Artis: groep van vier aanaangeschakelde magazijnen en werkplaatsen

Horizontal tabs

Beschrijving

Inleiding

Een groep van in oorsprong vier aaneengeschakelde en grotendeels witgeschilderde MAGAZIJNEN en WERKPLAATSEN (9), onderdeel van het Artiscomplex. Het geheel is tussen 1875 en 1890 tot stand gekomen. Architect waren G.B. en A. Salm. Ontworpen in de chaletstijl. Op de stenen onderbouw is een houten opbouw met een imitatie-vakwerkconstructie aangebracht. De gebouwen liggen aan de Plantage Muidergracht, die de oostgrens van het Artiscomplex vormt

N.B. het vierde meest noordelijke gebouw is gesloopt.

Omschrijving

Plantage Muidergracht 32-34.

Aan het water van de Muidergracht gelegen witgeschilderd houten gebouw op rechthoekig grondplan. Het bestaat uit twee hoger opgetrokken hoekpaviljoens met twee bouwlagen en uit een middendeel met een enkele bouwlaag. De drie samenstellende elementen worden afgesloten door evenzoveel zadeldaken gedekt met rode pannen. Gevelvlakken van de begane grond tonen de vakwerkconstructie met gestucte panelen. Aan de zijde van het binnenterrein een drietal dubbele deuren. Rondom kruisvensters met bijzondere roedenverdeling in de bovenlichten. Boven de vensters uitkragende kroonlijsten of geknikte lijst als luifel met bewerkte houten windveren. Hieronder rijke ornamentering met gesneden houtwerk. Hoger gelegen geveldelen beschoten met aan de onderzijde decoratief bewerkte houten delen. Daken met overstek, makelaar en hanebalken. In het middendeel aan twee zijden een kleine opgetrokken onderbreking van de op consoles rustende gootlijst. Ook deze onderbreking heeft een hanebalk. Deuren, hoekverstevigingen en lijstwerk is lichtgroen geschilderd. Aan de zijde van de Muidergracht bevinden zich latere aanbouwen.

Plantage Muidergracht 36-38

Aan het water van de Muidergracht gelegen witgeschilderd houten gebouw op rechthoekig grondplan. Het bestaat uit een midden- en twee hoekpaviljoens. Twee vleugels verbinden de paviljoens. Donkere plint waarboven de vakwerkconstructie. Groengeschilderde houten toegangsdeuren en dubbel hijsluik. Boven deuren en sommige vensters de eerder vermelde uitkragende kroonlijsten en geknikte lijst als luifel met bewerkte houten windveren. Hieronder rijke ornamentering met gesneden houtwerk. Verder aan weerszijden van de deuren smalle vensters met vierkant bovenlicht. In de vleugels series gekoppelde smalle vensters onder de uitkragende gootlijst op consoles. Bovenzijde van de gevelvlakken beschoten met aan de onderzijde decoratief bewerkte delen. Dakoverstek met haneblak.

Plantage Muidergracht 40

Aan het water van de Plantage Muidergracht gelegen witgeschilderd houten gebouw op rechthoekig grondplan. Het bestaat uit een hoekpaviljoen en een lagere vleugel. Hoekpaviljoen onder zadeldak met pannen. Lagere vleugel heeft aan de zijde van de gracht een verbreding. Lagere deel gedekt met een afgeknot schilddak met pannen. Aan de NO-zijde van de lagere vleugel en op de overgang van vleugel en hoekpaviljoen verder nog een kleinere aanbouw. Stenen onderbouw waarop de witgeschilderde vakwerkconstructie. Kruisvensters met bijzondere roedenverdeling in de bovenlichten. Bepaald stijl- en regelwerk van de vakwerkconstructie heeft gebiljoende kanten. Bovenzijde van de gevelvlakken heeft beschot met aan de onderzijde decoratief bewerkte delen. Gootlijst op consoles. Aan de gevels van het hoekpaviljoen vensters met kroonlijsten en geknikte lijsten als luifels. Aan deze zijde tevens geveltoppen met overstek, hanebalk en makelaar als bij de Plantage Muidergracht 32-34. Groengeschilderde versteviging van de hoeken en verder lijstwerk.

