Van Houten kerkje

Horizontal tabs

Beschrijving

Inleiding

Brede eenbeukige ZAALKERK, hoofdonderdeel van het Nederlandsche Protestantenbond-complex te Weesp. De eerste bouwtekenigen van de kerk dateren uit 1904. Op 9 december 1906 werd de kerk ingewijd. In 1940 werd de kerk door de firma Van Houten aan de NPB geschonken. De kerk is gebouwd in overgangsarchitectuur met in het exterieur veel neo-romaanse stijlmotieven. In het interieur zijn ook rationalistische en Jugendstil-elementen aanwijsbaar. Aan de zijde van de absis, de oostzijde, zijn de consistorie en pastorie aangebouwd.

In 1973 werd de leien dakbedekking vervangen door asfaltbitumen. In 1990 werden de asfaltbitumen vervangen door vezel-cementleien (ook wel kunstleien genoemd). Alleen de torenspits is nog bekleed met de oorspronkelijke leien. De dakkapellen waren in oorsprong voorzien van houten, met lood omklede, bolvormige nokpirons.

Omschrijving

Eenbeukige zaalkerk ter diepte van vijf traveeën met ingebouwde toren aan de westzijde en een rechthoekige absis aan de oostzijde. De kerk heeft een hoogte van een bouwlaag onder een zadeldak, in oorsprong gedekt met leien in Maasdekking. Het dak ligt verzonken tussen de hoger opgemetselde kopgevels met zandstenen afdeklijsten. De noklijn, die loodrecht op de Oudegracht staat, wordt doorsneden door twee vierkante daklantaarns ter ontluchting van de kap. De daklantaarns hebben een tentdak en nokpiron. De dakschilden worden bij de dakaanzet doorsneden door vijf grote dakkapellen ten behoeve van de lichtbeuk in de kerkruimte. Deze, in totaal dus tien, dakkapellen zijn alle voorzien van drie gekoppelde rondboogvensters met gekleurde glas-in-loodramen en worden afgesloten door een ingestoken zadeldak. Nog hoger in de dakschilden zijn in elk dakschild vier kleine dakkapellen onder ingestoken schildeind aangebracht ter ventilatie van de zolderruimte.

De kerk is opgetrokken in rode machinale baksteen, gemetseld in kruisverband, boven een hardstenen plint. De voegen zijn geknipt. De gevels zijn voorzien van motieven en accenten in gekleurde en geglazuurde baksteen en in zandsteen.

De symmetrisch ingedeelde voorgevel (O) heeft een breedte van vijf vensterassen, opgebouwd uit een middenpartij ter breedte van één vensteras met aan weerszijden een geveldeel ter breedte van één vensteras afgesloten door een lessenaarsdak. Op de hoeken van de voorgevel bevindt zich een uitbouw ter breedte van één vensteras. De nadruk ligt op de middenpartij ter breedte van de toren. Op hoeken van de toren c.q. licht risalerende middenpartij, zijn lisenen aangebracht. De toren heeft een vierledige opbouw. Op de begane grond bevindt zich de entree, bestaande uit een portiek met rondboogvormige opening, smeedijzeren toegangshek, één centrale dubbele paneeldeur en twee zij-ingangen met een paneeldeur. Portiek en rondboogvormige omlijsting zijn uitgevoerd in baksteen en zandsteen, in een neo-romaanse stijl. Boven het portiek is in roodkoperen letters "NED. PROTESTANTENBOND" aangebracht. De entree is bereikbaar via twee hardstenen treden. In de eerste geleding van de toren bevinden zich genoemde entree en een fries in baksteen en zandsteen met gedecoreerde cassettes. In de tweede geleding bevindt zich een zandstenen roosvenster met gekleurde glas-in-loodramen met een deels in zandsteen uitgevoerd keperfries erboven. De derde geleding van de toren is de klokkeverdieping en bevat aan drie zijden een reeks rondboogvormige nissen, die om de ander zijn geopend als galmgat. De vierde geleding bevat de torenbeëindiging, met aan elke zijde een driehoekig bakstenen fronton met klein rond venster en daarboven de met leien beklede torenspits. De spits heeft een vierhoekige basis die halverwege overgaat in een achthoekige lantaarn met topgevels. Het achtzijdige bovendeel van de spits wordt bekroond door een windhaan. De geveldelen aan weerszijden van de middenpartij hebben een breedte van één vensteras en bevatten zowel op de begane grond als eerste verdieping een klein rondboogvenster met in oorsprong glas-in-loodramen. Deze geveldelen worden afgesloten door een lessenaarsdak dat eindigt ter hoogte van het keperfries van de middenpartij. De uitbouwen op de hoeken van de voorgevel bevatten beide een gekoppeld rondboogvenster met in oorsprong glas-in-loodramen. De linkeruitbouw heeft een hoogte van één bouwlaag en bevat een klein zij-vertrek, de rechteruitbouw heeft een hoogte van anderhalve bouwlaag en bevat het trappenhuis naar de toren. Beide uitbouwen worden afgesloten door een afgeplat schildeind.

