Grigori Potemkin

We kennen de Pantserkruiser Potemkin van de Russische Revolutie van 1905 en nog beter van de gelijknamige stomme film van Sergei Eisenstein. De film wordt nog steeds gedraaid en de naam Potemkin is nog steeds bekend. Wat valt er te vertellen van Potemkin? Nogal wat, hij was een bijzonder interessant figuur, het prototype van een Rus.  

Prins Grigori Aleksandrovitsj Potemkin-Tavricheski was een Russische militaire leider, staatsman, edelman en favoriet van Catharina de Grote. Hij stierf tijdens de onderhandelingen over het Verdrag van Jassy, die een einde maakte aan de oorlog van Rusland met het Ottomaanse Rijk.

Hoor het gedonder van de overwinning!

Potemkin werd geboren in een familie adellijke landeigenaren. Hij trok Catharina’s aandacht toen hij haar hielp tijdens de coup van 1762. Hij onderscheidde zich op het slagveld als militair bevelhebber in de Russisch-Turkse Oorlog (1768-1774). Hij werd Catharina’s minnaar en mogelijk haar echtgenoot, maar nooit officieel. Nadat hun passie was bekoeld, bleef hij haar levenlange vriend en favoriete staatsman.

Catharina benoemde hem tot Prins van het Heilige Roomse Rijk en gaf hem de titel Prins van het Russische Rijk. En hij kreeg nog meer titels. Hij was Groot-Admiraal en hoofd van de Russische strijdkrachten. Een van zijn grootste prestaties was de vreedzame annexatie van de Krim (1783) en de succesvol afgelopen tweede Russisch-Turkse Oorlog (1787-1792). Toen het Ottomaanse bolwerk Izmail gevallen was schreven Gavrila Derzhavin en Osip Kozlovsky het eerste nationale volkslied ‘Hoor  het gedonder van de overwinning!’.

In 1774 werd Potemkin gouverneur-generaal van de nieuwe zuidelijke provincies van Rusland. Hij was een absolute heerser, begon de wilde steppen te koloniseren, trad stevig op tegen de kozakken en stichtte de steden Cherson, Nikolajev, Sebastopol en Ekaterinaslov, tegenwoordig Dnipropetrovsk. De havens in het zuiden werden bases voor de nieuwe Zwarte Zeevloot.

Pantserkruiser

Hij wordt nog steeds geassocieerd met het ‘Potemkin dorp’, een grotendeels fictieve methode om door middel van het plaatsen van geschilderde gevels voor woonhuizen deze te laten lijken op welvarende dorpen, vol gelukkige, weldoorvoede mensen.   

Potemkin stond bekend als een vrouwenversierder, gokker en najager van materiële rijkdom. Hij hield toezicht op de bouw van belangrijke gebouwen, onder andere het Taurisch Paleis in St.-Petersburg. Catharina gaf het hem cadeau na zijn overwinning op de Krim. Een eeuw na zijn dood werd zijn naam gegeven aan een slagschip. We kennen de Pantserkruiser Potemkin van de Russische Revolutie van 1905 en nog beter van de gelijknamige stomme film van Sergei Eisenstein.

Student

Er zaten diplomaten in de familie, onder andere Piotr Potemkin (1617-1700). Zijn vader Alexander was een gedecoreerd oorlogsveteraan. Grigori werd geboren in het dorp Chizhovo in de buurt van Smolensk. Zijn moeder Daria zag er volgens overlevering goed uit, was capabel en intelligent, maar het huwelijk met haar man bleek ongelukkig. Grigori werd opgevoed om het Russische Rijk te dienen.

Toen Alexander in 1746 stierf nam Daria de leiding, geholpen door neef Kizlovsky, peetvader van Grigori. Het gezin verhuisde naar Moskou, waar Grigori werd ingeschreven in een gymnasium dat verbonden was met de universiteit van Moskou. Hij was goed in talen en had grote interesse in de Russisch-orthodoxe kerk.

