Bijzondere musea – het Louis Couperus Museum

Horizontal tabs

Beschrijving

Een echt Haags museum in een echt Haagse buurt: het Louis Couperus Museum in de (nog steeds) statige Javastraat. Het is gewijd aan leven en werk van de auteur die in het buitenland de belangrijkste Nederlandse naam is in de literatuuroverzichten.

Het museum is gevestigd op de parterre van Javastraat 17 in de Haagse Archipelbuurt, de 19e eeuwse wijk waar zoveel personages uit Couperus’ boeken ronddwalen, zoals Eline Vere uit de gelijknamige roman. Couperus kende de toen nog jonge buurt als geen ander.

Als schooljongen woonde hij aan het Nassauplein 4 en zijn eerste roman schreef hij in het in opdracht van zijn vader gebouwde huis Surinamestraat 20. Het museum bevindt zich schuin tegenover deze straat, waar sinds 1963 een bronzen borstbeeld van Couperus staat.

Albert Vogel

Een van de meest gestelde vragen van de bezoekers is of de grote schrijver hier ook gewoond heeft. Dat niet, maar het huis heeft wel alles met Couperus te maken: het was eigendom van de Haagse voordrachtkunstenaar Albert Vogel , die met zijn voordrachten, grammofoonplaten en publicaties vanaf de Tweede Wereldoorlog tot aan zijn dood in 1982 onvermoeibaar gestreden heeft voor grotere erkenning van het werk van de auteur. Hij schreef ook een biografie over de beroemde Hagenaar.

De doelstelling van het Couperus Museum is, het zal de lezer niet verbazen, een grotere verspreiding van kennis en inzicht in werk en leven van Louis Couperus. In de eerste ruimte van het museum zijn voorwerpen tentoongesteld die een beeld geven van het leven en werken van de schrijver. Twee dingen vallen gelijk op: zijn bureau en een grote kast.

Bureau mee op reis

Het bureau werd verdiend met de gages van zijn eerste roman, Eline Vere. Het boek was al direct na het verschijnen een succes. Het bureau heeft Couperus zijn hele arbeidzame leven gevolgd. Vele romans, naar schatting ettelijk tienduizenden bladzijden, zijn op dit indrukwekkende meubelstuk geschreven.

Niet alleen liet hij het bureau inpakken en verzenden, ook de grote kast ging vaak mee op zijn reizen! Het is de kast die de schrijver, zo onthulde hij ooit tegenover een journalist, zelf poetste ‘om lenig te blijven’. 250 kilo bagage was niet ongewoon voor deze aristocratische ‘zwerver’. En zwerven kon hij, getuige zijn talloze reizen naar verre oorden.

Verder zijn er schilderijen, foto’s en documenten te zien. De boekenkast herbergt niet alleen eerste drukken van het werk van de schrijver, maar ook familieserviesgoed.

Costume de soir

De voorwerpen zijn en blijven eigendom van het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum dat de vereiste conserveringstechnieken in huis heeft. Wel tot de eigen collectie behoort een levensechte kunststoffen beeltenis van Louis Couperus, vervaardigd door de Rotterdamse kunstenaar Sjoerd Didden. De pop is gekleed in een 19e-eeuwse costume de soir, aan het museum geschonken door de Koninklijke Meddens BV, de typisch-Haagse herenmodezaak waar Couperus zijn kleding aanschafte. Gezeten achter zijn bureau heet Couperus de bezoekers welkom.

Rusteloze ziel

Couperus moet wel een rusteloze ziel hebben gehad. Tot die slotsom kom je als je zijn levensloop beziet. In 1863 werd hij aan de Mauritskade in Den Haag geboren. Negen jaar later vertrekt het gezin Couperus naar Nederlands-Indië en vestigt zich in Batavia.

Na zes jaar, het is inmiddels 1878, besluit het gezin naar Den Haag terug te keren, waar hij in 1880 de HBS Bleijenburg bezoekt. Al na een jaar keert hij de HBS de rug toe om voor de MO akte Nederlands te gaan studeren. Op 20-jarige leeftijd publiceert hij zijn eerste gedichten in De Gids.

De succesvolle roman Eline Vere komt in 1889 uit. Hij was toen 26 jaar. Twee jaar later trouwt hij met Elisabeth Baud, zijn vier jaar jongere nichtje. Kort daarna begint zijn reizend bestaan.

Pensionhouder in Nice

Zijn eerste reis is naar Italië, het land dat hij in zijn leven vele malen zou bezoeken. Hij resideert daar vooral in steden als Rome en Florence. Maar het zou niet bij Italië blijven. Talloze landen en diverse werelddelen mochten op zijn warme belangstelling rekenen. Zo is hij rond de eeuwwisseling weer in Indie om zich vervolgens, na een ‘tussenstop’ in Den Haag , een aantal jaren in Nice te vestigen, waar zijn vrouw en hij enige tijd een pension drijven(!).

In 1909 publiceert Het Vaderland, de Haagse krant bij uitstek, voor het eerst een wekelijkse feuilleton uit zijn werk. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog is hij in München. De weinige jaren dat hij niet op reis was, zoals tussen 1915 en 1920, verbleef hij meestal in Den Haag. Maar ook daar had hij geen vast adres: hij verbleef vaak in pensions.

