Wetenschapsrevolutie

Redevoering van Seraing een toespraak met stof tot nadenken

Na-oorlogse wetenschap Na afbreken komt opbouwen

Belgische universiteiten Taal is een kwestie

ITIN Social

  • Gerard Verbeek
  • Truus Gerritsen
  • Ans Hazenbrouck

Nog geen reacties

Wetenschapsrevolutie

Introduction

Redevoering van Seraing

Ter gelegenheid van het 110-jarig bestaan van de firma Cockerill houdt Koning Albert I een pleidooi voor wetenschappelijk onderzoek in BelgIë. Albert I is er immers van overtuigd dat wetenschappelijk onderzoek de basis vormt voor industriële en economische vooruitgang van het land. De Koning benadrukt dit duidelijk in de toespraak door de industriële en intellectuele elite op te roepen om een instelling te creëren die het wetenschappelijk onderzoek in België op de kaart moet zetten. Deze toespraak wordt dan ook beschouwd als de start van de uitbouw van verschillende wetenschappelijke instellingen in België.

Als eerste wordt een Nationaal Fonds Voor Wetenschappelijk Onderzoek opgericht en al snel daarna enkel andere zoals het Bijzonder Bureel voor Nijverheid en Landbouw.

De heropleving van het wetenschapsbedrijf in 1927 was dus niet het werk van de politici van België. De staat hield zich afzijdig bij gebrek aan tradities en middelen. De gebaren en intentieverklaringen van Albert I daarentegen steunden hoofdzakelijk op het economisch milieu.  

Na-oorlogse wetenschap

Tijdens het Interbellum werd het in brede kring duidelijk dat de Belgische economie behoefte had aan meer innovatie. Na vier jaar Duitse bezetting (1914-1918) moest alles weer op gebouwd worden. België behoorde sinds de 19de eeuw weliswaar tot de belangrijkste industriële mogendheden ter wereld, maar na de Eerste Wereldoorlog raakte dit in het slop en kon de Belgische economie wel wat innovatie en wetenschap gebruiken.

Naast de terugval qua wetenschap zorgde  de wederopbouw zelf voor zeer hoge kosten die de Belgen mochten betalen, ook al werd Duitsland verplicht voor de kosten op te draaien. De Belgische belastingen werden acht maal hoger dan voor de oorlog en de prijzen van goederen stegen enorm

Belgische universiteiten

In 1911 startte een eerste experiment met het Nederlands in Leuven en in de jaren na de oorlog maakte Koning Albert I bekend dat de 2 landstalen gelijkwaardiger moesten worden verdeeld. Dit maakte in 1930 de vernederlandsing mogelijk van de Universiteit van Gent. Ook werden tegen 1936 de meeste Leuvense cursussen in het Nederlands gegeven. Al in 1937 wordt duidelijk dat het oplossen van deze taalkwestie op de universiteiten een succes is. Het aantal studenten, studentenkredieten als het aantal bouwwerken voor universiteiten expanderen. De Nobelprijs voor Geneeskunde voor de Gentse hoogleraar Corneel Heymans in 1938 is het hoogtepunt van de vernederlandsing en het bewijs dat de wetenschap de taalwissel heeft overleeft.

Ook was er in deze periode (1929) de opwaardering van de Brusselse onderwijsinstellingen tot een universiteit in Brussel (ULB) welke pas veel later zou splitsen in een vlaamse (VUB) en een franstalige universiteit.

Met 'Leuven Vlaams' komt de taalkwestie in de jaren 60 nog eens naar boven aan de universiteiten. De taalkundige splitsing van de Katholieke Universiteit Leuven, ook wel eens de januari-revolte genoemd, was een gevolg van het vastleggen van de taalgrens.

Rond de eeuwwisseling is België echt 'the place to be'. Dit is duidelijk te merken aan de verschillende wereldtentoonstellingen die dan in België plaatsvinden. Antwerpen (1885, 1894), Brussel (1897, 1910), Luik (1905), Charleroi (1911) en Gent (1913). Alle takken van de kennis beleefden in dit tijdperk een voortdurende ontwikkeling.

In de 19de eeuw was België opgeklommen tot de hoogste rang onder de geleerde naties. Aan het begin van twintigste eeuw  ontstonden echter toch al wat barstjes. In 1905 besluit de Belgische regering, ter gelegenheid van de 75ste verjaardag van de onafhankelijkheid, ‘een inventaris te maken van de geleerden en hun wetenschappelijke verwezenlijkingen’. Deze lijst werd nogal verbluffend tentoongesteld op de wereldtentoonstelling van Luik wat opnieuw voor een opflakkering zorgde.

Het elan dat zo was ontstaan werd echter plots afgebroken door de Eerste Wereldoorlog. Na de oorlog kreeg de wetenschap in België opnieuw een duw in de rug door de toenmalige Koning Albert I. De koning gaf een speech in de fabrieken van Cockerill te Seraing, waar hij de rijken en industrieëlen opriep om het wetenschappelijk onderzoek te steunen om zo België een economische groei te bezorgen. Deze toespraak zorgt voor een positieve ommezwaai en een Nationaal Fonds voor Wetenschappleijk Onderzoek wordt opgericht met een startkapitaal van meer dan 110 miljoen Belgische Franken. Deze rede belichaamt ook een helder besef van de Tweede Wetenschappelijke Revolutie en haar uitdagingen.

Voortaan werden de universiteiten, academiën en geleerde genootschappen bijgestaan, soms zelfs verdrongen door organisaties van professionele onderzoekers.

 

 

Circa:
Ja

Tags

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 3