Hij schreef zich in voor het leger, zoals gebruikelijk in adellijke kringen, en kreeg een plaats in de bereden lijfwacht, een elite eenheid. Op de universiteit blonk hij uit in Grieks en theologie en kreeg in 1757 een gouden medaille. Met een delegatie van twaalf studenten werd hij naar St.-Petersburg gestuurd. Dit reisje had minder gunstige effecten. Hij dronk, gokte en bevond zich in de promiscuïteit. Van studeren kwam het niet meer. Hij kreeg grote schulden. De relatie met zijn familie werd slechter. Het zou desastreus zijn afgelopen, ware het niet dat er iets bijzonders gebeurde.

Zwaardknoop

In juni 1762 leidde Grigori Orlov, zijn naamgenoot, een paleiscoup. Peter II werd onttroond als Keizer en Catharina werd Keizerin. Potemkin was erbij, als sergeant. Zijn regiment deed mee aan de coup. Toen Catharina haar troepen inspecteerde voor het Winterpaleis merkte Potemkin op dat er een zwaardknoop aan haar uniform ontbrak. Potemkin, hij zat op zijn paard, gaf haar er een. Vervolgens week het paard niet van de zijde van Catharina, ook al trok hij aan de teugels. Dat duurde minuten. Uiteindelijk ging het paard toch terug. Catharina informeerde, wie was deze soldaat? Men vertelde wie hij was en dat hij Catharina goed imiteren. Toen ze dat vernam benoemde ze de soldaat, Potemkin, tot Kammerjunker, heer van de slaapkamer. 

Ze waren niet meteen minnaars. Potemkin kuste altijd haar hand en zei dat hij verliefd op haar was. Catharina liet het toe. Ze moest daarbij wel oppassen voor de Orlovs,  Catharina’s minaar Grigori en zijn vier broers die de baas speelden op het hof. Potemkin werd toegelaten in de kring van adviseurs. Toen er nieuws kwam dat er in Zweden een staatsgreep zou zijn gepleegd, werd hij ernaar toe gestuurd.

Toen hij terugkwam werd hj benoemd als procurator. Er werd gefluisterd over zijn activiteiten op het liefdesvlak. Onder onduidelijke omstandigheden verloor Potemkin zijn linkeroog. Hij viel in een depressie. Ruim anderhalf jaar was hij buiten beeld, maar op gegeven moment was hij er weer, waarschijnlijk opgeroepen door Catharina. Hij kreeg een nieuwe baan, betaalmeester van het leger en moest toezicht houden op de uniformenproductie.

Onderscheiden

Niet veel later werd hij Opzichter van de Exotische Volkeren van de Groot-Russische Wetgevende Commissie, een belangrijke functie. In september 1768 was hij weer Kamerheer, hij hoefde niet meer militair actief te zijn, al zijn taken lagen bij het Hof. Ondertussen was de tweede Russisch-Turkse Oorlog (1768-1774) begonnen en schreef Potemkin aan Catharina:

“De enige manier waarop ik mijn dank aan Uw Majesteit kan uitspreken is om mijn bloed te vergieten voor uw glorie. Deze oorlog biedt daar een uitstekende gelegenheid voor. Ik kan nu niet in ledigheid leven. Barmhartig Souverein, ik kniel voor uw voeten en verzoek u mij naar het front te sturen, in welke rang Majesteit ook wil, zo lang deze oorlog duurt.”

De Majesteit stemde toe. Potemkin diende als Majoor-Generaal van de cavalerie. Hij onderscheidde zich in zijn eerste clash, waarmee hij een bende onhandelbare Tataarse en Turkse ruiters het nakijken gaf. Hij vocht ook in de Slag van Kamenets en veroverde de stad. Vrijwel elke dag was hij in actie. Hij blonk uit bij de Slag van Prashkovsky. Zijn commandant, Golitsyn, rapporteerde vol lof aan Catharina. Hij kreeg een eigen legereenheid, geleid door Piotr Rumyantsev. De opmars van de Russen ging door. Jurja werd ingenomen. Voor moed en vaardigheid kreeg Potemkin de Orde van St. Anna. Bij de Slag om Larga won hij de Orde van St. George.  

Terug in het spel

De Turken dropen af. Op verlof in St.-Petersburg nodigde de Keizerin hem uit met haar te dineren. Dat gebeurde niet een, maar wel meer dan tien keer. Terug aan het front bleef hij bijval van Catharina krijgen. Maar hij werd ziek. Hij weigerde medicijnen en het duurde lang voordat hij de oude was. Tijdens een gevechtspauze in 1772 schijnt hij naar St.-Petersburg te zijn gegaan en ontmoetingen met Catharina te hebben gehad.  

