Den Haag – de Prinsegracht

Horizontal tabs

Beschrijving

In vele reisverslagen in de 17e en 18e eeuw werd Den Haag de mooiste stad van Europa genoemd. Er werd druk gebouwd aan een nieuwe parel in de kroon: de Nieuwe Prinsengracht.

 

‘Voorts is ’t langs ’t water heen betimmert, en met linden

Beplant, om mettertijdt de Noord- en Westewinden

Te schutten, en voor kou en hitte vrij te gaen

Het syn paleysen, en geen huysen die hier staen

Soowel aen dess zy als aen d’overzy in ’t Zuyden:

Hier is het levendigh, hier krielen duysent luyden,

Wanneer het marctdach is: want langs dit water heen

Hebt gy ses marcten van verscheyde soort byeen’

Jacob van der Does 1668

 

Alvorens te beginnen met de geschiedenis van de Haagse Prinsegracht moet ik eerst iets schrijven over de situatie in de Nederlanden aan het begin van de 17e eeuw. Tussen ruwweg 1550 en 1650 ging het economisch heel goed in de westelijke gebieden van de Nederlanden. We spreken van de Gouden Eeuw. Veel steden maakten een ongekende bevolkingsgroei door.

Die groei gaf echter wel wat problemen. De steden van die tijd werden omgeven door een hoge, stevige stadsmuur. De aanleg van zo’n muur was kostbaar. Sommige steden hadden er meer dan tweehonderd jaar over gedaan om een ring van muren aan te leggen. Arbeidskrachten moesten nu eenmaal betaald worden, evenals het materiaal. Vaak werden wetsovertreders gedwongen om stenen aan te leveren voor een muur. Toen de muren er eenmaal stonden en het aantal inwoners begon te groeien ontstond ruimtegebrek. De huizen werden steeds dichter op elkaar gebouwd en de straten werden smal en donker.

Rijk

Het voordeel voor de steden in het westen was echter dat er heel veel geld werd verdiend, zodat bijvoorbeeld Amsterdam in de jaren ’30 van de 17e eeuw kon besluiten om de oude muren te slechten. Er was immers voldoende geld om nieuwe muren te bouwen. De rijke Amsterdammers konden nu buiten het overvolle gebied binnen de oude Singel gaan wonen.

Den Haag had geen stadsmuren. Den Haag had dan ook alle ruimte om te groeien. In de Hofstad waren er enkele zeer brede straten, woonhuizen en stadpaleizen. Bezoekers van buiten de stad spraken en schreven vol ontzag en bewondering over Den Haag. Het werd in vele reisverslagen de mooiste stad van Europa genoemd. Het was na 1630 ook een van de rijkste steden.

Handel

Toen Amsterdam besloot om de oude muren af te breken, was men het er over eens dat de nieuwe stadsuitbreidingen op Den Haag moesten lijken. Het Lange Voorhout werd met name genoemd. Amsterdamse rijken verdienden hun geld echter met de handel overzee. Zij wilden dan ook water voor hun huizen, zodat ze met een schip naar de Amsterdamse Zuiderzeehaven – en terug – konden varen. En zo kreeg Amsterdam haar beroemde grachtenstelsel, met de Herengracht, Keizersgracht en Prinsengracht. Ook andere rijke steden kregen statige woongrachten, zoals Leiden (Rapenburg) en Rotterdam (Leuvehaven).

Na de aanleg van de Haagse Singelgracht werd er ook een kanaal naar het Westland, de Loosduinse Vaart, gegraven. Handelaren konden nu met een schip naar Den Haag en Prins Frederik Hendrik – ‘de Stededwinger’ genoemd, vanwege zijn vele overwinningen in de oorlog tegen de Spanjaarden – kon met een boot naar een van zijn buitenhuizen in Honselersdijk. Ook in Honselersdijk is toen een Prinsengracht gegraven. Die gracht, nog steeds vol water, bestaat nog steeds.

Markt

Het bestuur van Den Haag vond dat deze nieuwe gracht moest worden doorgetrokken naar het centrum van de stad, want zij wilde dat Den Haag een statige woongracht moest krijgen. De nieuwe gracht moest zich in schoonheid kunnen meten met de nieuwe Amsterdamse grachten. Omstreeks 1640 werd begonnen met het graven van een gracht die uiteindelijk de mooiste van Europa zou worden: de Nieuwe Prinsengracht. Deze gracht stond in verbinding met de West Buitensingel, nu Zoutkeetsingel, en liep door tot aan een voormalig kloosterterrein in hartje Den Haag.

Dat klooster was tijdens het begin van de tachtigjarige oorlog – zoals zoveel Haagse gebouwen – ten prooi gevallen aan de vlammen. Er werd nu een markt gehouden, de Grote Markt van Den Haag. Na het graven van deze gracht konden Westlandse boeren met hun waren tot aan het Grote Markt plein varen. De gracht liep onder het marktplein door via een overkluizing naar het verlengde van de Paviljoensgracht, nu Lutherse Burgwal. De Nieuwe Prinsengracht stond via een andere nieuwe gracht, de Brouwersgracht, in verbinding  met de Zuid West Singel, nu Om & Bij / Buitenom.