Plantage Muidergracht 40-A

Aan het water van de Plantage Muidergracht gelegen gebouw op rechthoekig grondplan en bestaande uit een middenpaviljoen, twee hoekpaviljoens en tussenliggende vleugels. Grotendeels beschoten gevelvlakken. Onderzijde van de gevels aan de zijde van het binnenterrein zijn groengeschilderd. De paviljoens hebben dubbele deuren en dubbele hijsluiken. Hierboven een geknikte luifel en aan weerszijden smalle vensters. De afsluitingen van de gevelopeningen zijn eveneens groengeschilderd. Houten beschot met aan de onderzijde decoratief bewerkte delen. Opeenvolgende lichte togingen bij de overgang van het beschot van het benedendeel naar het bovendeel van de gevel aan de zijde van het binnenterrein. Verder aaneengesloten serie vensters aan de zijde van de gracht. Dakoverstekken met consoles, gootlijsten en hanebalken met gesneden houten ornamenten in de hoeken.

Waardering

Serie magazijnen en werkplaatsen uit 1875-1890 van algemeen belang als historisch-functioneel onderdeel van het Artis-complex, vanwege het architectuurhistorisch belang en als voorbeeld van verzorgde decoratieve vormgeving.

Architect G.B. Salm was geruime tijd aan Artis verbonden. Hij ontwierp de roofdierengalerij (1859, verbouwd 1930 en 1975) en het nieuwe sociëteitsgebouw (Plantage Kerklaan 36-40; 1869-'71). Dit inmiddels sterk gewijzigde, wit gepleisterde gebouw met hoekpaviljoens heeft van 1941 tot 1968 het bevolkingsregister gehuisvest en is tegenwoordig als café annex tv-studio in gebruik. Van de hand van Salm is verder de voorm. bibliotheek (Plantage Middenlaan 45; 1867-'68), een eclectisch gebouw met neoclassicistische elementen, opgetrokken in gele en rode baksteen. De twaalf dieren-sgraffito's zijn uit 1952 (J. Groenestein). De begane grond was tot 1920 deels als zebrastal in gebruik en tot 1989 als nachtdierenverblijf. De verdieping was van 1894 tot 1965 ingericht als faunamuseum met opgezette dieren. Het aquariumgebouw (Plantage Middenlaan 53; 1881-'82), door G.B. en A. Salm ontworpen in neoclassicistische stijl, heeft in het midden een corinthisch tempelfront en tegen de oostgevel een rond auditorium met koepeldak (tegenwoordig diorama). Verder ontwierpen zij de houten magazijnen en werkplaatsen (Plantage Muidergracht 32-40; 1875-'90) in chaletstijl met pseudo-vakwerk. Het voorm. Ethnografisch museum (Plantage Doklaan 44; 1886), een eclectisch ontwerp van A.L. van Gendt, werd door B.J. Ouëndag verbouwd tot Zoölogisch Laboratorium (1923). Tegenwoordig bevinden zich hier op de verdiepingen diverse kantoren en het Artis-atelier en op de begane grond een nachtdierenverblijf en runderstallen. Bijzondere dierenverblijven zijn onder meer de houten giraffenstal in chaletstijl (1863), de fazanterieën Oude Kweek en Nieuwe Kweek (1872 en 1888), het Minangkabauhuis (1916) - gebouwd als onderkomen voor kleine hoefdieren naar voorbeeld van de inheemse huizen op Sumatra - en de voorm. zebrastal (circa 1920). Het huidige apenhuis (1909, B.J. Ouëndag) is een bakstenen gebouw in traditionalistische vormen met boven beide toegangen een tegeltableau. De uilenruine (1921) kwam tot stand naar plannen van dr. A.F.J. Portielje. Het als leeuwenverblijf aangelegde Kerbertterras (1927) is genoemd naar dr. C. Kerbert, de tweede directeur van Artis (1890 tot 1927).

Adres

Plantage Muidergracht 32
1018 TW Amsterdam

Openingstijden

Website

Facilities

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0