R.K. Kerk HH Laurentius en Elizabeth met pastorie en patronaatsgebouw

Horizontal tabs

Beschrijving

Inleiding

Rooms-katholieke KERK H.H. Laurentius en Elisabeth, met PASTORIE en PATRONAATSGEBOUW, in twee fasen gebouwd in neoromaanse stijl. In 1906-1909 werden het koor, transept, de eerste twee traveeën van het schip, pastorie en patronaatshuis gerealiseerd, naar ontwerp van architect P.G. Buskens. In 1920-1922 werden de laatste travee van het schip en de voorgevel gebouwd, naar een ontwerp van J.P.L. Hendriks.

N.B. In 1941 en 1944 leed de kerk aanzienlijke oorlogsschade, waarbij ook veel glas-in-lood en gebrandschilderde ramen sneuvelden. Deze werden na de oorlog vervangen door nieuwe vensters naar ontwerp van de kunstenaars Charles Eyck (1948-1950) en H. Asperslagh (1945-1952).

Op 16 maart 1964 werd de kerk geïnaugureerd tot kathedraal, nadat de neogotische Sint-Laurentiuskerk aan de Westzeedijk was afgebroken. Sindsdien is behalve de heilige Elisabeth van Hongarije (patrones van de armen en zieken) ook de heilige Laurentius, patroon van de stad en het bisdom, kerkpatroon. In 1950 werd aan de voorgevel, links naast de ingang, een hardstenen gedenksteen voor de architect P.G. Buskens (1872-1939) geplaatst. In 1964 werden het priesterkoor en altaar heringericht volgens de richtlijnen van het Tweede Vaticaans Concilie, met een wit marmeren altaar naar ontwerp van het architectenbureau Van den Bosch, Hendriks en Campmann. In 1997 is het orgel (1923) tijdelijk uit de kerk verwijderd. Het tweedelig orgelfront, ontworpen door architect P.G. Buskens, bestaat uit een grote ronde pedaaltoren op consoles met sierrand en uit rechte pijpvelden. De orgelkasten zijn van rood gebeitst en gelakt grenenhout. N.B. Dit orgel wordt uitgesloten van de bescherming van rijkswege.

Omschrijving

Tussen de Mathenesserlaan en Robert Fruinstraat gelegen kruisbasiliek, boven een hardstenen basement opgetrokken in grijze, hardgrauwe baksteen met hardsteen voor de afdekking van de steunberen, topgevels en goten en spaarzame decoratieve toepassing van groen en geel geglazuurde baksteen.

De kerk is 67 meter lang, de breedte van het transept is 33 meter, de hoogte 24 meter. De kerk is voorzien van zadeldaken, met leien gedekt en heeft boogvensters met een bakstenen tracering en glas-en-loodramen. Het zuidelijke front (voorgevel Mathenesserlaan, nr.307) van de kerk bestaat uit een met een topgevel bekroond middendeel met links ervan de 35 meter hoge klokketoren en rechts een smallere, minder hoge toren.

De gevel is in het midden voorzien van een hardstenen bordestrap naar de hoofdingang. Deze (drie houten rondboogdeuren met ijzerbeslag) heeft een narthex met drie ingangsportalen met gemetselde graatgewelven en bogen op hardstenen zuilen. Aan weerszijden van de hoofdingang bevinden zich twee kleine boogvensters en rondboogzijportalen, toegankelijk via hardstenen trappen. Het rechter zijportaal is hoger opgetrokken en wordt bekroond met een puntgevel met hardstenen lijst en kruis in de top.

Ter hoogte van het maaiveld bevinden zich uiterst links en rechts, onder een rondboog, toegangen tot respektievelijk de westelijke zij-ingang en de galerij naar de ingang van de pastorie, oostelijk van de kerk.

Boven de middelste rondboog tot de narthex bevindt zich een natuurstenen beeld van de heilige Elisabeth, in 1924 gemaakt door de firma Leeflang.

Hierboven bevat de gevel van het middendeel vier paren kleine gekoppelde rondboogvensters en in de topgevel drie gekoppelde hoge rondboogvensters, alle voorzien van glas-in-lood. De puntgevel wordt beëindigd met een hardstenen kruis met het opschrift: "O crux ave, spes unica". Terugliggend bevindt zich een tweede, hogere topgevel met kruis.

