De tuinen van Landgoed Middachten zijn voor het grootste gedeelte eind zeventiende eeuw aangelegd volgens Hollands-classicistisch ontwerp. Ze omvatten een geometrisch patroon van lanen, waterlopen, een bloementuin, weiden en bossen. De landschapselementen zijn centraal georiënteerd op het hart van het park: het kasteel met de bijgebouwen.
De tuinen van Middachten kwamen in verschillende fases tot stand. De kern vormt het in oorsprong middeleeuwse huis met een gracht erom heen, het voorplein en bijgebouwen. Dit is op de oudste kaart van Van Geelkercken (1652) te zien. De oprijlaan naar het kasteel, geflaneerd door weilanden en boomgaarden, de ovale ruimte voor het voorplein en de rechthoekige terrasvormige uitbouwen (bastions) aan het voorplein zijn er nog altijd.
Eind van de zeventiende eeuw/ begin achttiende eeuw kozen de toenmalige eigenaren voor een Hollands-classicistische aanleg. De rechthoekige tuin, de bomensingels, een deel van het padenpatroon, de grachten- en lanenstructuur getuigen hier nog van. De tuin rond het kasteel is aan de oost- en zuidkant omgracht (rond 1700). Aan de west- en noordkant staat een muur. Evenwijdig aan de noordmuur loopt een laan met laat achttiende-eeuwse eikenbomen. Deze leidt naar het administratiegebouw (rechts) en naar een lange vijver, de Paardengracht (links). Langs deze wateras lag in de achttiende-eeuw de bleek, een sterrenbos, een eendenkooi en een visvijver. Nu wordt de gracht geflankeerd door een rabattenbos (Kooibosch) en de eendenkooi. Achter de vijver ligt een elsenhakhoutbos (Faisantenbosch), dat wordt afgesloten door een dubbel beplante eikenlaan, ook wel de Eikenstraat genoemd.
Tuinarchitect H.A.C. Poortman herstyleerde de tuin tussen 1900-1909 naar het idee van de achttiende-eeuwse geometrische tuin. De structuur van het zeventiende-eeuwse lanenpatroon en grachtenstelsel vormde het kader van de nieuwe aanleg. Poortman deelde de tuin op in verschillende compartimenten, die elk eigen karakter vormden. Zo is er een deel met de oranjerie-, bloementuin en een boomgaard. En een deel met van een crocketveld, een tennisbaan en een rozentuin. Ook voegde hij elementen uit de 19de-eeuwse landschapsperiode toe, bestaande uit boomgroepen en enkele exoten. In de loop van de twintigste eeuw is de tuinaanleg steeds meer vereenvoudigd en tenslotte gereduceerd tot grasparterres. Tevens is er weer een rozentuin, een orangerie en een kruidentuin aangelegd.
