Lusthof onder NAP

Natte voeten Nederland polderland

De regent-rentenier Luieren in de polder

Huize Frankendael Laatste buitenplaats

ITIN Social

  • Gerard Verbeek
  • Truus Gerritsen
  • Ans Hazenbrouck

Nog geen reacties

Lusthof onder NAP

Introduction

Natte voeten

Polders zijn hét gemaakte landschap bij uitstek. Waterige woestenij wordt veranderd in vruchtbare landbouwgrond. Een polder is gewonnen op de zee, een rivier, een meer of een moeras en vaak omringd door dijken. De waterstand wordt er kunstmatig geregeld door een gemaal een afwateringssluis of een molen. Door het gebied lopen sloten, die goed moeten kunnen doorstromen. Daarom worden ze regelmatig gecontroleerd op waterplanten en of ze wel schoon zijn. Ze staan niet in verbinding met het buitenwater. Wel kan er door diverse inlaten vers water naar binnen worden gelaten. Hoewel we het in Nederland als een typisch "Hollands" fenomeen zien, zijn polders al millenia oud. Zo probeerde de Romeinse keizer Claudius bijvoorbeeld al het Fucinische meer te ontwateren voor meer landbouwgrond. Toch zijn de Nederlanders door de geschiedenis heen gezien als de poldermakers bij uitstek. De eerste Nederlandse polder werd waarschijnlijk begonnen in de elfde eeuw, maar het proces kwam pas echt op gang tijdens de zestiende en zeventiende eeuw. Ons land kent momenteel drieduizend polders, waardoor het landschap van Nederland bij uitstek een door mensenhanden geschapen landschap is.

De regent-rentenier

Polders waren in eerste instantie bedoeld om aan de groeiende vraag naar landbouwgrond te voldoen. De economie van de Nederlanden trok in de late zestiende eeuw scherp aan. Door de Tachtigjarige Oorlog onstond er een grote vluchtelingenstroom richting het noorden. Steden als Amsterdam barstten uit hun voegen. Nieuwe handelsmogelijkheden en het grote aantal nieuwe bewoners van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden betekenden een grote vraag naar meer landbouwgrond. De drassige gebieden van Nederland boden de uitkomst. Gedurende de zeventiende werden de Hollandse meren drooggelegd en omgevormd tot vruchtbare akkers. De Beemster vormde de eerste grote stap, tussen 1608-1612. Daarop volgden onder andere de Purmer (1622), Bijlmermeer (1627) en Watergraafsmeer (1629). De nieuwe landschappen werden ingericht volgens de culturele idealen van hun tijd: kaarsrechte wegen, precies uitgemeten kavels, geplande dorpen. Uit de polder sprak redelijkheid, voorspoed en coöperatie, een visitekaartje voor de kersverse Republiek. De late zeventiende en achttiende eeuw brachten heel wat economische en culturele veranderingen teweeg, die terug te lezen zijn in de polders. De puissant rijke Amsterdamse regenten zocht naar luxueze buitenhuizen, waar ze als adel konden leven. Die plek vonden ze in de Watergraafsmeer. Deze polder was ooit bedoeld als landbouwgebied, maar veranderde in de late zeventiende eeuw steeds meer in een lusthof. Decadente buitenhuizen namen de plaats in van simpele boerderijen, akkers veranderden in barokke pronktuinen. Hier ontsnapte de elite aan het drukke en onhygiënische leven van de grote stad. De Watergraafsmeer verwierf dan ook een reputatie van een aards paradijs, een nieuw Eden.

Huize Frankendael

Frankendael is enige buitenhuis dat nog over is van de honderzestig buitenplaatsen die Watergraafsmeer ooit telde. Het huis werd al snel na de drooglegging van de polder aangelegd, in 1631. Wie de eerste eigenaar was, is onbekend. Pas vanaf 1660 horen we van Nicolaas van Liebergen, die een onbekende architect ʻhuysinge, bepotinge, beplantinge en verder getimmerteʼ laat aangeleggen. De luxe buitenplaats krijgt het gedurende de zeventiende eeuw zwaar te verduren: in 1651 en in 1672 komt de Watergraafsmeer compleet onder te staan. De huidige vorm van het huis stamt uit 1733, gebouwd en versierd in de destijds gangbare Lodewijk XIV-stijl. Veel architectonische details zijn bewaard gebleven, zoals de in 1770 toegevoegde fontein. De oorspronkelijke tuin is helaas verdwenen. In de negentiende eeuw waren polders zoals de Watergraafsmeer niet meer modieus. Veel buitenhuizen werden verkocht, afgebroken of drastisch verbouwd. Met een uitdijend Amsterdam werd in de late negentiende eeuw ook de polder zelf opgeslokt. Zo verdween het groene lusthof onder het beton van nieuwe woonwijken.

Zeg polder en je hebt het over Nederland. Een mooi voorbeeld is Watergraafsmeer, vrijplaats voor Amsterdamse kooplui om er een buitenplaats te bouwen.

Jaar:
1629 / 1750
Circa:
Ja

Adres

Middenweg
1097 BS Amsterdam
Nederland

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0