De hoge rechthoekige klokketoren bevat aan alle zijden rechthoekige spaarvelden waarin gekoppelde rondboogvormige galmgaten en heeft een terugliggende bekroning voorzien van wijzerplaten, steeds geflankeerd door gekoppelde rondboogvormige spaarvelden. Tussen wijzerplaat en galmgaten een gemetseld balkon op rechthoekige, opengewerkte consoles, waarbij de afdeklijsten, onderdorpels en afzaten zijn uitgevoerd in hardsteen. De torengevels worden afgesloten met een gemetseld boogfries en de toren draagt een koperen tentdak. De lagere toren heeft een dwerggalerij en tegeltjesfries en wordt bekroond door een met leien gedekt zadeldak. De achterzijde van de kerk (Robert Fruinstraat) wordt gedomineerd door de halfronde absis en kleine ronde traptorens met achthoekige lantaarns en koperen dakjes. De absis bevat zeven hoge rondboogvensters en wordt afgesloten met een dwerggalerij en tegelfries.

Trapsgewijs verspringend, in de schuine rooilijn van de Robert Fruinstraat (nr.38 en 40), bevinden zich hier aan de voet van de kerk drie bouwvolumes van een bouwlaag; van links naar rechts de sacristie, een gang achter de absis en de (voormalige) catechismuskamer. De gevel van de sacristie is voorzien van drie rondboogvensters en heeft een dubbele puntgevel met in elk gevelveld een rondlicht. Het gangvolume is voorzien van vijf rondboogvensters en een zadeldak (langskap). De (voormalige) catechismusruimte heeft een puntgevel met een groot rondboogvenster met bakstenen tracering. De linkerhoek van dit bouwvolume is voorzien van een hardstenen nis, waarin van oorsprong een beeld stond. Uiterst rechts bevindt zich (uitspringend) een portaal bekroond met bakstenen borstwering en kanteelachtige hoeken met hardstenen afwerking. De zijgevels van de kerk zijn voorzien van grote rondboogvensters met (geel geglazuurde) bakstenen tracering, een gemetseld boogfries, een gedecoreerde profileerde hardstenen daklijst en met hardstenen gebeeldhouwde waterspuwers, waaronder terracotta figuurtjes.

