Jeroen / Jheronimus Bosch (El Bosco)

Jeroen / Jheronimus Bosch (El Bosco)

In 1967 was er in Den Bosch de eerste Jeroen Bosch tentoonstelling. Die werd door bijna 300.000 mensen bezocht. In 2016 volgde de tweede Jeroen Bosch tentoonstelling met de titel  ‘Jheronimus Bosch – Visioenen van een genie’ die bijna een half miljoen bezoekers trok. Het was dat jaar tevens ‘Jheronimus Bosch 500’ vanwege het 500e sterfjaar van Jeroen Bosch.

Ik herinner het me goed, want ik woonde zelf in Den Bosch. Jeroen Bosch was ook een Bosschenaar, hij woonde en werkte op de Markt, nr. 29. Het huis wordt omgebouwd tot een museum.

Fantastische illustraties van religieuze verhalen

Hij is een van de meest opvallende vertegenwoordigers van de Vroeg-Nederlandse schilderschool. Zijn werk, meestal olieverf op eikenhout, bevat vooral fantastische illustraties van religieuze concepten en verhalen. Tijdens zijn leven werd zijn werk verzameld in Nederland, Oostenrijk en Spanje, en op grote schaal gekopieerd, vooral zijn macabere en nachtmerrieachtige afbeeldingen van de hel.

Het grootste deel van zijn leven bracht hij door in 's-Hertogenbosch, de officiële naam van Den Bosch, waar hij werd geboren in het huis van zijn grootvader. De wortels van zijn voorouders liggen in Nijmegen en Aken (wat zichtbaar is in zijn achternaam: Van Aken). Zijn hallucinerende fantasiestijl oefende een grote invloed uit op de noordelijke kunst van de 16e eeuw, met Pieter Bruegel de Oude als zijn bekendste volgeling.

Grote brand in 's-Hertogenbosch

In 1463 woedde er een grote brand in 's-Hertogenbosch, die Bosch als kind heeft aanschouwd. Bij deze brand gingen 4000 huizen in vlammen op. In het latere werk van Bosch komen vaak stadsbranden voor.

Tegenwoordig wordt Bosch gezien als een geniale schilder met een diep inzicht in de verlangens en diepste angsten van de mensheid. Ongeveer 25 schilderijen zijn zeker door hem gemaakt, samen met acht tekeningen. Ongeveer een half dozijn schilderijen wordt aan zijn atelier toegeschreven. Zijn meest geprezen werk bestaat uit enkele drieluik-altaarstukken, waaronder ‘De Tuin der Lusten’ die zich in het Museo del Prado in Madrid bevindt.

Atelier van zijn vader

De familie Van Aken was destijds een toonaangevende, Bossche schilderfamilie.  Jeroen Bosch werd opgeleid in het atelier van zijn vader. Hoewel de familienaam Van Aken was signeerde Jeroen vanaf 1490, op zijn veertigste, zijn werk met ‘Jheronimus Bosch’.

Bosch trouwde in 1481 met Aleid van de Meervenne, een telg uit een welgestelde en invloedrijke koopmansfamilie. Hij trouwde boven zijn stand zowel financieel – zijn vrouw bezat bijvoorbeeld een huis en wat landerijen – als intellectueel –Aleid had onder andere een zwager die in Keulen gestudeerd had. In de belastingakten werd hij tot de rijkste burgers van de stad gerekend. Maar pas in 1487 ging het zo goed, dat Bosch in staat was om zelf geld uit te lenen.

Broederschap

In dat jaar trad hij toe tot de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap, een voornaam religieus broederschap in 's-Hertogenbosch. In 1488 werd hij benoemd tot gezworen broeder van deze broederschap, wat betekent dat hij opgenomen was in de geestelijke stand – zij het in de laagste rang. Via de broederschap verwierf Bosch een aantal opdrachten, zoals de luiken van het retabel staande op het Onze-Lieve-Vrouwe-altaar, die tegenwoordig in verband worden gebracht met zijn werken van Johannes de Doper en Johannes de Evangelist.

Op het rechterpaneel zou hij zich, prominent boven zijn handtekening, als koorduivel hebben afgebeeld, een demon die alle zonden van de mens noteert en ze op de Dag des oordeels tegen hem zal gebruiken.

