Simon Stevin

De beroemde zeventiende eeuwse wiskundige Simon Stevin werd in 1548 geboren in Brugge. Na korte tijd in Antwerpen en Leiden te hebben gewoond, vestigt hij zich in 1590 in Den Haag, waar hij raadsman van prins Maurits, graaf van Nassau, wordt. Hij onderwijst Maurits in de krijgskundige wetenschappen en wist daarnaast een reputatie op te bouwen als een van de grootste geleerden van zijn tijd.

Stevin’s moeder was een welgestelde vrouw afkomstig uit Ieper. Simons vader was afkomstig uit Veurne. Hij was de jongste zoon van de burgemeester van Veurne. Uit Simon’s jeugd is niet zo veel bekend. Hij heeft een tijd gewerkt als boekhouder in Antwerpen en kwam voor 1571 terug naar Brugge om een ambt te vervullen voor de Brugse administratie. In 1571 verlaat hij Brugge en onderneemt reizen naar Pruisen, Polen, Zweden en Noorwegen. In 1577 keert hij terug naar Brugge en stellen de schepenen hem aan als klerk.

Calvinisten in Brugge

Simon Stevin was naar alle waarschijnlijkhed een protestant, maar zeker weten we het niet. In 1581 besluit Simon Stevin zich toe te leggen op universitaire studies. Hij vertrekt naar de Universiteit van Leiden, die door Willem van Oranje in 1575 was gesticht. Op 16 februari 1583 schrijft hij zich in als Simon Stevinius Brugensis (Simon Stevin uit Brugge). Tot 1590 blijft zijn naam voorkomen in de registers van de universiteit. Eenmaal in het noorden begint Stevin met zijn wetenschappelijke publicaties. In 1582 wordt zijn eerste werk, de Tafelen van Interest, over handelsrekenen gepubliceerd door de drukker Christoffel Plantijn in Antwerpen.

Windmolen

Stevin heeft een grote interesse in hydraulische techniek. Om zijn schetsen in de praktijk om te zetten sluit hij een overeenkomst met Jan Cornets de Groot, vader van Hugo de Groot. Deze De Groot was burgemeester van Delft en een zeer hechte vriend van Stevin. Samen bouwen ze op verschillende plaatsen windmolens en verbeteren bestaande. Tevens doen ze - eerder dan Galilei een valproef van de toren van de Nieuwe Kerk van Delft, waarmee ze Aristoteles weerleggen.

In 1590 vestigt Stevin zich in Den Haag. In deze stad leert hij Catherine Cray kennen. Ze krijgen vier kinderen alvorens ze besluiten te trouwen, bepaald niet gangbaar in de zestiende eeuw. Stevin is ten tijde van zijn huwelijk al 68 jaar oud. Zijn huis staat midden in de joodse buurt, in de Raamstraat. Stevin blijft er wonen tot aan zijn dood in 1620 en het pand, nr. 47, bestaat nog steeds.

Vanuit zijn woning in Den Haag gooit Stevin hoge ogen, vooral bij de Oranjes. Prins Maurits, de stadhouder van Holland en Zeeland en tevens kapitein-generaal, is bijzonder geïnteresseerd in toegepaste wiskunde en stelt Stevin in 1593 aan als privé-docent. De inhoud van deze lessen vat Stevin samen in zijn boek Wisconstighe Ghedachtenissen (1605-1608). Tezelfdertijd dient hij als ingenieur bij het Staatse leger. Hij speelt zeker een rol in de verandering aan het front, maar zijn effectieve rol is nergens beschreven.

Didactische kwaliteiten

In 1604 wordt Stevin, op aanraden van de prins, benoemd tot kwartiermeester. Prins Maurits had grote waardering voor Simon Stevin en er ontstaat een hechte vriendschap die niet door iedereen aan het hof wordt gewaardeerd. Stevin maakt deel uit van comités die verdediging en navigatie onderzochten. Verder wordt hij door Maurits gevraagd een onderwijsprogramma te ontwikkelen dat snel ingenieurs kon opleiden. Stevin bleek hiervoor de geknipte persoon dankzij zijn combinatie van didactische kwaliteiten en kennis van theorie en praktijk. Aan deze opleiding, de Duytsche Mathematique (Nederlandse wiskunde), in Leiden, kregen leerlingen in het Nederlands lessen in de reken- en landmeetkunde en vestingbouw.

Opvallend is zijn grote aandacht voor de Nederlandse taal. Stevin beweerde namelijk dat het Nederlands beter geschikt is voor kennisoverdracht dan het Grieks, Latijn of een andere moderne taal. Aan het einde van zijn carrière bevalt Stevins rol als kwartiermeester hem niet meer. Hij verzoekt de Staten-Generaal tevergeefs om een hogere functie en loonsverhoging.

Militair strateeg

In dienst van Maurits ontwikkelt Stevin zich tot een militair strateeg, die ‘in die tijd vooral zijn brood verdient met het ontwerpen van vestingen en het perfectioneren van de logistiek van het leger te velde (…) Op sleutelpunten, bijvoorbeeld waar twee dijken samenkomen, worden vestigingen gelegd. In geval van nood zet men het omringende land onder water. De kunst van het onder water zetten leidt tot een compleet systeem van waterlinies, waarvan de Hollandse de bekendste is.’

Onder het motto Wonder en is gheen wonder (Wonder is geen wonder) brengt Stevin briljante bijdragen op het gebied van de statica, mechanica en perspectief. Met zijn motto gaf hij aan dat alle verschijnselen logisch verklaarbaar zijn.

