd, richtte Augustus zijn aandacht op de frontiers van het Romeinse Rijk. Onder zijn heerschappij werd grote territoria aan het imperium toegevoegd in Noord-Afrika, Turkije, het Midden-Oosten, de Balkan, Duitsland en de Lage Landen. Gegeven de grote waarde die er aan oorlog en overwinning werd gehecht binnen de Romeinse cultuur, waren dit soort veroveringen voor Augustus en zijn familieleden dé manier om prestige te winnen bij volk en leger. Succes volgde op succes en de troepen van Augustus leken onhoudbaar. Zonder blikken of blozen zongen de grote dichters Vergilius, Horatius en Ovidius over de grenzeloze heerschappij van Rome. Tot de catastrofale Slag bij het Teutenburgerwoud in het jaar 9 n.Chr. een einde maakte aan de Romeinse expansie in Duitsland. De Romeinse generaal Varus liet zich in de val lokken door zijn Germaanse confidant Arminius. Het gevolg: drie legioenen weggevaagd. De resterende Romeinse troepen trokken zich terug achter de Maas en Rijn, waamee Augustus de basis legde voor de serie van forten en verdedigingswerken die we nu de Romeinse limes noemen.

Een derde, controversiële manier voor Augustus om zijn macht te legitimeren was de keizercultus. In het Griekse oosten was het normaal voor steden om vorsten, generaals of weldoeners te eren met een cultus. Het was dan ook niet geheel verwonderlijk dat Augustus, die de vernietigende burgeroorlog had beëndigd en zich zo respectvol tegenover Grieks erfgoed had opgesteld, op eenzelfde manier werd geëerd. Augustus had in 42 v.Chr. Julius Caesar tot god laten verkondigen, met alle (onuitgesproken) implicaties van dien voor zijn eigen status. Na zijn overwinning op Marcus Antonius werd Augustus ook geregeld vereenzelvigd met de god Apollo, die stond voor intellect, kunst en beschaving. Augustus was echter sluw genoeg om al die goddelijke pretenties niet te ver door te voeren. Levende mannen die zich voor goden uitgaven waren namelijk zwaar taboe in Rome. Augustus sloeg elk aanbod voor een cultus dan ook met veel vertoon af, maar zag door de vingers dat er evengoed op veel plaatsen in het Griekse oosten tempels voor hem en zijn familie werden opgericht.

It's all in the family

Achter al die marmeren propaganda, grootste militaire campagnes en goddelijke pretenties ging een dysfunctionele dynastie schuil. Augustus bleef in naam een onderdeel van het republikeins bestel; de opvolging werd zo lang mogelijk uitgesteld. De kwestie werd op de spits gedreven in 23 v.Chr., toen hij ernstig ziek werd. Het leidde tot ongemakkelijke vragen: zou Augustus sterven? Wie moest hem dan opvolgen? Zou Rome weer een republiek worden? Augustus genas, de vragen bleven. Als eerste oplossing voor het opvolgingsprobleem liet Augustus zijn dochter Julia trouwen met Marcus Agrippa, zijn trouwe vriend en bondgenoot tijdens de strijd tegen Marcus Antonius. Julia baarde vijf kinderen, waarvan de oudste twee Gaius Caesar en Lucius Caesar al snel in het politieke spotlicht stonden. Na de dood van Agrippa, dwong Augustus zijn stiefzoon Tiberius (een zoon van Livia uit een vorig huwelijk) om te hertrouwen met Julia. Tiberius was gelukkig getrouwd met Vipsania en zijn gedwongen scheiding zette veel kwaad bloed. Het huwelijk met Julia liep dan ook uit op een spectaculair fiasco. Tiberius, sober en introvert, kon zich totaal niet vinden in Julia, die juist bekend stond als een extroverte en scherpe society-dame. De twee meden elkaar al snel en in 6 v.Chr. trok Tiberis naar Rhodos in een zelfopgelegd ballingschap. Tegelijkertijd waren er nog meer keizerlijke familieleden die in de schaduw wachtten op een kans: Postumus Agrippa, de derde zoon van Julia en Agrippa; Drusus, de tweede zoon van Livia uit haar eerste huwelijk; Germanicus, zoon van Drusus.

Augustus was voorzichtig in wie hij naar voren schoof als troonopvolger, en als gevolg streden verschillende familieleden om macht en invloed bij hun (groot)vader. Het liep echter anders dan gepland: Gaius Caesar, Lucius Caesar en Drusus stierven allen een vroegtijdige dood, Julia werd verbannen na meerdere buitenechtelijke relaties en Postumus Agrippa werd eveneens verbannen en later geëxecuteerd. In juni van het jaar 4 n.Chr. riep Augustus Tiberius terug naar Rome, zijn enige potentiële opvolger die nog steeds in leven was. Tiberius werd snel klaargestoomd om de positie van Augustus over te nemen, zij het tegen wil en dank. Als onderdeel van de deal dwong Augustus Tiberius om zijn neef Germanicus aan te wijzen als zijn eigen opvolger.

Augustus stierf op 19 augustus van het jaar 14 n.Chr., in het stadje Nola waar hij op bezoek was om het graf van zijn vader te bezichtigen. Livia en Tiberius waren bij hem aanwezig tijdens zijn laatste dagen. Beiden zouden de laatste woorden van Augustus hebben gehoord: "Heb ik de rol goed gespeeld? Applaudiseer dan terwijl ik het podium verlaat." Tiberius, Livia en een enorme stoet van rouwende mensen bracht het lijk van Augustus terug naar Rome, waar hij werd gecremeerd. Zijn as werd bijgezet in het mausoleum dat Augustus voor zichzelf en zijn familie had laten bouwen op de Campus Martius te Rome. Augustus werd vergoddelijkt, Tiberius nam zijn rol over. Het Romeins keizerschap was een feit.

Bijnaam / pseudoniem:
Gaius Julius Caesar Octavianus, Gaius Julius Caesar Divi Filius, Gaius Imperator Caesar Divi Filius (Augustus)
Functie / titel:
keizer
Plaats geboorte:
Rome
Plaats sterven:
Nola
Sekse:
Man
Woonplaatsen:
Rome
Persoonscategorie:

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0