Opdrachten van burgerij en adel

Bosch schilderde voor de Sint-Janskathedraal een voorstelling van de schepping van de wereld en een retabel met vier taferelen uit het leven van Esther en Judith. Dit werk is verdwenen. Hij kreeg kerkelijke opdrachten en heel wat bestellingen van de stedelijke burgerij. Leden van de Nederlandse hoge adel behoorden tot zijn mecenassen. Hendrik III van Nassau, de oom van Willem van Oranje, was mogelijk de opdrachtgever van de Tuin der Lusten.

Dat Bosch een geliefde schilder was aan het hof in de bestuurlijke hoofdstad het hertogdom Brabant in Mechelen, blijkt ook uit de vermelding in een inventaris uit 1516 van landvoogdes Margaretha van Oostenrijk van een Verzoeking van de heilige Antonius, die zij bij Bosch had besteld. De Tuin der Lusten sierde een flinke tijd Grote Zaal in het paleis van de graven van Nassau in Brussel.

Maar Bosch’ faam reikte tot ver buiten de grenzen van Brabant. In Venetië, bijvoorbeeld, bevond zich in de verzameling van kardinaal Domenico Grimani werk van Bosch. Ook bevinden zich in die stad het Heremieten-drieluik en het Drieluik van de gekruisigde martelares.

Uitvaart

Bosch overleed in 1516. Op 9 augustus van dat jaar vond ter ere van hem een ‘exequie’ (uitvaartmis) plaats, gevierd door de deken van de Broederschap en verschillende priesters en zangers, die allen betaald werden door vrienden van Bosch. Hij werd op het Sint-Janskerkhof begraven op het gedeelte waar de rijken lagen. Het is niet bekend waaraan hij stierf, maar in 1515-1516 doet een lokale kroniekschrijver melding van een vrij ernstige uitbraak van pleuritis, waar menig mens aan stierf. In een wapenboek van de broederschap wordt hij vermeld als ‘Hieronimus Aquens, alias Bosch, seer vermaerd schilder, obiit 1516’. 

Portret van Bosch

Er zijn niet meer dan drie portretten van Bosch, die allemaal na zijn dood zijn gemaakt. Aangenomen wordt dat het portret uit de Recueil d'Arras van omstreeks 1550 en een gravure van Hieronymus Cock in 1572 teruggaan op een verloren gegaan portret of zelfportret van Bosch. Het standbeeld op de Bossche Markt is hierop gebaseerd.

Navolging

Bosch heeft veel navolging gehad. Van de Duitse schilder Lucas Cranach is bekend dat hij werk van Bosch kopieerde. Lucas van Leyden was zeer geïnspireerd door Bosch. De bekendste navolger van Bosch was Pieter Bruegel de Oude. Surrealistische schilders als Salvador Dalí, Max Ernst en Joan Miró zijn schatplichtig aan Bosch.  

Vanaf het eind van de 19de eeuw wordt wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het werk van Bosch. In de loop van de tijd vielen met behulp van moderne technieken als röntgenstraling en dendrochronologie een groot aantal werken van het Bosch-repertoire af, maar er kwamen er ook enkele bij, zoals de Verzoeking van de heilige Antonius in São Paulo. Uit dit geschuif met toeschrijvingen is een vastomlijnde groep werken naar voren gekomen, die het kernoeuvre, de canon van Bosch vormt. In 2020 werd Jeroen Bosch opgenomen in een andere canon: de Canon van Nederland. 

Afbeeldingen

1) de verleiding van de heilige Antonius, 2) De heilige Johannes de Doper in de wildernis, 3) Aanbidding door de wijzen, 4) de heilige Jerome in de wildernis, 5) Kruisiging van Jezus, 6) De Tuin der Lusten, 7) Heremieten-drieluik, 8) de marskramer, 9) de hel en de zondvloed, 10) Jeroen Bosch, circa 1550, Bibliotheque Municipale, Arras

https://bit.ly/3kB0Kf2 

Bijnaam / pseudoniem:
El Bosco
Geboorte- en sterfdatum:
1 maart 1450 / 9 augustus 1516
Plaats geboorte:
's-Hertogenbosch
Plaats sterven:
's-Hertogenbosch
Sekse:
Man
Woonplaatsen:
's-Hertogenbosch

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0