Gaius Julius Caesar

Gauis Julius Caesar is een van de meest bekende politici en veldheren uit de geschiedenis. Zijn ambitie, koelbloedigheid en militaire tactiek leverden hem een dictatorschap op, maar zorgden ook voor zijn bloedige dood.

Gaius Julius Caesar stamde uit het geslacht van de Julii, een adelijke familie die beweerde af te stammen van de godin Venus. Zijn vader was een senator en uiteindelijk gouverneur van Asia. Zijn moeder Aurelia Cotta was een intelligente en onafhankelijke vrouw die in heel Rome gerespecteerd werd. Zoals andere leden van de adel mikte ook Caesar op een carrière in de politiek.

Carrière

Van questor (financieel toezichthouder) in 69 voor Christus werkte hij zich omhoog tot pontifex maximus (hogepriester) in 63 voor Christus. Zijn vrouw Cornelia stierf al in 69 voor Christus, maar Caesar hertrouwde binnen twee jaar met Pompeia, de kleindochter van de dictator Sulla. Caesar had inmiddels torenhoge schulden opgelopen om zijn carrière te bekostigen, maar in ruil voor politieke steun betaalde de rijkste man van Rome, Marcus Licinius Crassus, een deel van Caesar's schulden af.

Na een bijzonder succesvolle tijd als gouverneur in Spanje keerde Caesar terug naar naar Rome om een gooi te doen naar het hoogste ambt in de Romeinse Republiek, dat van consul. Caesar, ondertussen één van de meest invloedrijke mannen van Rome, won de verkiezing ruimschoots.

Triumviraat

Naast Crassus en Caesar was Pompeianus de derde grote man in Rome. Deze oud-generaal had op militair, politiek en financieel gebied zijn strepen ruimschoots behaald. Crassus en Pompeianus waren lange tijd concurrenten van elkaar, maar Caesar verzoende de twee. De drie heren sloten een pact en kregen via hun triumviraat - oftwel een driemanschap - de politieke touwtjes in handen. Caesar's mede-consul werd op het forum vernederd en weggejaagd en Pompeianus plaatste trouwe soldaten in de stad als waarschuwing aan de senaat. Caesar, met financiele steun van Crassus en militaire steun van Pompeianus, kon zich nu richten op de distributie van land(rechten) aan de armen.

Verder versterkte hij zijn eigen positie door een verkiezing tot gouverneur van de gebieden in Zuid-Frankrijk en Noord-Italië. Daarmee kreeg hij de beschikking over vier legioenen en was er de kans op uitbuiting en oorlogsbuit.

Oorlog in Gallië

Ondertussen rommelde het in Gallië. Er kwamen rapporten binnen dat Gallische bondgenoten waren verslagen door vijandige stammen en dat deze richting Italië zouden trekken. Het kosste Caesar zeven jaar de Keltische stammen te verslaan, te onderwerpen en het rijk uit te breiden. Het illustreerde zowel zijn tomeloze ambitie als zijn tactische kunnen.

Maar Caesar had zijn hand overspeeld. Terwijl hij over het kanaal naar Britannië trok, bleek dat de Gallische gebieden die hij achter liet onvoldoende waren gepacificeerd. De opstanden, die volgden in 54-53 voor Christus brachten Caesar tot in onze streken. De verzetsleider was namelijk Ambiorix, stamhoofd van de Eburonen, een volk dat in het huidige oosten van België en Nederlands Limburg leefde. Ambiorix bracht de Romeinen een pijnlijke nederlaag toe, maar Caesar's wraak was snel en bloedig. De Eburonen en hun bondgenoten werden compleet van de kaart geveegd.

Een jaar later volgde een nog veel grotere opstand onder het stamhoofd Vercingetorix, maar ook hij was niet opgewassen tegen de macht van Rome. Na de Slag bij Alesia was het verzet van de Galliërs definitief gebroken.

Alea iacta est

Het triumviraat lag na al die jaren in stukken. Crassus, op zoek naar militaire glorie voor zichzelf, was tijdens zijn campagne in het oosten al in 53 voor Christus gestorven. Pompeianus, inmiddels uitgeroepen tot consul met uitzonderlijke macht, zag het gevaar van Caesar en steunde de senaat. Conflict was onvermijdelijk. De senaat riep Caesar op zijn militaire ambt neer te leggen en terug te keren naar Rome. Caesar koos in januari 49 voor Christus echter voor de aanval en marcheerde met zijn legioen naar Rome. Voor Caesar geen gemakkelijke keuze. Voor het oversteken van de rivier de Rubicon, de officiële grens van de Republiek, zou hij dan ook alea iacta est gezegd hebben: de dobbelsteen is geworpen, er is geen weg meer terug.