Catharina stuurde op dat moment Grigori Orlov de laan uit. Maar niet Potemkin profiteerde ervan maar gardesoldaat Alexander Vasilchikov. In 1773 ging Potemkin terug om te vechten in Silistrië. Het lijkt erop dat Catharina hem miste. Na een brief van haar vertrok hij naar St.-Petersburg waar hij ontvangen werd als oorlogsheld.

Maar hij viel nog niet in de armen van Catharina. Er was een complexe politiek situatie. Yemelyan Pugachev wilde op de troon. Hij had een rebellenleger van 30.000 man. Catharina’s zoon Paul werd achttien en wilde ook wat te vertellen hebben. Potemkin zag het met lede ogen aan, hij trok zich terug in het Alexander Nevsky Klooster, een dramatisch gebaar. Dramatisch genoeg om Catharina te vermurwen. Ze bracht hem terug in het spel in februari 1774. De relatie was net intiem geworden. Hij zette Vasilchikov aan de kant en kreeg de titel Adjudant-Generaal net zoals Orlov enige jaren eerder.

Lachen, sex en machtsspelletjes

Toen Catharina’s vriend Friedrich Melchior Grimm bezwaar aantekende tegen het ontslag van Vasilchikov, schreef Catharina terug: “Waarom verwijt je mij dat ik de meest saaie bourgeois wegstuur voor de grootste, de meest komische en het meest plezierige karakter van deze IJzeren Eeuw?” Hoewel het hof was geschokt door het ‘lompe’ gedrag van Potemkin, wist hij zich, als het nodig was, netjes te gedragen.

Ze schreven elkaar veel. Uit de brieven die er nog zijn blijkt dat hun affaire er een is van lachen, sex, wederzijdse bewondering en machtspelletjes. Ze ontmoetten elkaar vaak in de Banya, de sauna in de kelder van het Winterpaleis. Potemkin was zo jaloers dat Catharina haar hele liefdesleven aan hem moest opbiechten. 

Potemkin’s status steeg, met name door zijn militaire kennis. In maart 1774 werd hij Luitenant-Kolonel in de Preobrazhensky Garde, een positie die eerder werd ingenomen door Aleksei Orlov. Hij werd ook Kapitein van de Garde Ruiters en werd benoemd tot Gouverneur-Generaal van Novorossiya, tot lid van de Raad van State, tot Opper-Generaal, vice-voorzitter van het Oorlogs College en Oppercommandant van de Kozakken.  

Binnenlopen

Met deze banen kon hij binnenlopen. Hij leefde als een vorst. Om zijn sociale status te verhogen werden hem de Orde van St. Alexander Nevsky, de Orde van St. Andreas, de Poolse Orde van de Witte Arend, de Pruisische Orde van de Zwarte Arend, de Deens Orde van de Olifant en de Zweedse Koninklijke Orde van de Serafijnen toegekend.

Volgens Simon Sebag Montefiore waren Catharina en Potemkin ‘zo goed als zeker’ getrouwd. Anderen twijfelen. In december 1784 had Catharina het in een brief expliciet over Potemkin als haar echtgenoot. In 22 latere brieven noemde Catharina hem als haar gemaal, in ieder geval traden ze naar buiten als man en vrouw. Tegen het eind van 1775 echter lijkt de relatie te veranderen. Het is niet precies duidelijk wanneer Catharina hem inruilde voor Piotr Zavadovsky. In ieder eval noemt ze Zavadovsky tot Adjudant-Generaal. Potemkin vertrok om de Petersburgse soldaten te gaan leiden.    

Het lijkt er op dat de benoeming tot Prins van het heilige Roomse Rijk gold als haar ‘gouden adieu’. Hij vertelde dat de relatie met Catharina hem ging vervelen en dat ze daarom uit elkaar gegaan.

