St. Agathakerk (Beverwijk)

Horizontal tabs

Beschrijving

Rooms-katholieke St. Agathakerk, ingewijd in 1924 en gebouwd naar ontwerp van de architecten J.Th.J. en P. Cuypers.

De centraalbouw, bestaande uit een dominante achtzijdige koepel en een krans van eveneens door koepels overwelfde straalkapellen, is in de jaren 1922-24 tot stand gekomen in een door de byzantijnse en vroegchristelijke bouwkunst geinspireerde bouwstijl. De kerk, met ouder woonhuis (bij de bouw van de St. Agatha bestemd tot pastorie - reeds eerder beschermd onder monumentnummer 9445) en omliggende, aan de Bloksteeg ommuurde, kerktuin is gesitueerd in de van oorspong bij het huis behorende tuin. Het oorspronkelijke interieur van de kerk is grotendeels ontworpen door L.T.C. Lourijsen. In 1965 is de liturgische dispositie gewijzigd, waarbij het altaar centraal onder de hoofdkoepel op een verhoging werd geplaatst en de kerkbanken zijn vernieuwd. Het orgel, waarschijnlijk in de twintiger jaren gemaakt door de orgelfabrikant Bern. Pels en Zonen te Alkmaar, heeft geen monumentale waarde. In de kerk bevindt zich een vroeg zestiende eeuws eikehouten beeld van Maria met kind op de maansikkel, mogelijk afkomstig uit de Ned. Hervormde Kerk in Beverwijk.

In lichtbruine baksteen met siermetselwerk onder een samenstel van met rode pannen gedekte koepeldaken met pirons opgetrokken kerk, uitgevoerd in centraalbouw en gebaseerd op een regelmatige achthoek met een krans van veelzijdige kapellen. In de aanzet van de hoofdkoepel zijn in elke zijde drie diepliggende ronde vensters in een terugliggend muurvlak opgenomen, gescheiden door muurdammen. In de gevels van de drie oostelijke kapellen ovalen vensters eveneens met glas-in-lood. De gevels van de straalkapellen worden geleed door drie hoger geplaatste rechthoekige naar boven smal toelopende vensters in een terugliggend muurvlak. De ramen zijn ingevuld met glas-in-lood uit de bouwtijd. De westelijk gelegen ingangszijde omvat een door twee kleinere koepels bedekte expressief vormgegeven aanbouw met aan weerszijden een rondboogportaal onder een zadeldak bestaande uit een stoep met drie treden, een dubbele houten gebeeldhouwde deur met kalf en rondboogveld en haaks geplaatste uitstekende muurdelen die halverwege inzwenken.

Diverse lagere aangebouwde neven- en ingangsruimten, waaronder de sacristie grenzend aan de oostelijke kapel, alle met kruisvensters en gebeeldhouwde deuren, aan de buitenzijde voorzien van expressief vormgegeven beslag, uit de bouwtijd. De hoge paraboolvormige hoofdkoepel is voorzien van een - in 1958 verhoogde - bekroning onder uivormige spits met torenkruis, in oorsprong uitgevoerd met een paraboolvormige bekroning met een lage lantaarn. Inwendig wordt deze bakstenen schermkoepel gedragen door een ring van gewapend beton, aan de bovenzijde afgezet met een bloktandlijst, die rust op acht zich verjongende gepolijste granieten zuilen met geometrisch bewerkte, aan kristalvormen herinnerende, natuurstenen kapitelen. De zuilen worden onderling verbonden door paraboolvormige scheidingsbogen. De gewelfzwikken zijn gedecoreerd met muizetandfriezen die over de schalken doorlopen.

De koepel met graten door uitwaaierende donker gekleurde bakstenen benadrukt en overgaand in driehoekige schalken, wordt onderverdeeld in 24 gewelfvlakken, waarin telkens een rondvenster met glas-in-lood is opgenomen met geometrische onderverdeling en eenvoudige kleurstelling. Vier grote zijkapellen ter breedte van een zijde van de achthoek van de centrale koepel bevinden zich op de hoofdassen en sluiten twee kleinere kapellen met een nevenruimte in, alle betrokken bij de kerkruimte. Een trap in de westelijke koepel leidt naar de orgelgalerij. Aan de oostzijde het verhoogde priesterkoor waar zich onder meer een doorgang naar de consistoriekamer bevindt. De rode tegelvloeren in het priesterkoor, de Mariakapel en de doopkapel met in kruisvormen gelegde zwarte en witte tegels zijn oorspronkelijk.

 Deze drie kapellen zijn voorzien van een marmeren lambrizering, mozaieken in neo-Byzantijnse trant en ovalen figuratieve glas-in-lood ramen met bakstenen omlijstingen. De wanden van het priesterkoor worden gescheiden door in zuilen overgaande veelhoekige kolommen die de scheibogen ondersteunen. De belangrijkste interieuronderdelen van de kerk, het hoofdaltaar (1925), de preekstoel (1931), ramen (1925), mozaieken (1925-27) en kruiswegstaties (ca. 1925) zijn ontworpen door Lambert Lourijsen, deels in een door het symbolisme van Jan Toorop beinvloede stijl, deels in neo-Byzantijnse trant. Het in marmer en koper uitgevoerde hoofdaltaar, vervaardigd in het atelier Jorna, met cilindervormig tabernakel bekroond door een kruis is gedecoreerd met koperen reliefs met staande engelen en het Lam op het Boek met de Zeven Zegels.