Val van de Republiek

Vijf jaren bloedige burgerstrijd volgden. Het grootste deel van de senaat onder leiding van Pompeianus vluchtte. Pompeianus zelf wist naar Griekenland te ontkomen om daar zijn strijdkrachten te organiseren. Zijn trouwste officieren stuurde hij naar de legioenen in Spanje, om Caesar uiteindelijk van twee kanten te kunnen bestoken. Caesar besloot ondertussen eerst de senatoriale troepen in Spanje uit te schakelen. Na een verbazingwekkend snelle mars richting Spanje veroverde hij in enkele veldslagen het westen van het Rijk. Vervolgens voer hij in 48 voor Christus richting oosten voor de grote finale tegen Pompeianus en de senaat. Bij Pharsalos, een dorpje midden op het Griekse vasteland, won Caesar de beslissende overwinning. Pompeianus vluchtte naar Egypte.

Egyptische verleiding

Na een korte trip naar Rome om zijn macht te consolideren, zette Caesar de achtervolging in. Daar stond hem een nare verrassing te wachten. De jonge farao Ptolemaeus XIII, met zijn zus Cleopatra verwikkeld in een strijd om de Egyptische troon, had besloten Pompeianus te laten vermoorden om Caesar te paaien en presenteerde hem het hoofd bij wijze van een gift. Volgens de overlevering barstte hij uit in (krokodillen)tranen uit bij het zien van Pompeianus' ontzielde hoofd. Caesar koos de kant van Cleopatra en stelde de troon voor haar veilig. De twee begonnen een liefdesaffaire die tot aan Caesars dood stand zou houden, ondanks het feit dat Caesar inmiddels voor de derde keer getrouwd was met een Romeinse dame van stand. Het onconventionele paar kreeg een zoon: Caesarion.

Hervormingen

Caesar had zich in 48 voor Christus al uit laten roepen tot dictator. In de Romeinse Republiek had die term een iets andere betekenis dan nu. Een dictator kreeg voor een bepaalde tijd ongelimiteerde macht om orde op zaken te snellen in geval van een crisissituatie. Caesar maakte gebruik van zijn volmacht om land te verdelen onder zijn 15.000 veteranen en verbeterde het lot van de armen, hervormde de magistratuur, maakte een aanzet tot de administratieve vereniging van de verschillende Romeinse gebiedsdelen tot één Rijk en liet tenslotte de Romeinse kalender herschrijven. Deze laatste zet bleek bijzonder succesvol: de Westerse wereld gebruikt deze Julische kalender nog steeds.

De aanslag

Bij het volk was Caesar populairder dan ooit, maar in het restant van de senaat groeide de oppositie. Begin 44 voor Christus liet Caesar zich uitroepen tot dictator perpetuo, dictator voor het leven. Dat was de druppel. Marcus Junius Brutus en zijn zwager Gaius Cassius Longinus startten zij in het geheim een oppositiebeweging genaamd de Liberatores, de Bevrijders. Hun doel was de dood van Caesar en het herstellen van de Republiek, inmiddels op sterven na dood.

De ides van maart, de 15e dag van die maand. Een groep senatoren lokte Caesar één van de vergaderzalen binnen in het theater van Pompeianus. Eenmaal in de zaal en weg van de ogen van het volk begonnen de senatoren, na een moment van aarzelen, met hun dolken op de dictator in te steken. Caesar werd in totaal 23 keer gestoken en stierf terplekke.

Een herstel van de Republiek zou er nooit komen. Caesar had de weg vrij gemaakt naar een permanent heerser over Rome, een kans die zijn neef Octavianus niet liet liggen. De talentvolle jongen zou zijn oom in macht en ambitie overvleugelen en de eerste keizer van Rome worden.

 

Functie / titel:
veldheer, advocaat, consul, gouverneur, dictator
Plaats geboorte:
Rome
Plaats sterven:
Rome
Sekse:
Man

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0