Aan niets was te merken dat daar troepen naderden

De grote legeroefening van 1912

De forten rond Uithoorn waren in 1912 nog maar enkele jaren oud toen ze werden ingezet bij een grootschalige oefening. Het leger was in 1895 begonnen om de grote jaarlijkse oefeningen buiten de normale oefenterreinen te houden. Zo raakten vooral de officieren bekend met het terrein, kon ervaring worden opgedaan en was men zichtbaar voor de belastingbetaler. Het Algemeen Dagblad zond een verslaggever die een hele week per brief en per telefoon artikelen naar de redactie op de Nieuwezijds Voorburgwal in Amsterdam stuurde. Daarmee geeft hij ook ons een beeld van een indrukwekkende gebeurtenis die goed zichtbaar was voor de bevolking.

"Het is half twee op 23 september - de invasie van het stille, schilderachtig aan den Amstelstroom gelegen plaatsje begint. De geheele bevolking loopt uit om het "soldatenvolk" te zien, het is alles vol leven en bedrijf. In den slag op de Houtensche Vlakte heeft het roode oosterleger de overwinning behaald. De hoofdmacht van het blauwe veldleger is teruggeslagen en wordt door het roode oosterleger vervolgd naar Uithoorn."

De eerste dagen van de oefening vindt deze nog helemaal in het terrein voor en tussen de inundaties plaats. Niet dat de polders daadwerkelijk onder water zijn gezet maar de scheidsrechters letten er op dat alleen de dijken gebruikt worden en daar vinden de gevechten dan ook plaats: "De eerste strijd is gestreden, duizenden dooden en gekwetsten bedekken de polders en dijkglooiïngen. Dit eerste gevecht heeft al dadelijk het bloedige karakter van een polderoorlog doen uitkomen, waarin één goed opgestelde mitrailleur een geweldige uitgestrektheid terrein onveilig maakt."

"Reeds hedennacht werkte de verdediger met zijn zoeklicht" zodat 's nachts de aanvaller niet ongezien dichterbij kon komen, "het is een phantastisch gezicht, die lichtbundels het terrein een oogenblik fel te zien beschijnen. Een zoeklicht bij Uithoorn komt in werking om elf uur, daar anders te veel stroom onttrokken wordt aan de bevolking." Ook werd op de kosten gelet en trof de verslaggever leden van de Bezuinigingscommissie in Bilderdam aan, "Zij konden het hart ophalen aan het geluid van een ratel, voorstellende het vuur van de nieuwerwetsche mitrailleurs. Bij den aanvaller stonden de vuurmonden te paffen, voorgesteld door een of ander vuurwerkje achter een scherm."

Het had ook in Wilnis of De Hoef kunnen plaatsvinden maar de krant beschrijft de inname van de 'vernielde' brug in Leimuiden. "Een compagnie van de aanvaller kreeg gelegenheid naast de brug een breede plank te leggen. Fluks volgden de aanvallers over de plank, om dan in de straat vuur af te geven op den wijkenden verdediger. De aanvallers maakten plotseling ruim baan en daar vloog een artillerieprojectiel uit een stuk geschut. Snel gaat het thans door den polder voorwaarts, ijlings werpen de plankendragers van den verdediger hun last over de smalle waterscheidingen, waarover dan de groepen volgen. Maar de aanvaller, wiens munitie al vechtende werd aangevuld, laat hem niet op adem komen." Dit deel van het verslag laat heel goed zien dat er niet onmiddellijk werd teruggetrokken op de forten maar dat ook het terrein voor en tussen de forten werd gebruikt om de aanvaller te vertragen en te verzwakken.

Op 27 september, de laatste dag van de oefening, laat de Stellingcommandant "een aanval doen op het fort Uithoorn, gevolgd door een tegenaanval van den verdediger, ter teekening van de voornaamste episode van den vestingkrijg, de worsteling om de hoofdstelling. De aanvaller had tegen vier uur in den ochtend drie bataljons op de naderingswegen op ongeveer 700 meter van het fort. De grootst mogelijke stilte heerschte in den polder, aan niets was te merken, dat daar troepen naderden. De vijand drong op tot bij de keelzijde van het fort waar hem het verblijf echter onmogelijk werd gemaakt door een hevig vuur uit mitrailleurs, geschut en geweren. Na korten tijd trok hij dan ook terug en werd de aanval als afgeslagen beschouwd. Het aanvallende bataljon werd bij het fort a/d Drecht door een zoeklicht beschenen en krachtig bestookt. Dit alles werd door een overtalrijk publiek, dat soms zeer hinderlijk was voor de troepen, aanschouwd."

In de kranten werd de oefening een groot succes genoemd maar de interne verslagen omschreven het als "Te breed opgezet, het programma te ingewikkeld en overladen". Niemand had toen een vermoeden dat twee jaar later de manschappen deze forten weer moesten gaan bezetten.

(Gebaseerd op krantenartikelen door een anonieme verslaggever in het Algemeen Handelsblad van 23 t.e.m. 27 september 1912.)

foto 1: Collectie René Ros, Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam

Jaar:
1912
Circa:
Nee

Reageren

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
Aantal stemmen: 0