Waar de zon nooit ondergaat

Tussen hemel en aarde Spiritueel realisme

De Oude Man Een wereldrijk in verval

Goddelijke residentie Kloosterpaleis Escorial

ITIN Social

  • Gerard Verbeek
  • Truus Gerritsen
  • Ans Hazenbrouck

Nog geen reacties

Waar de zon nooit ondergaat

Introduction

Tussen hemel en aarde

In de zestiende eeuw was met name Noord-Europa in de ban van de Reformatie. De nieuwe protestanten zetten zich af tegen de roomse leer, onder andere door zich te verzetten tegen de pracht en praal van de Rooms-katholieke kerk. Als reactie hierop raakte in katholiek Europa de barok in zwang, met de Spaanse monarchie als één van de belangrijkste voortrekkers. Deze nieuwe kunstuiting had tot doel om te imponeren en te overweldigen en zo gelovigen voor de moederkerk te behouden. Het beginpunt van de barok is moeilijk exact vast te stellen, maar ligt rond het jaar 1600. In Rome paste de schilder Caravaggio radicale nieuwe effecten toe in zijn schilderijen: chiaroscuro, een dramatisch spel met licht en duister vol dramatiek, dat vaak als het beginpunt van de barok in de schilderkunst wordt gezien. Het woord barok kwam pas rond 1734 in zwang en is afgeleid van het Portugese woord scheldwoord barroco, oftewel een onregelmatig gevormde parel.

 

De culturele beweging verspreidde zich over heel Europa en kende een heleboel ‘nationale’ stijlen. Zo ontstond er ook in Spanje een eigen stijl door kunstenaars als Velasquez, El Greco en Ribalto. Deze lieten zich inspireren door het maniërisme: ingewikkelde houdingen, overdreven spierbundels, sterke draaiingen en felle, koele kleuren om emoties en dramatiek uit te drukken. Zij zetten daarmee de toon voor de schilderkunst aan het Spaanse hof. De schilderstijl was gestoeld op het realisme van Caravaggio en Rembrandt, maar de belangrijkste thema's spitsten zich toe op religie en mystiek. Met name El Greco kenmerkte zich door zijn realistische weergave van kronkelende figuren in helse taferelen. Zijn expressieve beeltenissen van landschappen zijn pas in de negentiende eeuw door de impressionisten geëvenaard. In de Spaanse Nederlanden, het huidige België, ontpopten Peter-Paul Rubens en Antoon van Dyck zich tot lievelingen van de kroon. Van Dyck was de meest gewilde portretschilder van zijn tijd en Rubens wist zich door de combinatie van realisme, weelderig kleurgebruik en weergave van Bijbelse taferelen te ontpoppen tot de kampioen van de zeventiende eeuwse barok.

De Oude Man

Een rijk 'waar de zon nooit ondergaat' en dat zich uitstrekt van Mexico tot de Fillipijnen met miljoenen onderdanen, van katholieken, Maya’s, boeddhisten tot protestanten. En dat alles in de handen van een absoluut vorst, de Spaanse koning. De Spaanse kroon had er de handen vol aan om dit wereldrijk bij elkaar te houden. Hoewel de Spaanse kroon miljoenen aan zilver en goud aan haar bezittingen onttrok, bleek het nog vele malen kostbaarder om een leger op de been te houden om de bestaande situatie te handhaven. Constante oorlogen, rebellie en religieuze onderdrukking legden een gigantische druk op de schatkist. Zelfs zo erg dat deze meerdere malen tot de bodem is leeggeschraapt, met een koninklijk bankroet tot gevolg.