Anglofiel

De prins mocht een reis naar Novgorod maken en een paar weken later was hij weer terug. Haar aanbod van het Anichkov Paleis wees hij van de hand. Hij trok in in enige kamers van het Winterpaleis. Alhoewel de relatie voorbij was, bleef hij wel een van haar favoriete ministers. Ze hielden de vriendschap in stand. In parktijk betekende dit een ménage à  trois tussen het paar en de nieuwste lover van de Keizerin. Dat waren er nogal wat. Na Zavadovsky kwam Semyon Zorich, Ivan Rimsky-Korsakov, Alexander Lanskoy, Alexander Yermolov, Alexander Dmitriev-Mamonov en Platon Zubov.

Potemkin controleerde of de kandidaten geschikt waren.  Het lijkt erop dat hij tussen de verschillende kandidaten door nog een tussenrol vervulde. Potemkin liet Catharina ook een keer in een ruimte ‘toevallig’ binnenlopen waar Rimsky-Korsakov zich in een compromitterende situatie met een andere vrouw bevond. Maar verder richtte hij zich op nieuwe romances, met inbegrip van eigen nichten, waarbij er in een geval zelfs een kind schijnt geboren te zijn.

Zijn eerste taak in deze peiode was het buitenlands beleid. Als Anglofiel onderhandelde hij met de Engelse ambassadeur, Sir James Harris, over Catharina’s initiatief van de ‘Gewapende Neutraliteit’. Maar het zuiden bleef zijn passie. Hij had een plan gemaakt, ‘het Griekse Project’ om een nieuwe Byzantijns Rijk rond de Turkse hoofdstad Istanboel te bouwen. Daarvoor was ontspanning met Oostenrijk (toen nog steeds de Habsburgse monarchie) en Keizer Joseph II vereist. 

Zwarte Zeevloot

Ze ontmoetten elkaar in mei 1780 in de Russische stad Mogilev. De daaropvolende alliantie betekende een triomf tegenover de ideeën van andere hovelingen zoals Catharina’s zoon Paul, die liever een alliantie met Pruissen voorstond. Het defensieve verdrag van 1781 bleef bijna twee jaar geheim. De Turken schijnen er niets van geweten te hebben, tot zelfs in 1787, toen ze Rusland de oorlog verklaarden. Andere plannen mislukten, zoals Russische aanwezigheid bij het ineenstortende Perzië.

Potemkin concentreerde zich op de provincies in het zuiden, waar hij steden wilde gaan stichten (Sebastopol onder meer) en een eigen persoonlijk koninkrijk, waarvan de nieuwe Zwarte Zeevloot een belangrijk element was. Met het verdrag van Kucuk Kainarji kwam de Russisch-Turkse oorlog ten einde met het Kanaat van de Krim in feite onder Russische controle. In 1783 ging Potemkin over tot vreedzame overname van de Krim en Kuban, ervan profiterend dat Engeland en Frankrijk elders aan het vechten waren. Al die inspanningen hadden Potemkin uitgeput. Hij kreeg hoge koorts en hij overleefde het maar net. Catharina beloonde hem met een bedrag van 100.000 Roebel, waarvoor hij het Tauride Paleis in St.-Petersburg ging laten bouwen.

Kanselarij

Potemkin keerde terug naar St.-Petersburg november 1783. Toen de Krim in februari 1784 werd geannexeerd werd hij gepromoveerd tot veldmaarschalk. Hij werd ook president van de Raad van Oorlog. De provincie Tauris (de Krim)  werd aan de staat Novorossiya, Nieuw-Rusland toegevoegd. In maart ging hij weer naar het zuiden, als de Prins van Tauris. Hij was al onderkoning, namestnik, van de zuidelijke provincies, inclusief Novorossiya, Azov, Saratov, Astrakhan en de Kaukasus en het gebied breidde zich, door militaire actie, alleen maar uit.

Hij had een eigen hof, waarmee hij wedijverde met Catharina. In de tachtiger jaren had hij een kanselarij met meer dan vijftig ambtenaren en een eigen minister, Vasili Popov, die toezicht hield op de dagelijkse gang van zaken. Hij ‘brak’ de macht van de Kozakken, met name die van de Zaporozje Kozakken. Genoeg rust om te beginnen met de bouw van steden. Hij begon met Cherson, als basis voor een nieuwe Zwarte Zeevloot. De bouw vorderde langzaam en bleek duurder dan gedacht. Bacteriële infecties doken op.  Er volgde nog een havenstad, Akhtiar, later Sebastopol genoemd en vervolgens Simferopol als hoofdstad van de Krim. De grootste mislukking was de bouw van de stad met de naam Heerlijkheid van Catharina, Jekaterinoslaw, nu Dnipropretovsk. Nikolayev in 1789 (later Mykolaiv) was echter een succes en nadat Odessa op de Turken veroverd was, begon hij met de herinrichting van Odessa.

