Abdij van Berne, kloostergebouw

Horizontal tabs

Beschrijving

Inleiding

U-vormig KLOOSTERGEBOUW, tussen 1869-1870 in vormen van de neogotiek opgetrokken naar een ontwerp van de architect Th. Asseler. Het kloostergebouw bestaat uit drie vleugels van een carré, waarvan de oostelijke feitelijk slechts de functie van pandgang heeft. Dit gedeelte is na het kloostergebouw uit 1857-1858 de tweede uitbreiding van de snel groeiende abdijgemeenschap en bevindt zich tussen het uit 1546 daterende "slotje of speelhuis" en de vleugel aan de oostzijde uit 1857-1858. In deze vleugel, die noord-zuid gericht is, bevinden zich onder meer ontvangstruimtes, een keuken met refter en de verblijven voor de gasten. Dit gedeelte is in 1999 sterk gerenoveerd. Aan de noordzijde is in 1998/9 een nieuw verblijf voor de kloosterlingen gebouwd ter vervanging van een gebouw van 1927 en 1966. De noordelijke vleugel van de U-vorm dateert uit 1870 en omvatte onder meer een bibliotheek die nu verplaatst is naar het nieuwe gedeelte.

Omschrijving

Langgerekt kloostergebouw en deels onderkelderd gedeelte van twee bouwlagen met een kapverdieping op rechthoekige grondslag onder een van Maasgedekte leien voorzien zadeldak met steekkappen aan de voorzijde. De gevels zijn opgetrokken in machinale baksteen gemetseld in kruisverband. De plint is gecementeerd. De gevel is symmetrisch van opzet en heeft op de hoeken twee risalieten met topgevels waarin met een spitsboog bekroonde getrapte spaarvelden zijn aangebracht met daarin een oculus. De topgevels hebben verder een ezelsrug en uitkragingen op de aanzet. Ter hoogte van de zolderbalklaag zijn smeedijzeren krulankers aangebracht. Het fries is zowel aan de voor- als aan de zijgevels geornamenteerd met lijsten van siermetselwerk met onder meer zaagtand- en muizentandlijsten. In het voorste dakschild bevindt zich een kleine dakkapel. De vensters op de begane grond en de verdieping zijn met een segmentboog getoogd, hebben houten kruiskozijnen, 24-ruits ramen en hardstenen onderdorpels. Boven een lage hardstenen trap van drie treden bevindt zich een met stucwerk omlijste en met een segmentboog getoogde ingang met een dubbele opgeklampte deur met ijzeren sierbeslag, een bovenlicht met roeden in webpatroon en een glazen luifel. Centraal in de middenrisaliet bevindt zich een natuurstenen gedenksteen met wapen en opschrift, van A. van Laarhoven, abt van 1867-1870. Rechtsonder boven de plint bevindt zich een kleine natuurstenen steen met inscriptie waarmee de eerste steen legging wordt herdacht. De westelijke zijgevel telt zeven traveeën. De vensters zijn boven elkaar geplaatst en hebben dezelfde detaillering als die aan de voorzijde. De binnenplaats diende tot circa 1966 tot begraafplaats. De noordelijke vleugel is een jaar na de westelijke vleugel opgetrokken en is vrijwel identiek aan de westelijke in detaillering van vensters, ramen en dakkapellen. Iets later dan deze vleugel is het éénlaagse oostelijke gedeelte opgetrokken. Dit gedeelte grenst deels aan de abdijkerk (onderdeel IV) en is hiermee ook intern verbonden. De vertrekken in deze vleugel vertonen minder samenhang dan de westelijke en de noordelijke vleugels. In dit gedeelte zijn enkele vertrekken met een administratieve functie gevestigd. De detaillering van vensters, ramen en dakkapellen is overeenkomstig die van de westelijke en noordelijke vleugels. Inwendig bevinden zich aan de voorzijde (zuidzijde) een ontvangstruimte en een hal. Op de begane grond van de langgerekte westelijke vleugel zijn verder de keuken en de refter gevestigd. Aan de oostzijde bevindt zich hier een grote doorlopende gang. De in 1999 verbouwde verdieping dient tot verblijf voor de gasten. Inwendig is het geheel verbonden met het "slotje" en met de oostelijke vleugel (onderdeel III). Aan de noordzijde is het verbonden met de nieuw gebouwde verblijven voor de kloosterlingen.

Waardering.

Het kloostergebouw is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorische waarden als bijzondere uitdrukking van de explosieve groei van het katholieke kloosterleven na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 en als onderdeel van de abdij. Het heeft architectuurhistorisch belang vanwege de neogotische bouwstijl en vanwege de hoge architectonische kwaliteit.

Tevens heeft het in samenhang met de andere complexonderdelen architectuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van het zoeken naar een typologie voor het kloostergebouw in het algemeen. Met name de overgang van een meer herenhuisachtig karakter naar de meer gebruikelijke kloostertypologie is van belang.

Het heeft ensemblewaarden met de overige complexonderdelen. Het is van belang vanwege het gaaf bewaarde karakter en vanwege de typologische en functionele zeldzaamheid. Het heeft situationele waarde vanwege de ligging in het park.

Adres

Abdijstraat 49
5473 AD Heeswijk

Openingstijden

Facilities

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0