Kantoorgebouw van het Leidsch Dagblad

Horizontal tabs

Beschrijving

Inleiding

Het KANTOORGEBOUW van het Leidsch Dagblad is gebouwd in opdracht van G. Henri Sijthoff, in de periode van 1916 tot 1917. Architect Willem Marinus Dudok (1884-1974), de ontwerper van het kantoorpand, was destijds plaatsvervangend directeur van Gemeentewerken Leiden. Bij het ontwerpen van het kantoorgebouw kreeg hij assistentie van J.J.P. Oud.

Het gebouw is opgetrokken in een aan de Amsterdamse School verwante bouwstijl. In het gebouw waren oorspronkelijk de administratie, de directiekamer, het archief, de "tijdingzaal" en een grote hal gevestigd. In de tijdingzaal kon men advertenties opgeven en het laatste nieuws lezen. De beelden en reliëfs aan het gebouw hebben behalve een decoratieve ook een symbolische functie, met verwijzingen naar het krantenbedrijf. De terracotta plastieken zijn van de hand van de kunstenaar W.C. Brouwer.

Het kantoorgebouw staat op een driehoekig perceel aan het Noordeinde tussen de Witte Singel, de Maliebaan en de Matthias de Vrieshof. In het ontwerp maakte Dudok gebruik van een tweedimensionaal grid van diagonale lijnen, waarin alle hoofdpunten van het gebouw verankerd zijn. De aanbouw van de drukkerij uit ca. 1960 van architect Schutte is voor de bescherming van ondergeschikt belang.

Omschrijving

Het kantoor van het Leidsch Dagblad is een samenstelling van verschillende bouwdelen met wisselende hoogtes en dakvormen. De plattegrond is opgebouwd uit gelijkzijdige driehoeken en vierkanten op een driehoekig perceel.

Het vierkante hoofdvolume van het gebouw telt ruim twee bouwlagen onder een hoog schilddak met ongelijke dakschilden, rode Hollandse pannen en houten goten. Een driehoekige uitbouw onder een plat dak tegen het hoofdvolume. Op dit hoge deel sluit een smal bouwvolume van twee bouwlagen onder een plat dak aan, dat eindigt in een kleine toren met een driehoekige uitbouw. In het hoofdvolume bevonden zich de administratie, directiekamer en de hal. In het smalle deel de tijdingzaal en het archief. Zowel in het hoofdvolume als de tijdingzaal verschillende risalieten op de begane grond.

Het geheel is opgetrokken in rode baksteen, met verschillende metselverbanden en siermetselwerk. In de gevel verder zandstenen lateien en sierblokken. Delen van de gevel en de dakrand zijn bekleed met rode keramische tegels. Vensters in houten kozijnen met diagonale roeden en paraboolvormige roedenverdeling, tussen rollagen. Voornamelijk samenstellingen van rechthoekige staande vensters. Daarnaast veel glas-in-lood vensters.

De voorgevel van het hoofdvolume (noord) wordt gekenmerkt door drie grote glas-in-lood vensters op de begane grond en eerste verdieping. In het glas-in- lood zijn drie personificaties afgebeeld: een vrouw met haar hand aan de mond (het nieuws), een kraaiende haan (advertenties) en een vrouw met een opgeheven vinger (de kritiek). Boven de risalerende begane grond bevindt zich een balkon. Drie dubbele houten deuren met ruitjes op de eerste verdieping bieden toegang tot dit balkon. In een extra risalerend bouwdeel de portiek met de hoofdingang: een houten deur met glas en sierijzers tussen twee houten lisenen met snijwerk in de stijl van de Amsterdamse School. Aan weerszijden zijlichten met identieke sierijzers. Verder een keramische brievenbus, granito vloer, granieten trap en gepleisterde wanden. Reliëfs van keramiek aan weerszijden van de ingang verbeelden in de sprekende en schrijvende mens de werkzaamheden van een journalist. IJzeren vergaarbakken in de vorm van geabstraheerde olifantskoppen.

De toegang tot de tijdingzaal bevindt zich in de oostelijke gevel van het smalle bouwvolume. Identieke deur als hoofdingang, met smalle zijlichten. Op een risaliet in de gevel in smeedijzeren letters het opschrift 'ingang tijdingzaal'. Op drie gevels van de toren (noord-oost-west) in keramiek het opschrift 'Leidsch Dagblad'. Hierdoor fungeert de toren als reclamezuil. Haaks op de hoeken tussen de opschriften zandstenen/betonnen spuwers. Daarboven afgesnoten hoeken.

interieur Van het interieur zijn onder meer bewaard: stucwerk sleutelstukken met geometrische vormen; deuren met Amsterdamse School-profilering; een lambrisering van ruwe bruine, beige en paarse keramische tegels met daarboven stucwerk; een kluisdeur; een gefineerde hoekbank bij de ingang en een geglazuurde keramische gedenksteen met de inscriptie: "Dit gebouw werd gesticht door G. Henri Sijthoff, 1916-1917". In het trappenhuis rond een vierkante kolom een betonnen bordestrap met een gepleisterde borstwering met houten deklijst en een tegelrand langs de treden.

In de kap: een houten kapconstructie op sleutelstukken, een vakwerk plafond, gepotdekseld hout aan de zijkanten en glas-in-lood in de tussenwand.

Waardering

Het kantoorgebouw is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde wegens de oorspronkelijke functie en de meetkundige uitgangspunten achter het ontwerp, de aan de Amsterdamse School verwante bouwstijl, de hoge kwaliteit van de ornamenten, de aan het gebouw verbonden beeldende kunsten en de detaillering, waardoor het gebouw zich kwalificeert als Gesamtkunstwerk.

In het oeuvre van de architect W.M. Dudok is het pand representatief voor het experimentele stadium in het begin van zijn carrière; ook daarom is het pand belangrijk voor de geschiedenis van de architectuur.

In stedebouwkundig opzicht is het pand van belang vanwege de beeldbepalende ligging van het kantoor aan het Noordeinde tussen de Witte Singel, de Maliebaan en de Matthias de Vrieshof.

Het exterieur is gaaf, in het interieur resteren nog enkele oorspronkelijke elementen.

Adres

Witte Singel 1
2311 BG Leiden

Openingstijden

Facilities

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0