Maar de grootste opgave was het bouwen van de Zwarte Zeevloot. In 1787 bestond die uit niet minder dan 27 slagschepen. Daarmee was Rusland even sterk als Spanje, maar weer veel minder sterk dan Groot-Brittannië. Nooit was Rusland zo sterk als zeemacht geweest.

Keizerin in extase

Mensen werden aangemoedigd naar het gebied te verhuizen. Honderdduizenden deden dat, Russen, buitenlanders, Britse strafgevangenen die waren geweigerd door Australië, Kozakken en joden. Het bevolkingsaantal verdubbelde. Niet iedereen was meteen gelukkig. Buiten Novorossiya liet hij de defensieve Azov-Mozdok linie aanleggen waarmee forten als Georgievsk en Stavropol en andere forten met elkaar werden verbonden.

In 1784 overleed Lanskoy, een van Catharina’s lovers en Potemkin werd naar St.-Petersburg geroepen om Catharina te troosten. Lanskoy werd opgevolgd door Alexander Yermolov en gedrieën maakte ze een bootuitstpapje over de boven-Wolga. Toen Yermolov zomer 1786 de brutaliteit had Potemkin opzij te willen zetten als heerser van het zuiden, werd hij ingewisseld door Graaf Alexander Dmitriev-Mamonov. Potemkin vertrok weer naar het zuiden nadat Catharina had beloofd hem daar op te komen zoeken. Eind januari 1787 was ze in Kiev en nadat het ijs gesmolten was ging ze de Dnjepr af zuidwaarts. Op dat moment had Potemkin andere liefjes, zoasl een zekere Gravin van Sevres en Naryshkina. In mei was Catharina met haar gezelschap in Cherson gearriveerd. Keizer Joseph II op dat moment op bezoek in Sebastopol, noteerde in zijn dagboek “De Keizerin is helemaal in extase. Prins Potemkin heeft alle touwtjes in handen.” Potemkin had allerlei uitstapjes voor Catharina geregeld. Hij gaf ambtenaren de opdracht om plaatsen die er nogal armoedig uitzagen op te knappen door het bouwen van nieuwe houten facades voor de panden. Men sprak sindsdien bij dit soort plaatsen over Potemkin dorpen.

Nieuwe Russisch-Turkse oorlog

Toen de Keizerin vetrokken was, bleef Potemkin in het zuiden. Geleidelijk aan werd hij depressief. Dat was nogal problematisch want in 1787 brak een nieuwe Russisch-Turkse oorlog uit. Hij was inmiddels opperbevelhebber van Rusland. De Turken wilden hun land weer terug en werden daarin gesteund door Pruisen, Engeland en Zweden. Potemkin beschikte over zijn eigen Yekaternoslav leger. In het westen kon hij rekenen op het Oekrainse leger onder leiding van veldmaarschalk Rumyanysev-Zadunaisky. Op het water had hij de Zwarte Zeevloot. Nog steeds was er de alliantie met Oostenrijk. In overleg met Catharina wachtte op de lente om de strijd aan te gaan. In de eerste schermutselingen werden de Turken van de voorposten weggejaagd, maar drie weken later raasde een storm dusdanig over de Zwarte Zeevloot dat er weinig van over was. Toen Potemkin dit hoorde, zag hij het niet meer zitten. Maar zo erg bleek het toch niet te zijn, de vloot was niet vernietigd, maar alleen flink beschadigd. Genneraal Alexander Suvotrov won een slag bij Kinburn en, met de winter in aantocht, was Potemkin vol vertrouwen dat de haven de volgende lente weer bruikbaar zou zijn.

