Bankgebouw voormalige Rotterdamsche Bank Oosthaven

Horizontal tabs

Beschrijving

Inleiding

Voormalig, in 1921 tot stand gekomen, BANKGEBOUW met DIRECTEURSWONING, die qua stijl aansluit bij de traditie van het Zakelijk Expressionisme, waarbij vooral het interieur invloeden vertoont van de Art Deco. Opdrachtgever was de 'Nationale Bankvereeniging' te Utrecht, waarvoor H.F. Mertens (1885-1960) in de periode 1917-1922 optrad als huisarchitect. In deze periode heeft hij ondermeer bankgebouwen ontworpen te Assen, Terneuzen, Emmen, Zutphen en Veendam. Nadat hij zich in 1922 te Bilthoven als zelfstandig architect vestigde bleef hij opdrachten krijgen van de toen inmiddels 'Rotterdams Bankvereeniging' (nu: ABN-AMRO) geheten instelling, zoals die te Den Haag (1923-1924) en Rotterdam (1924). Sinds een verbouwing in omstreeks 1990, waarbij veel van de oorspronkelijk detaillering is gehandhaafd, is in het pand een aantal bedrijven en instellingen gehuisvest. De bovenwoning van de directeur heeft zijn woonfunctie behouden. Het pand is gesitueerd binnen het beschermde stadsgezicht van Gouda in het iets oplopende profiel van de vrijwel aaneengesloten gevelwand van de Oosthaven, waarbij het met de nokrichting evenwijdig aan de straat ligt.

Omschrijving

Geheel onderkelderd pand, waarvan de rechthoekige bouwmassa aan straatzijde bestaat uit drie bouwlagen en zolderverdieping, welke is gedekt door een dwars geplaatst zadeldak met rode verbeterde Hollandse pannen; op de beide nokhoeken en in het midden een gemetselde schoorsteen. Het keldergedeelte is aan de achterzijde uitgebouwd tot een souterrain met één bouwlaag, gedekt door een plat dak. De gevels zijn opgetrokken in rode baksteen in Vlaams verband, waarbij veel siermetselwerk is toegepast. Zo bestaan de vensterpenanten van begane grond en eerste verdieping uit kantstaand, deels overhoeks geplaatst decoratief metselwerk. De relatief hoge borstwering van de eerste verdieping is kantstaand gemetseld en fungeert tevens als brede doorlopende 'latei' boven de samengestelde vensterpartij van de begane grond. De over de gevels doorlopende luifels, gootlijsten en het uitkragende balkon zorgen voor een accentuering van het horizontale element.

Verder is gefrijnd en gebocheeerde, rode zandsteen toegepast voor lekdorpels onder de vensters, die door middel van een doorlopende waterlijst met elkaar zijn verbonden. De vensterpartijen zijn uitgevoerd met stalen ramen en roedenverdeling, terwijl entree- en balkondeuren van hout zijn.

De entreedeur naar de bovenwoning, uiterst links in de gevel, en die naar het kantoorgedeelte uiterst rechts, zijn paneeldeuren, voorzien van verticale profilering aan weerszijden van getraliede spievensters. De linker deur, bereikbaar via twee natuurstenen stoeptreden, heeft een liggend zeshoekig vierruits bovenlicht, terwijl het zesruitsbovenlicht boven de zwaar uitgevoerde latei van de rechterdeur is opgenomen als onderdeel van de raampartij links ervan. Tussen beide ingangen bevinden zich onder de, iets uitstekende, doorlopende zandstenen waterlijst vijf, door een rollaag gedekte, keldervensters met zware, decoratief uitgevoerde diefijzers. De samengestelde raampartij van de begane grond bestaat uit vensters, waarvan de decoratief gemetselde penanten zijn uitgevoerd met smalle, rechthoekige, zandstenen reliëfs met florale motieven en figuren. De samengestelde zesdelige vensterpartij op de verdieping wordt gekoppeld door een uitstekende, over de gevel doorlopende waterlijst. Aan de bovenzijde wordt de vensterpartij afgesloten door een overstekende gootlijst, voorzien van geometrisch snijwerk. Aan weerseinden sluit de goot aan op de oorspronkelijke zinken vergaarbakken. De tweede verdieping springt iets terug, waardoor over de volle gevelbreedte een balkon is ontstaan. Hiervan is het middendeel van de hoog opgemetselde borstwering iets verlaagd en onder een met zink beklede lijst verlevendigd met een houten pailletmotief. Beide geveleinden zijn gedekt met een zandstenen dekplaat. Het terugliggende geveldeel is bekleed met wit geschilderde houten rabatdelen. Drie dubbele balkondeuren met vierruitsroedenverdeling zijn symmetrisch over de gevel verdeeld. Aan weerseinden bevindt zich een venster met ruitvormige roedenverdeling. De gevel wordt afgesloten door een houten, overstekende gootlijst, die ter plaatste van de balkondeuren is gecornist. In het midden van het dakschild bevindt zich een smalle rechthoekige dakkapel, voorzien van vijf klepramen met ruitvormige roedenverdeling.

De beide kopgevels zijn uitgevoerd als tuitgevel, afgedekt met een rand rode verbeterde Hollandse pannen.

