Binnenhof (Den Haag)

Horizontal tabs

Beschrijving

Vrijwel iedereen in Nederland heeft wel eens van het Binnenhof gehoord. Bijna elke dag wordt er tijdens het journaal overgeschakeld naar een verslaggever ter plaatse, waarbij meestal de karakteristieke Ridderzaal op de achtergrond te zien is. Al eeuwenlang is dit plein het centrum van de binnenlandse politiek. En ook voor de stad Den Haag is dit al eeuwenlang het middelpunt, letterlijk. De stad is eigenlijk vanuit en rondom het Binnenhof ontstaan.

In de dertiende eeuw wees echter nog niets op de roemrijke toekomst die voor deze plek in het verschiet lag. Het grootste deel van de omgeving was bebost, zonder enige bebouwing. In 1229 kocht graaf Floris IV van Holland een stuk van het bos. Waarschijnlijk stond op die plek het enige gebouw in de wijde omgeving, een hoeve of landhuis.

Dat gebouw was voor de graaf niet interessant genoeg en werd gesloopt. De overblijfselen ervan werden gebruikt als bouwmateriaal voor het nieuwe huis in ‘Haga’, zoals het gebied genoemd werd. Floris kon echter niet lang van zijn nieuwe buitengebied genieten, want hij overleed in 1234.

Meer, groter, beter

De overleden graaf werd opgevolgd door zijn zesjarige zoontje, die nu Willem II genoemd werd. De hoeve in Haga kon de jongen de eerste jaren van zijn regeringsperiode niet boeien. Naarmate Willem ouder werd, kon hij zijn vaders huis echter goed gebruiken. Hij liet het langzaamaan ombouwen tot een kasteel.

Toen Willem in 1248 koning van het Duitse rijk werd, had hij een imponerende ontvangstruimte nodig. Die liet hij in Haga bouwen: de Grote Zaal (nu Ridderzaal genoemd). Maar ook de zoon van Floris IV kon niet lang van zijn bouwwerken genieten. Hij overleed in 1256, terwijl het complex nog niet voltooid was.

Gelukkig bleek zoonlief Floris V interesse te hebben in een mooie woning in Haga. Hij nam er zijn intrek en zorgde ervoor dat de bouwprojecten voltooid werden. Hij was de eerste die in 'die Haghe' een thuisbasis had. Zo ontstond de naam ’s-Gravenhage. Rondom de Grote Zaal werden nu ook stallen, keukens en dergelijke gebouwd.

In deze periode was het Binnenhof al omringd door een gracht, met daarbinnen een muur met slechts enkele toegangspoorten. Over de gracht kon, via het Spui, Delft per boot bereikt worden. Over dit water werd onder andere bier aangevoerd. In die tijd mocht alleen in de steden bier gebrouwen worden en Den Haag kreeg pas in de negentiende eeuw stadsrechten, dus de drank moest elders gehaald worden.

Een nieuwe heer

In 1299 stierf de laatste erfgenaam van het huis Holland. De gronden van de graven van Holland gingen over naar de graven van Henegouwen. Zij vonden het kasteel in die Haghe blijkbaar ook erg aantrekkelijk, want er werd wederom druk gebouwd.

Maar echt druk werd het pas toen hertog Albrecht van Beieren in 1358 de graafschappen Holland en Henegouwen erfde. Hij maakte het Binnenhof tot zijn belangrijkste residentie en verbleef er bijna permanent, net als zijn zoon Willem VI na hem. Wederom werd er gebouwd.

De aanwezigheid van de vorst trok ook allerlei handelaren en ambachtslieden aan, zodat de nederzetting rond het kasteel groeide tot een dorp van aanzienlijke omvang. Langzaam maar zeker groeide het Binnenhof in de komende eeuwen uit tot een centrum van macht.

De eerste stap in die richting werd gezet onder Filips de Goede. In 1433 kreeg hij het graafschap Holland in handen. Een deel van het Binnenhof liet Filips inrichten als residentie voor de stadhouder. Een vervolg kwam toen het Hof van Holland (wat is dat) zich in 1511 op het Binnenhof vestigde.

Oorlog en dood

Ongeveer een halve eeuw later, tijdens de Tachtigjarige Oorlog, besloten de opstandige staten voortaan op het Binnenhof bijeen te komen. De Staten-Generaal kon zo op neutraal terrein vergaderen, waarbij geen van de staten bevoorrecht werd.

In 1581 werd de Acte van Verlatinghe dan ook op het Binnenhof getekend. Zeven jaar later werd de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden uitgeroepen. Daarmee was de oorlog nog niet voorbij. Het Binnenhof was later wel de locatie waar werd onderhandeld over een wapenstilstand, wat resulteerde in het Twaalfjarig Bestand (1609-1621).

Deze periode van relatieve vrede tussen Spanje en de Nederlanden betekende echter niet dat het op het Binnenhof rustig was. Integendeel: in 1619 werd Johan van Oldenbarnevelt onthoofd op een schavot voor de Ridderzaal. Hij was niet de enige die op het Binnenhof aan zijn einde kwam: in 1672 vond Johan de Witt de dood toen een woedende menigte hem aanviel.

Binnenhof in gevaar

Vanaf het moment dat de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in 1588 werd uitgeroepen, waren de belangrijkste bestuurlijke instellingen van het land op een en dezelfde plaats gevestigd, onder andere de Staten-Generaal, de Raad van State en de Rekenkamer. Toen Lodewijk Napoleon in 1806 koning van het Koninkrijk Holland werd, lag het dus vrij voor de hand dat hij zich op of bij het Binnenhof zou vestigen. Blijkbaar beviel hem dat niet, want in september 1807 vertrok hij al naar een andere residentie.

Na Lodewijks vertrek werden de gebouwen aan het Binnenhof in gebruik genomen als militaire school. Er zouden zelfs plannen zijn geweest om de gebouwen af te breken. Toen gebeurde dat niet, maar het gevaar was nog niet geweken.

Na de oprichting van het Koninkrijk der Verenigde Nederlanden hield het bestuur van het nieuwe land in eerste instantie vast aan de tradities. Men vestigde zich op het Binnenhof. Maar toen in 1848 de nieuwe grondwet werd ingevoerd, gingen er stemmen op om het oude machtscentrum te verlaten.

Omdat de nieuwe grondwet de macht bij de Staten-Generaal legde, en niet bij de koning, leek het de leden een goed idee om het oude machtscentrum af te breken en nieuwe regeringsgebouwen neer te zetten. De lokale bevolking had echter meer oog voor de historische waarde van het Binnenhof en kwam met succes in opstand tegen de plannen. Afgezien van de sloop van de Hofkapel veranderde er niets.

Het onbetwiste machtscentrum

Na deze woelige jaren kwam de status van Den Haag als bestuurscentrum niet meer in het geding. Tijdens de Tweede Wereldoorlog ging ook de bezetter mee in die traditie. Zowel Arthur Seyss-Inquart als de Duitse Veiligheidsdienst vestigde zich op of bij het Binnenhof.

Na de oorlog werd de Nederlandse traditie opnieuw voortgezet. Het Binnenhof bleef zonder twijfel het centrum van het binnenlands bestuur. Nog steeds zetelen Eerste en Tweede Kamer aan het Binnenhof.

Adres

Binnenhof 1-23
2513 AA Den Haag

Openingstijden

Voor o.a. rondleidingen kunt u contact opnemen met: Bezoekerscentrum Binnenhof Hofweg 1 2511 AA Den Haag tel. nr.: 070-3646144 e-mail: info@binnenhofbezoek.nl

Telefoonnummer

070-3646144

Facilities

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0