Potemkin verzamelde een leger van veertig- tot vijftigduizend man, inclusief een eenheid van de Kuban Kozakken. Daarnaast vormde hij een vloot van honderd kanonneerboten. Ondertussen zat hij achter de vrouwen van zijn ondercommandanten aan. In de zomer van 1788 begon de strijd echt. Op zee kregen de Turken een flinke slag toegediend. Vervolgens werd het vizier gericht op het Turkse bolwerk Otsjakov.  Maar omdat alle soldaten in het zuiden zaten, zat er zo goed als niemand meer in St.-Petersburg. Zweden zag zijn kans en de Russisch-Zweedse oorlog (1788-1790) was begonnen. Catharina zat in angst, de opperbevelhebber was ver weg.  Maar zowel generaal Suvorov als Catharina wilden desondanks de aanval op Otsjakov laten beginnen. Op 6 december begon die en vier uur later was de stad ingenomen. Bijna tienduizend Turken werden gedood tegen een verlies van tweeeneenhalfduizend Russen. Catharina schreef Potemkin: “Hiermee heb je de mond van al je criticasters gesloten. Het bleken blinden en leeghoofden te zijn.”

Als een pasja

In 1789 ging Potemkin naar St.-Petersburg om drie maanden later weer naar het zuiden te vertrekken. Met Catharina had had hij de hele militaire suituatie doorgenomen, inclusief de bedreiging door Pruissen en het verzoek van Polen om de Russische troepen terug te doen trekken. Weer in Turkije is de Russische opmars naar het fort Bender bij de Dnjester rivier aan de gang. Zomer en najaar 1989 wordt de ene na de andere overwinning op de Turken gehaald, met inbegrip van de slag bij Focsany, de slag bij Rymnik, de verovering van Kaushany en Hadjibey (Odessa) en de val van fort Akkerman. In november viel fort Bender zonder enige slag.

Potemkin opende een groot hof in Jassy, de hoofdstad van Moldavië. Als een pasja leefde hij daar, omringd door minaressen, ondertussen werkend aan een vredesplan met de Turken. Hij richtte zelfs een krant op, Le Courrier de Moldavie. Zijn favoriete minnares was Praskovia Potemkina, twee oorlogsschepen kregen haar naam. Potemkin zelf kreeg er een nieuwe titel bij, Grote Hetman van de Zwarte Zee en van de Kozakse gastheren van Yekaterinoslav. In maart werd hij Groot Admiraal van de Zwarte Zeevloot. De Russische troepen zaten nog steeds in Turkije, ze zaten diep in het land en veroverden nog het fort Izmail. Uiteindelijk ging al het grondgebied tussen de rivieren Bug en Dnjestr naar Rusland. De overwinning werd herdacht met het eerste Russische, officieuze volkslied, ‘Hoor  het gedonder van de overwinning!’.

Vaarwel, mijn vriend. Ik kus je

In het noorden ging het minder voorspoedig. Juli 1790 werd de Russische Baltische vloot verslagen door de Zweden bij de slag om Svensksund. Onkangs die nederlaag, waren de Zweden bereid te onderhandelen en al spoedig was de vrede getekend, die neerkwam op de status quo ante bellum. Na twee jaar keerde Potemkin terug naar St.-Petersburg. Hij werd met applaus binnengehaald. Ondertussen heerste er een dreiging van een Anglo-Duitse coalitie. Catharina en Potemkin verschilden van mening, de Keizerin wilde van geen compromis weten terwijl Potemkin de Pruissen wilde sussen. Gelukkig voor de Russen stortte de Anglo-Duitse coalitie in elkaar. Potemkin legde zijn focus bij Polen, waar hij conservatieve bondgenoten had, waaronder Felix Potocki. Kon hij zelf geen koning van Polen worden? overwoog Potemkin.

De definitieve vrede met de Turken moest nog getekend worden.  Potemkin wilde nog niet gaan, want hij had zijn hoofd bij Polen, bovendien hoad hij een nieuwe minnares, de getrouwde prinses Paskovia Golitsyna. Na heel veel aandringen van Catharina vertrok hij toch naar het zuiden, daarna mocht hij zich met Polen bezig houden. Ze stuurde hem een briefje na, “Vaarwel, mijn vriend. Ik kus je.”