De achtergevel, die soberder is qua uitvoering, bevindt zich grotendeels in oorspronkelijke staat. De eerste verdieping heeft twee zesruitsdeuren en enkele vensters onder een over de gevel doorlopende rollaag, waarvan de ramen voorzien zijn van diefijzers. Op de tweede verdieping bevindt zich rechts een uitspringend balkon, toegankelijk via twee tweeruitsdeuren. De gevel wordt afgesloten door een overstekende houten gootlijst. Symmetrisch verdeeld over het dakschild zijn drie dakkapellen geplaatst, elk voorzien van een dubbel tweeruitsraam. Het rechter kozijn van de middelste dakkapel is vervangen door een ventilatierooster.

De kelder en de begane grond van de achtergevel zijn naar achteren toe uitgebouwd onder een plat dak met een lichtkap. Deur- en vensteropeningen worden gedekt door een rollaag. Op kelderniveau bevinden zich rechts twee keldervensters, voorzien van diefijzers, vergelijkbaar met die in de voorgevel. Links ervan zijn twee deuren met ruitjes geplaatst, bereikbaar via een door een borstwering geflankeerde trap. Op de verdieping erboven zijn vier vensters symmetrisch over de gevel verdeeld. Links ervan bevindt zich een iets lagere uitbouw. Hier leidt een door een borstwering geflankeerde trap naar een entree met vierruitsbovenlicht op verdiepinghoogte. Links ervan is hoog in de gevel een vierruitsvenster geplaast.

INTERIEUR Het nagenoeg gave interieur van de bel étage op Oosthaven 2 heeft zijn historische indeling en detaillering in Art Déco-stijl grotendeels behouden. Tochtportaal en gang zijn betegeld met een hoge lambrizering van zwarte, grijze en turkooizen gemêleerde tegels, afgewisseld met smalle, zwarte en gele tegeltjes, alles in Art Déco-stijl. In het tochtportaal is de vrijstaande borstwering langs de trap naar de bel étage afgewerkt met een marmeren dekplaat, waaraan een houten leuning is bevestigd. De tochtdeur is een enkele vijfruitsdeur, aan weerszijden voorzien van twee verticale profiellijsten en een horizontale handgreep. Links van de tochtdeur bevindt zich een vier-ruits zijlicht, die tesamen met de tochtdeur wordt afgesloten door een bovenlicht met geknikte keperboog. Dit driedelige bovenlicht is geleed door een verticale en een zig-zag roedenverdeling. De overige deuren met bovenlichten op de bel étage hebben een vergelijkbare detaillering met dit verschil dat aan weerszijden langgerekte vijfruitszijlichten zijn aangebracht. Langs de dwarsgeplaatste centrale gang liggen aan de straatzijde enkele representatieve ruimten en aan de achterzijde één grote (kantoor)ruimte en enkele kleinere. Aan het eind van de gang leidt een betegeld trappenhuis met zwaar uitgevoerd decoratief smeedijzeren hekwerk naar het souterrain. De traptreden zijn bekleed met travertin. De betegelde muren van het trappenhuis worden afgesloten door een marmeren dekplaat, waarboven zich ramen bevinden.

De linker voorkamer is afgewerkt met onder meer stucplafonds, een eikenhouten strokenparketvloer, een marmeren schouw, paneeldeuren, houten lambrizering en vaste kasten.

Het woonhuis, Oosthaven 1, bestaat uit twee verdiepingen en een zolderetage, waarvan de oorspronkelijke indeling grotendeels gehandhaafd is. Een houten trap met in Amsterdamse School-stijl uitgevoerde balustrade leidt naar de eerste en tweede verdieping. Op de eerste verdieping bevindt zich een centraal gelegen gang met een dubbele klapdeur met gekleurd glas-in-lood. Oorspronkelijke paneeldeuren met geprofileerde omlijstingen leiden naar de diverse vertrekken.

Waardering

Het (voormalige) bankgebouw met directeurswoning en bijbehorend interieur is van algemeen belang wegens de cultuur-historische waarde, door zijn oorspronkelijke functie, als uitdrukking van een als typologische ontwikkeling uit de eerste decennia van de 20ste eeuw.

Het pand met bijbehorend interieur is van algemeen belang wegens de architectuur-historische waarde als voorbeeld van een bankgebouw met directeurswoning, die qua stijl aansluit bij de traditie van het Zakelijk Expressionisme en het interieur invloeden vertoont van de Art Déco.

Het pand is tevens van belang vanwege de plaatst die het inneemt binnen het oeuvre van de architect H.F. Mertens, die in de periode 1917-1922 optrad als huisarchitect van de 'Nationale Bankvereeniging'.

Het pand is gaaf wat betreft de hoofdvorm, waarbij veel aandacht is besteed aan het materiaalgebruik en de detaillering van ondermeer het beeldhouwwerk in de voorgevel en de betegeling in het interieur.

Het pand is van algemeen belang wegens de stedebouwkundige waarde door de relatief beeldbepalende situering binnen het beschermde stadsgezicht van Gouda.

Adres

Achter de Kerk 10b, Oosthaven 1, Oosthaven 2
2801 PB Gouda

Openingstijden

Facilities

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0