Landgoed Clingendael: historische tuin- en parkaanleg

Horizontal tabs

Beschrijving

Inleiding onderdeel 2.

De bij de historische buitenplaats Clingendael behorende HISTORISCHE TUIN-en PARKAANLEG kreeg in de 17de eeuw een aanleg van allure in opdracht van de toenmalige eigenaar Philips II Doublet. Deze transformeerde de boerenhofstede tot een zeer aanzienlijke, buitenplaats met formele tuinaanleg, die in de periode 1634-1680 meermalen werd uitgebreid. In 1644 stond op het grondgebied van Clingendael een huis met schuur, 3 hooibergen, een laan met een plantage, een boomgaard met een vijver en een door zilverpopulieren geflankeerde laan tot het huis. Veel zorg werd besteed aan de beplanting van de tuin en de verfraaiing van de buitenplaats in de stijl van het Hollands-Classicisme. In opdracht van Philips III Doublet werd in het decennium na 1680 de modernisering van de tuin ter hand genomen. De buitenplaats kreeg een formele tuin, waarvan de aanleg was geïnspireerd op de ideeën van de Franse architect Le Nôtre. De door grachten omgeven en doorsneden tuin werd symmetrisch ingericht langs een loodrecht op het huis staande centrale as. De nog aanwezige windsingel stamt ook uit deze tijd. In de loop van de 18de eeuw werd, met behoud van de structuur, de tuin aanzienlijk vereenvoudigd. Aan de voor- en achterzijde van het huis werd de formele aanleg goeddeels opgeheven en vervangen door grasperken. Over de breedte van de tuin werd een slangenmuur aangelegd, met daaraan grenzende moestuinen en een boomgaard. Bij de vijver werden twee plaisanteriehuisjes gebouwd. De grote vijver achter het huis werd naar heersende inzichten omgevormd en achterin de tuin werd een vijver met paviljoen toegevoegd. In de tweede helft van de 18de eeuw werd in de centrale as achter het huis een dubbele rij bomen aangeplant over de gehele lengte van de tuin; die rij bomen bestaat nog voor een deel. Omstreeks 1838 werd de formele tuin getransformeerd tot een romantisch landschappelijk park naar ontwerp van J.D. Zocher jr. (vlgs. kad.minuut 1822 reeds conform bestaande). Een langgerekte, noordoost/zuidwest gerichte waterpartij werd voorzien van meerdere aftakkingen en eilandjes. Aan drie zijden werd het plein met onder meer het bouwhuis afgesloten door water, terwijl één hiervan met overkluizing onder het landhuis doorloopt. (huidige aanleg echter conform die van 1822 kad. min.). Daarnaast ontwierp Leonard Springer de terrassen met dubbele trap bij de Oud-Hollandse tuin. Deze tuin, waarvan geen ontwerp is teruggevonden, werd in 1918 opnieuw aangelegd, nadat deze in WOI was afgebroken, ter plaatse van de kaatsbaan. Dit gebeurde vermoedelijk onder supervisie van de in 1905 door de toenmalige eigenaresse Marguérite Mary van Brienen aangetrokken hovenier en tuinarchitect Theodoor Dinn, die tot 1920 op Clingendael werkzaam was. Baronesse M.M. (Daisy) van Brienen liet in een segment van het sterrenbos in de periode 1903-1913 een Japanse tuin aanleggen met door haar uit Japan meegenomen tuinornamenten. Het stervormige padenpatroon van het sterrenbos is gelegen in het voormalige jachtterrein het Fazantenbos. Na 1910 werden de grachten aan weerszijden van de toegangslaan gedempt. Nadat de gemeente Den Haag op 30 september 1954 eigenaresse van de gehele buitenplaats werd heeft het park een openbare functie als wandelpark gekregen en werden het rosarium en de bloementuin aangelegd; deze zijn van ondergeschikt belang voor de bescherming van rijkswege.

Omschrijving

De omvangrijke tuin of park is samengesteld uit diverse onderdelen met zeer uiteenlopende kenmerken en met zeer uiteenlopende leeftijden. Van de oorspronkelijke 17de-eeuwse aanleg resteren zowel de vijver vóór als die achter het huis, een gracht aan de zuidwestzijde en een deel van de oprijlaan (Doublet's Allee). De door beuken en linden geflankeerde oprijlaan komt uit op een vierkant plein met enkele schampaaltjes. De vijvers vinden hun oorsprong in bassins die eveneens deel uitmaakten van de toenmalige aanleg. Het huidige karakter van het park wordt bepaald door de vroeg-19de-eeuwse aanleg in Landschapsstijl naar ontwerp van Zocher en de latere 19de en vroeg-20ste-eeuwse toevoegingen van het sterrenbos en de Oud-Hollandse en de Japanse tuin, welke nagenoeg intact zijn gebleven. De tuin bevat een groot aantal monumentale, gegroepeerde, in rijen geplaatste en solitaire bomen, een grote verscheidenheid aan struiken, heesters en planten, diverse waterpartijen in de vorm van beken en vijvers, een met mos beklede duinrug, gazons, speelweide, vogeltuin, fazantenbos, duinbos, koeienland, sterrenbos, kunstmatige en natuurlijke verhogingen, paden die de tuin doorsnijden en sloten en een gracht die de tuin omringen. Kenmerkend is ook de afwisseling in open en meer gesloten delen en de aanwezigheid van zichtassen, waardoor het park een zeer gevarieerd karakter heeft. Een belangrijke zichtas is de centrale as tussen de voorzijde van het huis en de Van Alkemadelaan. Op het voorplein staan een lantaarnpaal en een zonnewijzer.

