Jan Boon jr.

Rond 1780 is De Rijp nog slechts een fletse schaduw van het welvarende dorp dat het in de 17e eeuw was. Toch zijn er nog enkele kapitaalkrachtige families die de walvisvaart en haringvangst gaande houden. Zij hebben ook belangen in de toeleveringsbedrijven zoals touwslagerijen, zeilmakerijen, nettenbreierijen, scheepswerven en houtmolens. Onder deze families bevindt zich het doopsgezinde geslacht Boon. Vooral Jan Boon jr. (geboren 1758) ontpopt zich als groot reder, handelaar en fabrikant en is in zijn tijd een van de rijkste mannen van het Schermereiland.

De familie Boon
De doopsgezinde familie Boon bouwt vanaf het midden van de zeventiende eeuw een vermogen op met de haring- en walvisvangst. In topjaren vangen de schepen van de familie Boon meer dan 300 walvissen, waarvan het spek, de traan en de baleinen worden verhandeld.
De firma Boon handelt daarnaast in vee, huiden, kaas, koffie, tonnen en vaten. Zij bezit tevens parten (aandelen) in hennepklopmolens, een lijnbaan, een zeilmakerij en een leerlooierij. De arbeiders en middenstanders in De Rijp zijn voor hun inkomsten voor een belangrijk deel afhankelijk van de bedrijvigheid van grote reders als de familie Boon.
Het door de eeuwen heen door noeste arbeid en erflatingen opgebouwde kapitaal komt tenslotte terecht bij de laatstlevende van het geslacht: Jan Boon junior.

Jan Boon junior
Jan Boon jr. trouwt in 1783 met Trijntje Lakeman (van Krommenie) en zet de handel van zijn voorouders voort. Onder zijn directie varen in de jaren 1787-1789 de laatste walvisschepen van De Rijp uit. Door de achteruitgang van de walvisstand is de vangst dan al teruggelopen tot gemiddeld twee walvissen per jaar.
Hij zet een handel in koehaar en koesmeer en handelt daarbij in soda, koffie, huiden en diverse andere artikelen. Hij koopt land, huizen, pakhuizen en investeert in ' buitenlandse staatspapier'.
Kortom, een druk baasje. Of het loont of dat hij inteert op het familiekapitaal is uit de boekhouding – die toen heel anders gevoerd werd dan nu - niet meer op te maken.
Zijn vrouw overlijdt in 1826, het paar is kinderloos gebleven

Graf in de grote kerk
Jan junior is 53 jaar lang diaken van de doopsgezinde gemeente waaraan hij regelmatig geldbedragen schenkt. Hij blijft tot op hoge leeftijd actief in de handel en visserij. Jan junior sterft in 1847 en De Rijp verliest daarmee zijn laatste walvisreder. Bij zijn dood heeft hij nog zes haringbuizen in de vaart.

Het was sinds enkele jaren daarvoor bij wet verboden om mensen in de kerk te begraven. Jan Boon junior is de laatste Nederlander die, met koninklijke dispensatie, in een kerk wordt begraven. Zijn grafzerk is te zien in de grote kerk van De Rijp.

Nalatenschap voor de dorpsgemeenschap
Het testament van Jan Boon jr. begint met een opsomming van personen die na zijn dood een legaat zullen ontvangen. Hieronder vallen zijn trouwe dienstbodes, de gezusters Dolleboter.
Jan junior maakt tijdens zijn lange leven de toenemende werkloosheid en armoede in De Rijp mee. In zijn wilsbeschikking bepaalt hij dat zijn vermogen na zijn dood tot nut van de dorpsgemeenschap aangewend moet worden, door de oprichting van een Maatschappij tot Bevordering van Nijverheid in De Rijp.Deze stichting bestaat nog altijd. Vroeger waren de doelen vooral zakelijk van aard. Tegenwoordig richt de stichting zich op liefdadige doelen.

Dit artikel staat onder redactie van Land van Leeghwater en is met hun toestemming gepubliceerd op deze website.

Functie / titel:
koopman, reder
Geboorte- en sterfdatum:
24 februari 1758 / 31 maart 1847
Sekse:
Man
Persoonscategorie:

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0