Kaarsrecht

De Nieuwe Prinsengracht was een parel. Het was een zeer lange, kaarsrechte gracht. Er stonden bomen langs en sierlijke boogbruggen verbond de oevers met elkaar. Het was vervolgens een eis van het bestuur van Den Haag dat langs de Nieuwe Prinsengracht alleen, zeer brede, imposante huizen zouden worden gebouwd. Enkele burgemeesters gaven zelf het goede voorbeeld en lieten tussen 1643 en 1647 een prachtig woonhuis neerzetten in de buurt van de Grote Markt. In 1647 stonden er meer dan tien –vijfvenster brede- panden, waarvan de meeste ook nu nog bestaan.

De Nieuwe Prinsengracht was echter zeer lang. Er konden wel honderd brede woonhuizen worden neergezet. Dat gebeurde echter niet. Anders dan de grachten van bijvoorbeeld Amsterdam liep de Nieuwe Prinsengracht niet om het centrum heen, maar er juist vandaan. Als je een huis verder van het centrum af woonde dan je buurman, was dat slecht voor je status. Rijken lieten hun huis liever aan de Herengracht of in de omgeving van het Voorhout bouwen.

Leeg

In 1650 was de Nieuwe Prinsengracht vooral erg leeg. In dat jaar werd een Boterhuis gebouwd, in 1658 werd dat gebouw uitgebreid met een grote Waag, het huidige Gran Café. In 1662 bouwde men het Koorenhuis met bovenliggende Gildekamers en aan het eind van de gracht werd het indrukwekkende Hofje van Nieuwkoop gebouwd. Verder bleef het erg leeg langs de gracht. De minimumbreedte eis verviel en uiteindelijk veranderde men ook de naam van de Nieuwe Prinsengracht in Prinsegracht.

 

‘Dit is de schoonste Gracht, die yemant aen kan schouwen,

Van Water, van Geboomt, van Bruggen, van Gebouwen,

Die niet zou wijcken voor een gracht van d’Amstel-stadt,

Indien zij was volmaeckt, en al haer huysen hadt.

Nu is dit heerlijck werk half onvolmaeckt gebleven,

Ik hoop dat menich mensch die tijden zal beleven,

Dat het volbouwt sal zyn, en sien aan deze gracht

Hoe dagelijks Den Haagh vermeert in volck en macht.’

Jacob van der Does 1666

 

Het heeft tot 1900 geduurd voordat echt overal langs de gracht huizen stonden, maar al rond 1750 had de bebouwing het Hofje van Nieuwkoop bereikt. Het is goed te zien dat Den Haag toen weer een bloeiperiode doormaakte. De huizen die tussen 1650 en 1700 zijn gebouwd, zijn soms slechts twee vensters breed. Omstreeks 1726 is men weer begonnen met het bouwen van panden van vijf à zeven vensters. Na de inval van de Fransen neemt de breedte van de gebouwde huizen weer af. De Prinsegracht laat heel duidelijk de financiële situatie van de Nederlanden zien.

De bestuurders die in de 17e eeuw tot de aanleg van de gracht besloten, hebben het niet meer meegemaakt, maar een eeuw later, omstreeks 1750, sprak men toch van Europa’s mooiste gracht. De bruggen, de statige panden en de oude bomen waren heel indrukwekkend.

Gedempt

Helaas heeft men omstreeks 1900 toch besloten om de hele gracht te dempen. De gracht heeft vervolgens veel van haar allure verloren. Er gingen trams rijden en de voormalige gracht werd een marktterrein. Nu ligt er een korte tunnel. Er is in 2001 door de gemeente uitgezocht of de gracht terug kan komen, bovenop een verlengde tunnel. De studie was kort en het resultaat was rampzalig. De gracht is dicht gebleven.

Het is heel jammer dat juist die grachten waarlangs de mooiste panden staan nu allemaal gedempt zijn, de Prinsegracht, de Brouwersgracht, de Herengracht en de Veerkades. Nu de herinrichting van de Prinsegracht voltooid is, wordt ontzettend duidelijk hoe geweldig mooi een gracht geweest zou zijn. Een gemiste kans. Dat hoor ik vrijwel dagelijks om me heen en dat is ook zo. De benodigde gelden voor tunnel met gracht had men – net als enkele andere steden – wellicht via Europese subsidies binnen kunnen halen.

Wie de Prinsegracht nu ziet met de schitterende panden, waarvan er vele recentelijk gerestaureerd zijn, en zich de gracht met voetgangers, fietsers en terrasjes voorstelt, waarbij de auto’s, bussen en trams onder de grond verdwenen zijn, beseft: dit is echt een gemiste kans! We graven wel onder de Grote Marktstraat, het Hubertusduin, de Neherkade en de Sportlaan en we vergeten dit belangrijke deel van de binnenstad.

Wanneer leert Den Haag dat een schilderachtige stad gefotografeerd wordt door toeristen, andere bezoekers en trotse bewoners. En dat die foto’s zo ontzettend belangrijk zijn voor de promotie van een stad. Daar kan geen reclamebureau dat dure campagnes verzint tegenop. Doodzonde!     

Adres

Prinsegracht
2512 EX gravenha

Facilities

  •  
  •  
  •  
  •  

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0