De rechterzijgevel (Z) heeft een breedte van vijf traveeën, die van elkaar worden gescheiden door bakstenen steunberen afgesloten door een afzaat. De steunberen worden bovenlangs verbonden door een dubbele tandlijst. Elke travee bevat een grote ondiepe rondboogvormige nis, waarin drie gekoppelde rondboogvensters van gelijke grootte zijn aangebracht met gekleurde glas-in-loodramen. De boogtrommels zijn gevuld met decoratief metselwerk. De lekdorpels zijn vervaardigd van bruin geglazuurde baksteen. De gevel heeft bovenlangs, ter hoogte van de afzaat van de steunberen, een dubbele tandlijst. Direct daarboven wordt de gevel afgesloten door een uitgemetselde daklijst in decoratief mestelwerk en een eenvoudige bakgoot.

De achtergevel (O) heeft een kleine rechthoekige uitbouw ten behoeve van de absis. De absis wordt afgesloten door een zadeldak met noklijn loodrecht op de Oudegracht. Voorts zijn tegen de achtergevel de pastorie en de consistoriekamer aangebouwd.

De linkerzijgevel (N) heeft een zelfde opbouw en indeling als de rechterzijgevel.

Het interieur is nog vrijwel volledig intact, zowel wat betreft de afwerking van de nagelvaste onderdelen van de kerkruimte als losse onderdelen. De kerkruimte heeft een binnenwerkse lengte van 19.84 m en breedte van 11.93 m. De hoogte van de houten vloer tot de nok is 15.10 m. De kerkuimte wordt afgesloten door een houten tongewelf met zes gebogen houten spanten met een hammerbeam-achtige constructie. De aanzetten van de spanten rusten op zandstenen consoles. Ongeveer op eenderde van de hoogte zijn de spanten voorzien van ijzeren trekstangen. Voorts is het tongewelf voorzien van vele dunne ribben en horizontaal houten beschot, waarop bij de gewelfaanzet sjabloonschilderingen met gestileerde plantmotieven zijn aangebracht. De wanden van de kerkruimte zijn voorzien van een houten lambrizering. Daarboven waren de wanden in oorsprong voorzien van een grijze pleisterlaag (thans wit geschilderd). Enkele detailleringen, zoals de vensteromlijstingen, zijn uitgevoerd in schoonmetselwerk. Aan de oostzijde bevinden zich op een podium het houten preekgestoelte en in de hoeken twee kerkbanken voor de bestuursleden van de geloofsgemeenschap. Tussen preekgestoelte en hoekbanken bevinden zich in de oostelijke wand van de kerk twee paneeldeuren, waarvan de noordelijke toegang geeft tot de consistoriekamer, de zuidelijke tot de pastorie. Boven het preekgestoelte bevindt zich in een grote rondboogvormige nis de galerij voor het orgel. De orgelkas is uitgevoerd in eclectische stijl. Tweeklaviers rein-pneumatisch orgel met zelfstandig pedaal, gemaakt door de firma P.J. Adema en Zn. in 1907. Het orgelfront vormt een architectonsiche eenheid met het kerkgebouw.

Zowel preekgestoelte, kerkbanken, galerijen en lambrizeringen zijn uitgevoerd met panelen, voorzien van sober snij- en inlegwerk. De kerkbanken bestaan uit een aantal aaneengeschakelde houten stoelen met per zitplaats een lederen zitkussen. In de kerkuimte hangen twee grote messing Jugendstil-kroonluchters. Aan de langswanden zijn in totaal tien messing Jugendstil-wandarmaturen aangebracht. In de westwand bevinden zich de toegangsdeuren. In het midden bevindt zich een grote rondboog met dubbele paneeldeur van de hoofdingang, links en rechts daarvan een kleinere rondboog met paneeldeuren van de zij-ingangen. De boogvelden zijn gevuld met een vlakke pleisterlaag. Boven de ingangen bevindt zich een houten koor-galerij met drie rondbogen, waarvan de middelste het grootste is. Door het grote roosvenster in de westgevel treedt, via de grootste rondboog op de galerij, licht binnen in de kerkruimte. De galerij heeft een houten balustrade, rustend op houten en zandstenen consoles. Alle rondbogen in de westwand zijn uitgevoerd in schoonmetselwerk, met zandstenen accenten. In de zij-ruimten op de galerij en in de portieken van de zij-ingangen hangen nog enkele kleinere messing Jugendstil-kroonluchters.

Waardering

De zaalkerk is van algemeen belang als historisch-functioneel hoofdonderdeel van het Nederlandsche Protestantenbond-complex te Weesp en als gaaf bewaard voorbeeld van kerkelijke bouwkunst uit het eerste decennium van de 20ste eeuw in de stijl van de overgangsarchitectuur.

De Van Houtenkerk (Oudegracht 69) is een rijk gedetailleerde neoromaanse zaalkerk met ingebouwde toren, opgetrokken in 1905-'06 naar ontwerp van B.J. Ouëndag. Ter plaatse van de villa van chocoladefabrikant Van Houten werd deze kerk in opdracht van de dames J.S. en H.C. van Houten gebouwd voor de Nederlandse Protestanten Bond. Het interieur heeft een houten tongewelf. De oorspronkelijke aankleding en het meubilair zijn goed behouden, inclusief het door de firma P.J. Adema & Zn. gebouwde orgel (1907).

Adres

Oudegracht 69
1381 XX Weesp

Openingstijden

Facilities

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0