Rombout Verhulst

Verhulst studeerde in zijn jonge jaren waarschijnlijk bij Rombout Verstappen, Frans van Loo en Lucas Faydherbe. In 1646 trok hij naar Amsterdam. Daar ging hij in dienst bij Artus Quellinus en werkte aan de decoraties van het nieuwe stadshuis dat verrees op de Dam. Als één van de weinige medewerkers van de beeldhouwer, mocht Rombout zijn eigen werken signeren.

Twaalf jaar later, in 1658, vertrok Rombout naar Leiden. Ook daar werkte hij aan stedelijke gebouwen, maar kreeg ook zijn eerste orders binnen voor grafmonumenten. In 1663 trok hij door naar Den Haag, waar hij ook lid zou worden van de beeldhouwersgilde.

Als kunstenaar staat Rombout vooral bekend om zijn grafmonumenten. Zo is het grafmonument van Michiel de Ruyter van zijn hand. Ook maakte hij vele kleinere werken, zoals portretbusten of tuinbeelden.