 

Toen de Spanjaarden dachten de overhand te hebben in hun gevecht met de opstandige Nederlanden, verklaarden de Ottomanen de oorlog, terwijl in Amerika en Azië de conflicten met inheemse volkeren zich snel opvolgden. Om dit alles te kunnen betalen werden de belastingen verhoogd, waardoor de  ontevredenheid met de Spaanse kroon toenam en de dreiging van opstand groeide. Zo verloor Spanje in 1644 Portugal, erkende het in 1648 definitief het verlies van de Noordelijke Nederlanden en werden talloze veld- en zeeslagen tegen de Fransen, Britten en Nederlanders verloren. De verloren slag bij Rocroi in 1643 (zie afbeelding) tegen de Fransen wordt vaak gezien als tekenend dieptepunt van de langzame neergang van het Spaanse Rijk. Toch is het verval vaak overdreven voorgesteld, met name door de vijanden van Spanje. Deze zijn in belangrijke mate gevormd door de zogenoemde Zwarte Legende: het idee dat Spanjaarden uitzonderlijk wreed, intolerant en onbeholpen waren. Verhalen over moordpartijen op indianen, verbrandingen van ketters en de uitspattingen van de koningen vonden gretig aftrek in met name het protestante Noord-Europa en werden niet zelden schromelijk overdreven voor politieke doeleinden. Toch zat er ook een kern van waarheid in. Het harde optreden van de Spaanse Inquisitie, de hoge belastingen en de zwakke koningen hebben veel voormalige onderdanen uit de Nederlanden, Portugal en Italië definitief van de Spaanse kroon vervreemd.

 

Een reden die vaak wordt genoemd voor de zwakte van de Spaanse monarchie is de inteelt binnen de Habsburgse koninklijke familie. Door generatie op generatie van huwelijken tussen neven en nichten, allen afstammend van de ziekelijke Isabella de Waanzinnige, ontstond er een geslacht van gekwelde, zwakke en onkundige heersers. Absoluut dieptepunt was koning Karel II, de laatste telg uit het geslacht. Ernstig lichamelijk en geestelijk gehandicapt stierf hij kinderloos op 38-jarige leeftijd in 1700. De hierop volgende Spaanse Successieoorlog beklonk het definitieve verval van Spanje als grootmacht dat zich in de achttiende en negentiende eeuw doorzette.

Goddelijke residentie

In 1561 verplaatste Filips de landshoofdstad van Toledo naar de kleine maar zeer centrale stad Madrid. Twee jaar later liet hij in de buurt een enorm multifunctioneel paleis en kloostercomplex bouwen dat hij El Escorial noemde. Dit paleis, klooster en mausoleum in één was bedoeld om een overwinning op de Fransen in 1556 te gedenken, maar fungeerde ook als manifestatie van de religieuze en politieke heerschappij van Spanje en als laatste rustplaats van de Spaanse koningen. Na de voltooiing liet Filips als eerste het lichaam van zijn vader Karel V naar het mausoleum overbrengen. Uren bracht hij door in gesprek met zijn overleden vader en met God, waarbij tijdsgenoten dachten dat hij de twee soms moeilijk uit elkaar kon houden.

 


El Escorial kreeg een bijzonder spaarzaam uiterlijk. Het paleis is opgetrokken is een straffe grijsbruine steen en het ontbreekt bijna volledig aan decoraties. Maar zo ingetogen en vroom als het exterieur van het gebouw eruit ziet, zo weelderig en luxueus liet Filips het Escorial inrichten. De grootste kunstenaars uit het Spaanse Rijk werden uitgenodigd om het interieur vorm te geven. De kunstverzameling bestond uit werken van onder meer El Greco, Jheronimus Bosch, Titiaan en de Vlaamse Primitieven. Fresco's sierden de bibliotheek, die meer dan 40.000 boeken telde, ongeveer evenveel als de bibliotheek van het Vaticaan. Tegenwoordig is El Escorial een populaire toeristische trekpleister. Nog steeds woedt de discussie of het kloosterpaleis een uiting is van de megalomanie van de Spaanse Habsburgers of dat het een zeer indrukwekkend architecturaal meesterwerk betreft. 

Circa:
Nee

Adres

Nederland

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 1