 De houten preekstoel met ronde kuip en in opengehamerd koperwerk de vier evangelistensymbolen en -namen wordt gedragen door drie marmeren zuilen. De koperen trapleuning is gedecoreerd met gestileerde bloemmotieven. In de ovalen glas-in-lood ramen voorstellingen van de Heilige Geest in de gedaante van een duif en engelen met symbolen die verwijzen naar het sacrament van het Doopsel, het Heilig Vormsel en de Eucharistie. Ook de kleine mozaieken in de zwikken bij de vensters verwijzen hiernaar (wierrookvat, bron met drie stromen, kruis met palmtakken en oliekruikje met olijftakken, vis met broodmand en pelikaan met jongen). Hieronder mozaiekfriezen met bijbeltekst in vergulde letters. Het mozaiek achter het hoogaltaar geeft een wandtapijt weer, ter linker- en rechterzijde zijn de wanden gedecoreerd met mozaiekvoorstellingen van musicerende en biddende engelen. Een signatuur in het engelenmozaiek links van het hoofdaltaar toont de letters P.S.B., mogelijk verwijzend naar de mozaiekuitvoering door de gebroeders Beier te Keulen. In de Maria- en doopkapel zijn een mozaiek met Maria met kind en een Christus-mozaiek, laatstgenoemde niet van de hand van Lourijsen, aangebracht. De wandschilderingen in deze kapellen zijn vervaardigd door P. Gerrits in 1949. De overige kapellen hebben boven een plint van verticaal gemetselde zwarte bakstenen een geglazuurde tegellambrizering bestaande uit vierkante gele tegels gescheiden door groene bakstenen banden in verticale vlakken verdeeld. Hier zijn tussen de glas-in-lood vensters met florale motieven en de tegellambrizering op paneel geschilderde kruiswegstaties aangebracht. De door Lourijsen in symbolistische trant vervaardigde paneelschilderingen worden geflankeerd door zijpanelen met een lelietak, zonnebloem, druivenrank of kruisafbeelding.

 Het marmeren doopvont met deksel in neo-barokke vorm, gesigneerd 'GB Brom Utrecht', dateert uit het derde kwart van de 19e eeuw. Voorts drie gipsbeelden voorstellende St. Agatha, St. Joseph en St. Antonius van Padua en twee houten biechtstoelen met gebeeldhouwde kuif met figurale voorstelling (zegening) en bloemmotieven, in de deuren glas-in-lood. Waardering Monumentale koepelkerk van J.Th.J. en P. Cuypers met oorsponkelijk interieur en bijbehorende interieuronderdelen, ontworpen door Lambert Lourijsen van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische en kunst- en cultuurhistorische waarde waarbij op verschillende wijze vernieuwing van de katholieke kerkelijke (bouw)kunst is nagestreefd door combinatie van enerzijds expressionistische elementen en anderzijds door op de vroeg- christelijke (bouw)kunst geinspireerde elementen in zowel de architectuur als de inrichting. Belangrijk werk uit het oeuvre van Jos en Pierre Cuypers als zuivere centraalbouw met zeldzaam voorkomende door koepels overdekte kapellenkrans en rijk gedecoreerd exterieur en interieur. Tevens van belang wegens de markante silhouetwaarde van de hoge hoofdkoepel met lantaarn omringd door lagere koepelkrans.

De R.K. St.-Agathakerk (Breestraat 93) is een achtzijdige centraalbouw met koepeldak omringd door een kapellenkrans met koepels. Deze kerk verrees in 1921-'24 naar een op de Byzantijnse en vroeg-christelijke bouwkunst geïnspireerd ontwerp van J.Th.J. en P. Cuypers. In 1958 heeft men de hoofdkoepel voorzien van een torentje met carillon. Zowel in- als uitwendig is veel decoratief metselwerk toegepast.

Trivia

  • Het oudste voorwerp in de kerk is een Mariabeeld met kind, staande op een maansikkel. Het beeld is vroeg 16e-eeuws en komt waarschijnlijk uit de Nederlands Hervormde kerk uit Beverwijk.
  • Het orgel, vermoedelijk uit de periode 1920-1929 heeft geen monumentale status[3]Dit geldt ook voor het carillon, dat is in 1958 geplaatst en telt 46 klokken. [4]
  • Lourijsen heeft de volgende onderdelen van de kerk ontworpen: het hoofdaltaar, de ramen, de mozaïeken, de kruiswegstaties in 1925. De preekstoel is ook van zijn hand, maar dan in 1931.
  • De vloer in de kerk is niet origineel, maar wel in de stijl van het origineel.[1]

 

Adres

Breestraat 93
1941 EG Beverwijk

Facilities

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0