Binnen de aanleg op de zogenoemde Pauwenheuvel ligt het voormalige graf van Daisy van Brienen. Ook is er een dierenbegraafplaats.

Een min of meer zelfstandige tuin binnen het geheel wordt gevormd door de vroeg-20ste-eeuwse JAPANSE TUIN aangelegd in een hoek van het huidige sterrenbos door Baronnesse M.M. van Brienen mogelijk met assistentie van tuinarchitect T.J. Dinn. De JAPANSE TUIN bevat diverse gebeeldhouwde tuinornamenten (zie onderdeel 20) en een houten paviljoen. De tuin is in feite een nabootsing in miniatuurformaat van het natuurlijke landschap en zit vol met objecten die een symbolische betekenis hebben. De tuin is, zowel in constructie als in het gebruik van tuinornamenten en in de wijze van de oorspronkelijke beplanting een typisch en voor Nederland uniek voorbeeld van de in de tijd van aanleg in heel Europa heersende zogenoemde 'Japonaiserie-rage'. Voor de aanleg van de tuin zijn onder meer door de natuur gevormde stenen en diverse soorten mos gebruikt. De tuin is voorzien van oosterse planten, heesters en bomen, zoals Chinese jeneverbes, azalea's, Japanse kers, blauwe regen, Japanse esdoorn, Japanse bamboe, Japanse primula's en hosta's. De tuin heeft een omheining die is vervaardigd uit met touw aan elkaar geknoopte bamboe. De door rododendrons omgeven tuin bevat bevat een grote diversiteit in de beplanting, die voor een deel nog dateert uit de aanlegperiode. De tuin wordt doorsneden door smalle beekjes en slingerpaden met stapstenen, die in het mos zijn uitgespaard. De tuin bevat tevens een onregelmatig gevormde vijver en beken, die met de grachten in verbinding staan. De vijver omsluit een ovaal eiland in de vorm van een schildpad, het oosterse symbool voor onsterfelijkheid. De meeste tuinpaden zijn thans verbreed om de toegankelijkheid van de tuin te vergroten voor rolstoelgebruikers. De huidige ingangspoort is afkomstig van de Floriade in Zoetermeer en voor de bescherming van ondergeschikt belang. Iets vóór de oorspronkelijke ingang is een nieuw stukje tuin aangelegd.

De OUD-HOLLANDSE TUIN is gesitueerd ten noorden van het landhuis en grenst aan de kunstmatige duinrug aan de rand van het landgoed. L.A. Springer was belast met de uitvoering. Van zijn hand zijn een 1887 gedateerde tekening met twee schetsontwerpen voor terrastrappen, één met een rechthoekige en één met een ovale trap, waarvan laatstgenoemde is uitgevoerd. In WOI is de Oud-Hollandse tuin afgebroken en na 1918 opnieuw in een ander patroon aangelegd. De tuin is eigenlijk een reconstructie van een deel van de formele tuin uit 1680. Symmetrisch-geometrisch opgezette, door paden en grasranden omzoomde, in hoofdvorm rechthoekige tuin, uitgevoerd in een historiserende, formele tuinstijl. Aan de noordoostzijde ervan bevindt zich een verhoogd gedeelte, waartegen in de middenas een bordestrap staat. De tuin wordt in de lengte en de breedte doorsneden door een middenpad, die een kruis vormen en de tuin in vier perken opdelen. Deze perken zijn samengesteld uit een groot aantal, met buxushaagjes omrande kleine perkjes, die een geometrisch broderiepatroon vormen. Op de as van het kruis, in het midden van het perk staat een op een sokkel geplaatst bronzen beeld.

N.B. Het beeld in het midden van de tuin, een vrouwelijk naakt van Jean Marianne Bremers, genaamd La Douce (1981), is vanwege de wettelijk ouderdomsgrens van 50 jaar van bescherming uitgesloten.

Waardering

De tuin- en parkaanleg van de historische buitenplaats Clingendaael is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde, de tuinarchitectuurhistorische waarde en de ensemblewaarde:

- als een behoorlijk gaaf en karakteristiek voorbeeld van een historische tuin- en parkaanleg, waarin de verschillende ontwikkelingsfasen, die teruggaan tot de 17de eeuw, nog goed herkenbaar aanwezig zijn in de huidig aanleg;

- als een bijzondere uitdrukking van een typologische en landschappelijke ontwikkeling en vanwege de nauwe relatie met de ontwikkeling van de regio Den Haag/Wassenaar, waarin Clingendael vanaf de 17de eeuw één der vooraanstaande buitenplaatsen was;

- door de nauwe samenhang en de historisch-ruimtelijke relatie met de gebouwde onderdelen op de buitenplaats;

- als een essentieel onderdeel van de buitenplaats Clingendael en vanwege de samenhang met de andere buitenplaatsen en hun tuinen in de nabije omgeving, die een min of meer aaneengesloten geheel vormen en bepalend zijn voor het aanzien van de streek;

- door de kwaliteiten van de ontwerpen der samenstellende onderdelen, de nog zichtbare en aantoonbare ontwikkelingen in de ontwikkeling van de tuin en vanwege de bijzondere samenhang tussen de diverse onderdelen, die tevens van belang zijn voor het oeuvre van verschillende tuin- en landschapsarchitecten;

- door de herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid van zowel het geheel als een aantal van de samenstellende onderdelen.

Adres

Clingendaal bij 7
2244 VH Wassenaar

Openingstijden

Website

Facilities

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0