De clootcrans

Het beeldmerk van Simon Stevin is de ‘clootcrans’. Dit gaat terug op een van zijn fundamentele bewijzen met betrekking tot kracht op verticale wanden. Hij stelt namelijk dat de even grote bollen even veel druk uitoefenen op de zijde AB als op BC omdat de clootcrans (krans van kogels, cloot = kogel) in evenwicht is. In De Beghinselen der weeghconst staat dit bewijs beschreven.

Uitgaande van het clootcransbewijs ontleed Stevin in de Beghinselen der Weeghconst talrijke situaties met gewichten op hellende vlakken. Hij analyseert het evenwicht van lichamen met een vast punt, het evenwicht als drie krachten optreden en hij bepaalt zwaartepunten van vlakke en van ruimtelijke figuren. In de Weeghdaet worden tal van praktische toepassingen behandeld, zoals werktuigen waarbij wrijvingskrachten, weerstanden, valproeven, enzovoorts aan bod komen.

In De Beghinselen des Waterwichts levert Stevin bijdragen tot de hydrostatica van grensverleggende betekenis. Stevin werkt als eerste met het begrip druk, dus voor Blaise Pascal en bereikt met zijn hydrostatische paradox een hoogtepunt. Hij voegt als eerste iets toe aan het werk van Archimedes op het gebied van hydrostatica.

Stevin beseft al vroeg - eerder dan Galilei - het belang van de koppeling van theorie en experiment als wetenschappelijke methode: spiegheling (vergelijk het moderne woord bespiegeling) en daet in zijn woorden. Dit betekent een breuk met de destijds gebruikelijke theoretische methode van Aristoteles.

Simon Stevin en de Nederlandse taal

Stevin heeft een bijzondere relatie met de Nederlandse taal. Hij geeft de voorkeur aan uitgaven in het Nederlands, met eigen woorden voor Grieks-Latijnse termen. Zo wordt hij een van de grondleggers van het wetenschappelijke en technische Nederlands en bedenkt hij een hele rits nieuwe, nog steeds gangbare termen. Zo is het Nederlands een van de weinig Europese talen waar het woord wiskunde niet is afgeleidt van het Latijn of Grieks, maar ontsproten aan het brein van Stevin.

De zeilwagen

Beroemd wordt zijn zeilwagen. Stevin ontwerpt deze zeilwagen in 1601/1602 voor prins Maurits. Eerst werd een proefmodel gebouwd en daarna een zeilwagen voor een groot gezelschap. Prins Maurits gebruikt de zeilwagen om zijn gasten te vermaken. De eerste rit wordt in februari 1602 gemaakt, waarbij 27 binnenlandse en buitenlandse diplomaten aanwezig zijn. In twee uur rijdt men van Scheveningen naar Petten, met een voor die tijd ongekend hoge gemiddelde snelheid van 50 km/u. De zeilwagen is nog twee eeuwen gebruikt voor het vermaak van gasten - hij heeft lang in de Scheveningse kerk gestaan - maar aan het begin van de negentiende eeuw was de staat dermate slecht geworden dat de wagen en het prototype worden verkocht.

Constantijn Huygens schrijft er in ‘Zeestraat’ het volgende gedicht over

Indien die vreughd verslijt, denckt weer op vreemder vonden 
Die ´t volck, of om haer niew, of om haer´ waerde monden, 
Brenght Wagens onder zeil: daer leeft ´er noch wel een, 
Betakelt van Stevin en van sijn Vorst bere´en: 
Ick gev´ u niet alleen mijn´ Hagenaers te wachten; 
Heel Delft, heel Rotterdam sal Ross en Rad bevrachten, 
Om ´toud-niew wonderwerck te soecken op het strand 
Daer ´t een Suyd-weste storm doe vliegen over ´tsand. 
 

De Staten-Generaal en de Staten van Holland verlenen hem vele octrooien ( patenten) voor uitvindingen. Het eerste octrooi dat de Staten-Generaal aan iemand verlenen, is voor een door Simon Stevin ontwikkeld apparaat om water weg te pompen. Daarna volgdn nog meer octrooien waaronder dat voor een nieuw type watermolen. Met Jan Cornets de Groot bouwt Stevin een aantal van deze molens.

Architectuur

Gedurende Stevins loopbaan als ingenieur en wiskundige houdt hij zich ook bezig met architectuur, steden- en vestingbouw. Baanbrekende theorieën bereikt hij op dit vlak niet. Stevin is namelijk niet zozeer uit op het presenteren van een originele theorie, maar op de overdracht van de belangrijkste kennis op het gebied van vestingbouwkunde.

Stevin geeft in zijn werk De Stercktenbouwing een vestingbouwkundige theorie dat zowel Italiaanse als Nederlandse ontwerpen combineert. Het systeem is ontworpen met een meetkundige basis en aangepast aan de nieuwe vuurwapens. In Castrametatio beschrijft hij de wijze waarop legerkampen moesten worden opgeslagen en het beste konden worden ingericht. Stevin streefde er hierbij naar om de kennis van de Oudheid en eigentijdse ervaringen, opgedaan tijdens de vele belegeringen, te combineren voor een geordende inrichting van legerkampen.

 

Functie / titel:
wiskundige
Plaats geboorte:
Brugge
Plaats sterven:
Den Haag
Sekse:
Man
Woonplaatsen:
Brugge, Antwerpen, Brugge, Leiden, Den Haag
Persoonscategorie:

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0