Flaneur

In Den Haag leerde men hem kennen als de flaneur en dandy, die na zijn terugkeer van zijn vele reizen poseerde als de elegante, niets om handen hebbende estheet. Die pose was wellicht spielerei, ingegeven door een zekere afkeer van het bekrompen Haagse societyleven.

Met het stijgen der jaren nam zijn reislust eerder toe dan af. Zo verblijft hij in de periode 1920-1922 voor kortere of langere tijd in Algiers, Londen, het Verre Oosten, Sumatra, Java en Bali. De reis naar Indië , het zou zijn laatste zijn, maakt de schrijver en zijn vrouw in grote luxer en comfort. In die jaren is hij bijzonder correspondent voor de Haagsche Post.

De Steeg

In 1923 zegt hij Den Haag vaarwel om zich in De Steeg te vestigen. Hij is inmiddels 60 jaar geworden en wordt bij die gelegenheid gehuldigd. Het verblijf in De Steeg is van zeer korte duur. Vier maanden na aankomst in De Steeg, op 16 juli overlijdt hij. Zijn as wordt overgebracht naar de Haagse begraafplaats Oud Eik en Duinen. Zijn vrouw zou hem maar liefst 37 jaar overleven: zij overlijdt in 1960 op 92-jarige leeftijd.

De Thomas Mann van Nederland

Het is opmerkelijk dat Couperus, ondanks dat rusteloze reizen, kennelijk toch de rust en concentratie kon vinden om zijn vele romans en andere werken te schrijven, vaak op een of andere pensionkamer in een ver land, maar graag tussen zijn eigen meubelen. De lijst met publicaties van zijn hand is dan ook indrukwekkend.

Kunsthistorica Caroline de Westenholz, de drijvende kracht achter de oprichting van het Couperus Museum en nu voorzitter van de Stichting Louis Couperus Museum, plaatst hem zelfs bij de groten van de wereldliteratuur: ‘Wat Thomas Mann is voor de Duitsers, Flaubert voor de Fransen en Henry James voor de Britten, dat is Couperus voor ons taalgebied.’

Wisseltentoonstellingen

In het tweede vertrek worden jaarlijks twee exposities georganiseerd rond thema’s uit Couperus’ oeuvre, aansluitend bij actuele onderwerpen van de lezingen door het Louis Couperus Genootschap (zie verder). De Couperiaanse lezenaar, een ontwerp van de eerste conservator van het museum, J. van Ballegoijen de Jong, wordt bij iedere tentoonstelling opnieuw gevuld met 24 bladen met teksten en illustraties rond het onderwerp van de betreffende tentoonstelling.

Tot 29 maart jl. was er de tentoonstelling Leert mij de verre Vreugde eens te bereiken te zien, dit ter gelegenheid van het beoogde uitkomen van de film A woman of the North naar Couperus’ roman Aan den weg der vreugde uit 1908. De tentoonstelling werd geopend door regisseur Frans Weisz.

Pier Pander

Pas geopend is de tentoonstelling Louis Couperus en Pier Pander. Tijdens een verblijf in Rome ontmoette Couperus de Friese beeldhouwer Pier Pander, destijds een zeer gewaardeerde en gelauwerde kunstenaar. Een hartelijke vriendschap ontstond.

Couperus zou zijn leven lang grote waardering voor Pander behouden. Beide kunstenaars waren onder de indruk van de theosofie, de geestesstroming die zo’n grote invloed had op de kunst in het fin de siècle. Het museum toont dat deel van het werk van de beeldhouwer dat Couperus zo waardeerde en inspireerde bij zijn eigen werk.

Vanaf 16 september a.s. is er Couperus in boekbanden te zien. Deze tentoonstelling laat de boekbanden van de werken van Couperus zien, vaak originele ontwerpen. Ook worden schilderijen van ontwerpers van de boekbanden getoond. Daarnaast zijn er foto’s, brieven en andere documenten die betrekking hebben op de boekbanden.

Louis Couperus Genootschap

In een adem met het museum dient het Louis Couperus Genootschap genoemd te worden. Het huidige genootschap is in 1992 opgericht. Het eerste genootschap van die naam is in de jaren dertig ter ziele gegaan. In de vijf jaar van zijn bestaan is het nieuwe genootschap uitgegroeid tot het grootste literaire genootschap van Nederland met bijna 600 donateurs, een respectabel aantal.

Behalve lezingen, lees- en studiekringen organiseert het genootschap ook wandelingen langs woonhuizen van Couperus en zijn familie en langs plaatsen die een belangrijke rol spelen in zijn romans. Het Louis Couperus Genootschap is tevens de Vriendenkring van het Louis Couperus Museum. Donateurs zijn dan automatisch Amice van het museum.

 

De enige bewegende beelden die van Couperus bewaard zijn gebleven: http://www.youtube.com/watch?v=ugN5W9CHd2A

De Cultuurbarbaar, jaargang 9, nr. 2, april 1999

Adres

Javastraat 17
2585 AB

Openingstijden

woensdag t/m zondag, 12.00 – 17.00 uur Voor groepen ook op afspraak.

Telefoonnummer

070-3640653

Facilities

  •  
  •  
  •  

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0