Het oude stadhuys

Horizontal tabs

Beschrijving

Het Goudse stadhuis tot de modernisering van 1692 - 1697
Centraal in de Goudse binnenstad pronkt midden op de waaiervormige Markt het stadhuis, dat in 1448 - 1450 werd gebouwd. Reeds in 1395 had graaf Guy van Blois, de heer van de stad, het marktveld als bouwterrein voor dat doel in erfpacht gegeven. De voorganger van het gebouw zal vermoedelijk meer aan de rand van de Markt hebben gestaan. Bij de grote stadsbrand van 1438 liep ook het bestaande pand schade op. Met het vele puin werd het marktveld opgehoogd. Kort daarna werd aan een nieuw, veel groter gebouw begonnen, een teken van de economische voorspoed.

Het ontwerp en de uitvoering van het laatgotische gebouw vertonen (Zuid-)Brabantse invloeden. Zo werd voor de gevels Waalse kalksteen gebruikt, onder leiding van een lid van de bekende Mechelse steenhouwersfamilie Keldermans. Na de voltooiing bestond het stadhuis uit een kelderverdieping, hoofdverdieping, eerste verdieping en zolder. De ingang kwam aan de zuidzijde, overeenkomstig de toen gangbare toegangsroute naar het hart van de binnenstad. Beelden van de landsheren sierden de voorgevel. De toren kwam pas in 1459 gereed.

In de jaren 1517 / 1518 vond een eerste verbouwing plaats. Vermoedelijk is toen de voorste, zuidelijke kelder in de huidige vorm aangebracht. Diverse kleinere aanpassingen volgden. In de jaren 1692 - 1695 werd onder leiding van de Amsterdamse bouwmeester Hendrik Schut een ingrijpende modernisering van de buitenkant doorgevoerd, met uitzondering van de gotische voorgevel, terwijl inwendig het gebouw in klassicistische stijl werd gemoderniseerd en van een andere indeling voorzien. Helaas werd hierdoor de constructie verzwakt, wat na verloop van tijd tot problemen ging leiden.

Het noordelijke keldergewelf vormde de vleeshal (nu burgerhal), waar verplicht het vlees verkocht moest worden. Het nog bestaande renaissancebordes dateert uit 1603, met beeldhouwwerk van Gregorius Cool; de houten overhuiving werd in 1695 aangebracht. Tegen de zijgevel bevond zich oorspronkelijk een houten schavot, dat in 1558 werd vervangen door een natuurstenen schavot aan de achterzijde; na de grote verbouwing werd het in 1697 in klassicistische stijl vervangen. Op dit schavot werd in 1860 het laatste doodvonnis in Nederland voltrokken. Onder het schavot bevond zich tot eind 18e eeuw de korenbeurs. Aan de oostzijde bevindt zich nog de kaak, waarop veroordeelde personen te kijk werden gezet.
De precieze indeling van de hoofdverdieping vóór 1692 is niet meer na te gaan. Er waren o.a. een voorhal voor de schutters, en voorts ruimten voor het stadsbestuur. De nu nog aanwezige wandtapijten werden in 1642 ontworpen door David Ruffelaer. Ze sierden eerst de middelkamer van de vroedschap en werden vijftig jaar later verplaatst naar de burgemeesterskamer (nu trouwzaal).
Op de eerste verdieping woonde de bode; voorts waren er vertrekken voor de weeskamer (toezicht op de vermogens van wezen), klerken en financiële administratie. Op de zolder werd het stadsarchief bewaard

Adres

Markt
2801 JJ Gouda

Openingstijden

Facilities

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0