In het interieur heeft de kerkruimte de vorm van een latijns kruis met een koepel (hoogte 24 m) over de kruising en tongewelven over schip, transeptarmen en priesterkoor. Het schip bestaat uit drie traveeën, ingedeeld door hoge bogen, heeft een zeer breed middenschip (15 m) en veel smallere zijbeuken, die als gangpaden dienst doen en waaraan de diverse kapellen gekoppeld zijn. (Aan iedere zijbeuk twee paren kapellen.) Ten noorden van de westelijke kruisarm bevindt zich de kapel gewijd aan O.L. Vrouw van Lourdes. Deze kapel heeft een eigen entree aan de westelijke zijgevel en was oorspronkelijk door middel van siertraliewerk in de kerk afgesloten, waardoor deze kapel altijd toegankelijk was, ook wanneer de kerk gesloten was. Het interieur is opgetrokken in gele verblendsteen, de korte bogen rusten op dubbele Beiers-granieten kolommen met hardstenen basement en zandstenen kapitelen. De tegelvloer van het middenschip werd bij de voltooiing van de kerk in 1922 gelegd en sluit aan op de cement-mozaïekvloer (Pichu & Co, Gent 1912) van het oudere deel van de kerk en geeft derhalve exact de scheiding tussen de kerkgedeelten uit 1908 en 1922 aan. De kerk bevat houten kerkbanken (waarschijnlijk 1908), waarvan de wangen zijn versierd met kleine gesneden ornamenten, een medaillon waarin schild (met rijnummer) en bekroond door een rondboogje. De kerk is gedecoreerd met diverse kunsttoepassingen, waaronder: Muurschilderingen in de Lourdeskapel, de doopkapel, H. Hartkapel, transept, priesterkoor, de Don Boscokapel en de Antoniuskapel van de hand van Jan Dunselman (1863-1931), gerealiseerd gedurende de jaren 1915-1929. Ook de kruiswegstaties zijn geschilderd door Dunselman. Overige kleinere schilderingen, met name geschilderde teksten, zijn in 1925-1926 aangebracht door Jan Meily. De geornamenteerde kapitelen van de pilasters en de evangelistensymbolen op de vieringpijlers zijn van J.T.H. Timmermans (1873-1957), gemaakt in 1919. De meest prominente glas-in-lood-ramen, negen in de absis en acht in het schip en transept zijn gemaakt door H. Asperslagh uit Voorburg in 1945-1952. In het transept bevinden zich twee glas-in-lood-ramen ontworpen door Charles Eyck (Maastricht, 1948 c.q. 1950). De marmervloer met mozaïekranden in het koor zijn geleverd door P.J. Simonis en M. Storni (Rotterdam, 1913). De cement-mozaïekvloeren in het middenpad, de H. Hartkapel en de Lourdeskapel zijn gelegd door Pichu & Co uit Gent, 1912. In het schip en transept bevinden zich heiligenbeelden van Franse zandsteen, vervaardigd door J.T.H. Timmermans (Den Haag, 1920-1926). Door middel van een doorlopend gangenstelsel met de kerk verbonden, bevinden zich oostelijk van de kerk de pastorie en het patronaatsgebouw. Deze zijn opgetrokken in dezelfde materialen als de kerk. De pastorie bevindt zich aan de Mathenesserlaan (nr.305), terugliggend achter een tuin met hekwerk, waarvan alleen de hardstenen plint nog origineel is. De pastorie omvat een souterrain, een c.q. twee verdiepingen en een kapverdieping onder een schilddak. De voorgevel aan de Mathenesserlaan kent een driedeling. Geheel links de via een trap te bereiken entree onder een rondboog en boven een lessenaarsdak een terugliggend verdieping met drie rechthoekige vensters waaronder een tegelfries. De middenpartij omvat per verdieping twee vensterassen met per venster een hardstenen latei met eierlijst-achtige decoratie en is ter hoogte van de kapverdieping voorzien van een ruime loggia met gemetselde borstwering en twee rondbogen. In de loggia een vierledige deurpartij met glas-in-lood-bovenlichten. De rechter gevelpartij steekt iets uit en bevat op de begane grond een grote vensterpartij (niet origineel), ter hoogte van de verdieping een brede en diepe loggia met houten borstwering en vier houten kolommen en ter hoogte van de kapverdieping een grote vijfzijdige erkerachtige dakkapel. Ten noorden van de pastorie bevindt zich een binnenplaats en daarachter, gelegen aan de Robert Fruinstraat (nr.34 en 36) het patronaatsgebouw, bestaande uit twee bouwlagen en een kapverdieping. De brede gevel bestaat uit twee delen. Links een smaller deel met op de begane grond links een deur (geprofileerd hout met ijzerbeslag) en rechts twee hoge rondboogvensters, op de verdieping drie rechthoekige schuifvensters en ter hoogte van de kapverdieping een rechte uitbouw met vijf rechthoekige schuifvensters. Het rechter (bredere) geveldeel heeft op de begane grond links eveneens twee hoge rondboogvensters en rechts een inpandige deur onder een rondboog (geprofileerd hout met ijzerbeslag). Hierboven vier trapsgewijs geplaatste smalle rondboogvensters en een rechthoekige hoektoren met rondboogvensters en tentdak. Links van de toren wordt de gevel afgesloten met een puntgevel, voorzien van twee rechthoekige vensters.

Waardering

Rooms-katholieke H.H. Laurentius en Elisabeth, met pastorie en patronaatsgebouw, gefaseerd gebouwd in 1906-1909 en 1920-1922 naar ontwerp van respektievelijk P.G. Buskens en J.P.L. Hendriks, van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde, alsmede van belang vanwege de ensemblewaarde binnen de, vanaf 1903 in diverse stijltoepassingen bebouwde, monumentale Mathenesserlaan.

De R.K. kerk H.H. Laurentius en Elizabeth (Mathenesserlaan 305-307) , sinds 1964 kathedraal van het in 1956 opgerichte bisdom Rotterdam, is een in 1906-'08 gebouwde driebeukige kruisbasiliek in neoromaanse en neobyzantijnse vormen naar ontwerp van P.G. Buskens. In 1920-'22 werd de kerk voltooid met de bouw van een voorgevel met ongelijk dubbeltorenfront in neobyzantijnse trant naar ontwerp van J.P.J. Hendriks. In 1941 en 1944 leed de kerk oorlogsschade. De nieuwe gebrandschilderde ramen (1945-'52) zijn ontworpen door Ch. Eyck en H. Asperslagh. Het interieur bevat muurschilderingen en kruiswegstaties (1915-'29) van J. Dunselman en een perspex bisschopszetel (1990) van A.J.H.M. Haak.

Adres

Mathenesserlaan 305
3021 XE Rotterdam

Openingstijden

Facilities

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0