In Jassy werd hij ziek. Hij hield nog wel toezicht op de vredsbesprekingen en hij dacht na over de inname van Polen. Hij vastte en herstelde wat, maar weigerde medicijnen. Het moest weer feest zijn en hij noteerde dat hij ‘een ham, een eengans en drie of vier kippen’ had verorberd. Hij dicteerde een brief aan Catharina, maar stortte opnieuw in. Zijn entourage stuurde hij weg naar Nikolayev, hij zelf ging er achteraan, in klein verband. Op 5 oktober 1791 overleed hij, in de open steppe, 40 mijl van Jassy.  Zijn lijk werd gebalsemd. De begrafenis vond plaats in Jassy. Catharina was radeloos. Zij liet alle evenementen in de stad staken. Velen waren bedroefd om zijn dood.

Catharina kocht het Tauride Paleis en zijn kunstcollectie en betaalde zijn schulden af. Catharina’s zoon Paul, die in 1796 de troon overnam, probeerde Potemkins hervormingen zo veel mogelijk terug te draaien. Het Tauride Paleis liet hij verkommeren en de stad Grigoripol, die de naam had gekregen ter ere van Potemkin, kreeg een andere naam. Hij wilde ook het graf vernietigen, maar dat gebeurde niet. De latere Bolsjewieken zouden ermee gaan pronken. Zijn resten liggen nu in een graftombe in de St. Catharina kathedraal in Cherson.

Even kolossaal als Rusland

Als we terugkijken zien we een figuur die arrogant, veeleisend en zeer wisselvallig was in zijn stemmingen. Maar tegelijkertijd was hij warm en vriendelijk. Een echte Rus als het ware. Zijn vrouwelijke metgezellen kenden hem veel sex appeal toe. Louis Philippe, Graaf van Segur, schreef dat hij ‘even kolossaal als Rusland was’, ‘een onvoorstelbare mengeling van grandeur en kleinzieligheid, luidheid en activiteit, verlegenheid en moed, onverschilligheid en ambitie’. Hij bezocht zowel de kerk als tal van orgieën. Hij was een workaholic en ijdel. Een groot liefhebber ook van sieraden, waarvoor hij niet altijd betaalde. Hij hield niet van hielenlikkerij en was gevoelig over zijn uiterlijk, in het bijzonder over zijn verloren oog. Er zijn daarom tijdens zijn leven maar twee portretten van hem geschilderd, beide door Joann Baptist von Lampi, waarbij hij van de goede kant vastgelegd werd.

Maar hij was ook een intellectueel. De Prince de Ligne merkte op dat Potemkin ’natuurlijke vermogens en een uitstekend geheugen’ had. Hij was geïnteresseerd in geschiedenis en was van veel dingen op de hoogte. Hij hield van klassieke muziek en opera. Hij hield van allerlei soort eten, van verfijnd tot simpel. Als Anglofiel was hij weg van Engelse tuinen. Hij was Russisch in merg en been, hij was overtuigd van de waarde van de tsaritische autocratie. De Franse revolutionairen noemde hij eens een ‘stelletje losgeslagen gekken’.   

Op het hoogtepunt van zijn macht hield hij een tafelrede. Tegen zijn gasten zei hij:

Alles wat ik ooit wilde, heb ik …. Ik wilde een hoge rang, ik heb het, ik wilde medailles, ik heb ze, ik hield van gokken, ik heb enorme bedragen verloren, ik houd van feestjes, ik heb magnifieke feesten gegeven, ik houd van huizenbouw,  ik heb paleizen van de grond gekregen, ik houd van landgoederen, en ik heb er flink wat, ik houd van diamanten en andere mooie dingen en niemand in Europa heeft meer zeldzame of exquisiete stenen dan ik. In een woord, al mij passies zijn verzadigd. Ik ben helemaal gelukkig.”

 

 

Bijnaam / pseudoniem:
Prins van Tauris (de Krim)
Functie / titel:
Opperbevelhebber van het Russische leger
Geboorte- en sterfdatum:
11 oktober 1739 / 16 oktober 1791
Plaats geboorte:
Chizhovo
Plaats sterven:
Jassy
Sekse:
Man
Woonplaatsen:
Chizhovo, St.-Petersburg, de Krim, Jassy
Persoonscategorie:

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0